Even ben ik bang dat Arthur het helemaal niet zal overleven. Het is namelijk het balletje met zijn eigen naam dat later in de middag uit de molen komt rollen. Gelukkig slaagt hij erin om ook die proef te doorstaan. Zo komt het dat we 's avonds weer samen naar de Vrijwillige Verlossing kijken.
Vandaag zijn er vijf zestienjarigen die vrijwillig een eind aan hun leven willen maken. Er is een meisje dat na de oversteek de hele middag heeft zitten huilen en nog een paar anderen die ik allemaal maar oppervlakkig ken. Dat is ook niet zo moeilijk. De enige deelnemer die ik echt goed kende, is dood.
Nog steeds kan ik amper bevatten dat Bodine er niet meer is. Mijn beste vriendin. Degene met wie ik zestien jaar in de olijfgaarden heb doorgebracht, eerst veilig in draagzakken tegen de buiken van onze moeders genesteld en later hand in hand op eigen benen. De persoon die precies wist waar ze me moest zoeken als ze me kwijt was – in de bibliotheek, bij Servius op kantoor of tussen de bomen. De enige buiten mijn familie die mij echt door en door kende. Die wist welke olijfboom mijn favoriete was en op welke plek ik op school graag zat.
Ik ben zo bang dat ze op een dag uit mijn geheugen zal verdwijnen. Dat ik me mijn beste vriendin niet meer zal kunnen herinneren. Dat ik niet meer weet dat haar ogen dezelfde kleur hadden als de zee of dat ze een ster was in het mikken van olijven in de juiste mand. Dat ze gewoon oplost in het niets zoals haar bloed oploste in het bad met gif, alsof ze nooit heeft bestaan.
Arthur schuifelt naar me toe. "Hoe voel je je inmiddels?"
"Ellendig. Jij?"
"Eerlijk? Ik voel me prima. Het zou zelfs weleens kunnen dat ik me nog nooit zo goed gevoeld heb als vandaag."
Ieder ander zou dit opvatten als een sarcastische opmerking, want de omstandigheden zijn niet bepaald feestelijk, maar ik weet dat hij het meent. Hij is de consulszoon die mijn leven redde en terloops ook nog een daad van verzet pleegde door de spelleider – zijn broer – een grote mond te geven. "Denk je dat je familie je nu anders zal behandelen? Beter, bedoel ik."
"Slechter had niet gekund, dus dat zou vreemd zijn." Met zijn vingers tekent hij rondjes in het zand. Een paar meter verderop vindt de eerste zelfmoord plaats. Silvester wil niet meer leven, om wat voor reden dan ook.
"Ik hoop het wel voor je."
Hij kijkt op. "Waarom? Zodat we van binnenuit kunnen infiltreren en samen de macht kunnen grijpen?"
Het is alsof mijn lichaam bevriest terwijl mijn nekharen recht overeind gaan staan. Wat als alles dat Arthur de afgelopen dagen gezegd of gedaan heeft maar een spelletje was en Nestor hem toch op me af heeft gestuurd om mij in de val te lokken? Mijn handen beginnen te trillen, maar ik probeer stoer te klinken als ik hem van repliek dien. "Soms lijk je echt op je vader. Ik begrijp totaal niet waarom jullie Corcorans denken dat ik het land over wil nemen."
Onmiddellijk verandert de uitdrukking op zijn gezicht, van een speelse lach tot bittere ernst. "Mijn vader? Denkt hij dat jij de macht over wilt nemen en hoe weet jij dat? Heeft hij dat tegen je gezegd?'
"Niet met zoveel woorden, maar ik weet vrij zeker dat hij het denkt." Alleen al de gedachte aan hoe hij naar me keek op de avond van het feestmaal bezorgt me weer de koude rillingen. Die man heeft een absolute hekel aan mij.
"Maar hoe dan?"
Ik zucht. "Die avond in de bibliotheek." Eigenlijk wil ik dit aan helemaal niemand vertellen, zelfs niet aan Arthur. Toch heb ik het gevoel dat hij niet zal stoppen me uit te horen voordat ik hem alles verteld heb. Want blijkbaar heeft zijn vader hem nog niet op de hoogte gebracht van onze ontmoeting in de bibliotheek, en dat betekent dat Arthur waarschijnlijk aan mijn kant staat.
JE LEEST
(Uitverkoren) - De hoofdprijs (Wattys 2016 winnaar)
Science FictionIn het land waar Deia woont, moeten alle zestienjarigen in een gruwelijk spel tegen elkaar strijden om te bewijzen dat ze hun positie als inwoner van het land verdienen. Er is maar één manier om er zeker van te zijn dat je het overleeft: uitverkoren...