Hoofdstuk 24

50 4 0
                                    

Peinzend kijk ik naar de heerlijk geurende broodjes. Ik begrijp er niets van. Waar kennen ze mij van? Waarom ben ik hier? Waarom zorgen ze voor mij? Honderden vragen, geen antwoord. Ik steek mijn been uit bed en probeer op te staan maar direct word ik duizelig, dus kruip ik weer in het bed. De vrouw met de rode krullen loopt naar het bed toe en gaat voorzichtig op het voeteneind zitten. 'Ik begrijp dat je in de war bent, maar heb je echt geen idee wie wij zijn?' Ik kijk haar aan. Die groene twinkelende ogen, die rode krullen, ik herken ze maar al te goed..... maar waarvan? 'Ik....ik herken jullie wel. Maar ik weet niet waarvan.' Opgelucht knikt Samanta. Ik ben duidelijk erg belangrijk voor hen. 'Goed, laten we bij het begin beginnen. Ik neem aan dat de naam 'Weeshuis Smiths' je wellicht iets zegt?' Ik onderdruk het misselijke gevoel dat naar boven komt, en knik aarzelend. 'Daar kom je vandaan. We hebben je geadopteerd toen je 6 jaar was. Maar na een paar dagen zagen we je steeds maar in je schulp kruipen en toen..... toen was je ineens wég...' Haar stem brak. Een traan rolt stilletjes over haar wang. Die arme vrouw moet jaren lang veel verdriet hebben geleden, en verward haar lieftallige dochter nu met mij. 'Weg? Ik denk dat u zich vergist. Ik ben geboren in een indianenstam. Het spijt me heel erg voor u dat uw dochter is weggegelopen maar...' Ze schud haar hoofd. 'Nee lieverd, ik herken jouw gezicht uit duizenden. Ik snap dat dit voor jou erg raar moet zijn, maar dat waren niet jouw echte ouders.'

Ik schud mijn ogen. Dit kan niet. Dit kán niet waar zijn. Maar..... ik ben altijd anders dan de anderen geweest met mijn felblauwe ogen. Zou ik echt.... zou het echt kunnen dat ik.... Dan plots voel ik me licht in mijn hoofd worden. Wat gebeurt er...

'Weltrusten Penelope!' Samanta geeft me een kus. 'Dag schat, slaap lekker!' Zegt de man met de krulletjes en hij aait me over mijn haren heen. Ik loop de trap op. Eenmaal in mijn kamer trek ik mijn pyjama aan en vervolgens loop ik naar de badkamer. Ik draai de deur op slot. Langzaam loop ik naar de grote spiegel met houten lijst en ik kijk mezelf recht aan. Ik zie 2 onrustige, angstige ogen, knalrode wangen, mijn mond is een bibberende streep. Mijn tanden poets ik niet. Ik heb namelijk een plan.

SamiraWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu