5.2

2.5K 190 12
                                    

Een doffe klap klinkt. Zand stuift op van de bodem van de arena. Het volgende lijk ligt op de grond. De eerste hysterische gil is mijn mond al uit als Arthur mijn schouders stevig vastpakt.

"Kijk eens goed, Deianeira. Bodine leeft nog. Het is Lehi die dood is."

Ik knipper fel met mijn ogen om de waas van tranen, en het ongeloof, weg te krijgen. Eindelijk wordt het beeld op mijn netvlies weer helder genoeg om dingen te kunnen waarnemen. Arthur blijkt gelijk te hebben. Bodine staat nog overeind, al is de schok van haar gezicht af te lezen. Het is inderdaad Lehi die levenloos in het zand ligt. Er is dus nog hoop.

De enige drie deelnemers die nog moeten, zijn Adalyn, Flavio en Silvester. Nu Lehi neergevallen is en Bodine nog leeft, wil dat zeggen dat hun levens misschien gespaard zullen blijven. Er zijn al drie doden. Mij kan het inmiddels echter allemaal niet meer zoveel schelen. Als Bodine maar blijft leven.

Het is Adalyn die op de grond smakt. Het zeikwijf. Nooit meer zullen we haar zeurderige stem horen klagen over wat dan ook dat ze nu weer uit heeft gekozen om niet tevreden over te zijn. En om eerlijk te zijn, voelt dat heel vreemd aan. Niet dat ik nou zo van haar gezeur hield, maar het is behoorlijk raar om te beseffen dat dingen die altijd zo vanzelfsprekend leken er ineens niet meer zijn. Dat de wereld zoals je die kent een heel klein stukje afgebroken wordt. Hetzelfde geldt voor de dood van Lehi, Clodagh, Venka en alle anderen. Stukje bij beetje brokkelt de wereld af die ik de afgelopen zestien jaar heb leren kennen. Ik wist dat het er ooit van zou komen, maar desondanks komt de klap loeihard aan nu het ook daadwerkelijk gebeurt. Mijn klasgenoten worden gewoon bijna letterlijk van het toneel geveegd.

Dat is dus de reden dat de volwassenen in dit land elkaar soms zo raar aankijken. Dat je sommige dingen tegen bepaalde mensen beter niet kunt zeggen. Dat zijn allemaal littekens van de Eliminatie en die zal ik ook hebben als ik hier ooit uit zal komen.

Naast me merk ik dat de dood van vier leeftijdsgenootjes Arthur ook niet in de koude kleren is gaan zitten. Zelfs de jongen die zich zo stoer gedraagt en me tot in de arena een toe probeert te versieren, wordt aangegrepen door de gebeurtenissen die zich voor onze ogen afspelen.

Ondertussen worden op het scorebord de punten van elke deelnemer bekendgemaakt. Blijkbaar was Bodine de snelste met het sorteren van de haar voorgeschotelde delicatessen, want ze heeft tien punten gekregen. Het zorgt ervoor dat ik me trots voel.

"Deia!" Voordat een bewaker haar vast heeft kunnen grijpen, komt Bodine op me af geremd. Hysterisch huilend klampt ze zich aan me vast. "Ik dacht dat ik doo-hoodging."

"Ik ook," snik ik. "Ik was zo bang."

Het is maar goed dat ik Bodine zo stevig beet heb genomen, want ze stort helemaal in. Haar krijsende lichaam stort op de vloer als een gebouw waarvan de fundering het begeeft. Haar geluid gaat door merg en been. Ik heb eens gelezen dat het geluid van een huilende walvis iets verschrikkelijks moet zijn om te horen. Ik heb dan misschien nog nooit een walvis in het echt gezien, maar ik weet zeker dat er geen één is die het geluid kan overtreffen dat dit wanhopige hoopje mens nu produceert. De tranen lijken niet op te raken. Het is alsof er achter haar oogleden een complete kraan open is gedraaid.

"Mejuffrouw Lennox." Een bewaker grijpt haar stevig bij haar bovenarm vast. Zijn hand omklemt haar als een bankschroef, maar dat is blijkbaar nog niet stevig genoeg. De zwaartekracht en de tranen trekken het lichaam van Bodine weer richting de grond.

"Deia." Mijn naam komt fluisterend haar mond uit omdat ze niet harder kan praten vanwege de tranen. "Ik ga een verlossing doen, denk ik."

"Nee!," roep ik uit. "Je moet vechten, Bo. Laat ze niet winnen. Je hebt tien punten gescoord, dus jij kunt dit." Ik kom vast niet overtuigend over. Hoe kan het ook anders, als ik zelf zit te janken als een klein kind dat gepest wordt door een stel etterbakken van drie koppen groter? Ik lijk verdomme wel labiel. Maar daar gaat het nu niet om. Ik moet voorkomen dat ze zich aanbiedt voor het onderdeel waarbij zestienjarigen zelfmoord kunnen plegen.

(Uitverkoren) - De hoofdprijs (Wattys 2016 winnaar)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu