7.2

2.6K 181 21
                                    


"Ja," antwoordt de inmiddels vertrouwde stem aan de andere kant van de muur. "Mijn vader is daar altijd heel streng in geweest. We mogen ook niet in zijn werkkamer komen, of in de ruimte waar de soldaten hun wapens bewaren."

"Vind je dat niet verdacht? In de bibliotheek liggen toch geen wapens?"

Een paar seconden lang is het stil. Dan klinkt Arthurs stem weer door het donker. "Deianeira Holborn, weet jij soms iets dat ik niet weet."

"Nee," lieg ik. Ik moet er gewoon niet meer aan denken. Het vergeten. Mijn ontdekking is waardeloos. Ik heb geen idee waarom Nestor zich er zo bedreigd door voelt, want ik kan er helemaal niets mee. Toch blijft het aan me knagen. Als ik die avond niet naar de bibliotheek was gegaan, en als Arthur geen gevoelens voor me had gehad, dan was ik waarschijnlijk uitverkoren geweest. Dan had ik hier helemaal niet gezeten.

Geschuifel klinkt aan de andere kant van de muur. "Ik geloof er niets van. Jij weet iets."

Ik ben net aan het bedenken hoe ik daarop zal reageren zonder mezelf nog meer verdacht te maken als ik voel hoe menselijke vingers mijn hoofd betasten. Gillend schiet ik overeind.

"Rustig maar, ik ben het."

Nog bevend van de schrik kijk ik naar de vingers van Arthur die zich inmiddels om de tralies van mijn cel hebben geklemd. "Sodeju, ik schrok me kapot. Ik kan toch ook niet weten dat jij zulke lange armen hebt dat ze helemaal tot in mijn cel kunnen reiken?"

"Alsof je hier lange armen voor nodig hebt. Die muren zijn totaal niet dik. Ik lig alleen een beetje in een rare positie nu."

"Ga dan maar weer gewoon normaal liggen. Straks verrek je nog een spier en daar is dit niet het ideale moment voor." Verzwakking op welk front dan ook kan leiden tot zijn dood en ik wil niet dat Arthur doodgaat. Echt niet. Hij steunt me zo erg hier in de arena dat ik me afvraag hoe ik het zonder hem zou moeten redden. Bovendien is hij echt aardig. Het zou zonde zijn als dat hem zijn leven kost.

De vingers verdwijnen weer door de tralies, maar ik zie dat Arthur zijn arm recht voor zich uit in het zand van de arena legt in plaats van ergens langs zijn lichaam. "Zo. Ik heb iets over mijn broer verteld, waarom vertel jij me niet iets over jouw zusje?"

"Over Vinny? Waarom? Wat wil je van haar weten?" Ik wil hem best iets vertellen, maar eerlijk gezegd denk ik niet dat hij het zal begrijpen. Hij heeft een rijk leventje geleid in het paleis. Nooit is hij iets tekort gekomen. Hoe moet hij nou weer weten wat mijn zusje voor mij betekent?

"Vertel me gewoon iets. Maakt niet uit wat. Dat zei jij ook tegen mij, weet je nog? Ik wil Lavinia alleen wat beter leren kennen voordat het straks niet meer kan."

"Ik dacht dat jij zo vastbesloten was om hier weer uit te komen?"

"Vertel nou maar gewoon."

"Oké." Ik zoek even in mijn herinneren naar iets leuks om te vertellen en besluit dan het eerste te pakken dat bij me opkomt. "Al toen we nog heel jong waren, paste ik al op Vinny als mijn ouders allebei moesten werken. Even voor de duidelijkheid: niemand noemt haar Lavinia. We liepen 's morgens ook altijd samen naar school. Op het schoolplein gingen we vervolgens allebei onze eigen weg, ik ging met Bodine spelen en zij met Glass. Maar telkens als de bel ging dan kwam ze naar me toe en vroeg ze om een kusje." Mijn zusje is veel te klein voor een vrouwelijk naam als Lavinia, net als dat ik niet meisjesachtig genoeg ben om een echte Deianeira te zijn.

"Dat is zo schattig," vindt Arthur. "Het lijkt me een schat van een meid."

"Ze kan anders ook ongelofelijk irritant zijn, maar ik ben toch blij dat ik haar heb. Stel je voor dat mijn moeder na mij al onvruchtbaar was geworden. Nee, dat kan ik echt niet voor me zien. Vinny betekent meer voor me dan wie ook." Zonder mijn zusje zou het leven hier nog moeilijker uit te houden zijn. Het is waar dat ook zij een mond heeft om te voeden, maar zonder haar zou ik er zelf ook niet meer willen zijn.

(Uitverkoren) - De hoofdprijs (Wattys 2016 winnaar)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu