Ik kijk om me heen. In de verte zie ik vaag iets bewegen. Ik loop langzaam op de schim af. Als ik op 20 meter afstand ben, kan ik zien wat het is. Het is een paard. Een wild paard. Het dier zit verstrikt in een doornstruik, en is door de kudde achtergelaten. Voorzichtig loop ik naar het paard toe. Ik probeer hem los te maken, maar het paard begint naar me te schoppen en probeert me te bijten. Ik zucht. Zo krijg ik het natuurlijk nooit los.
Ik begin kalmerend tegen het paard te praten. 'Het is goed lieverd. Ik wil je alleen maar helpen. Blijf even rustig staan en dan ben je zo weer vrij.' Het werkt! Het paard blijft rustig staan en ik maak het voorzichtig los. Zodra het paard los is, schud hij zijn hoofd en steigert. Dan loopt hij naar me toe en duwt met zijn neus tegen mijn arm. Verwonderd kijk ik hem aan. Hij is niet bang voor me! Dan hoor ik plots een wild geschreeuw. Het paard draait zich om en gallopeert razendsnel weg. Boos loop ik op het geschreeuw af.
Ongeveer 100 meter verderop staan een groep mannen. Als ik wat dichterbij kom herken ik mijn vader en andere mannen uit mijn stam. 'Papa! Ik vond een wild paard en hij vertrouwde me bijna, en nu hebben jullie hem weggejaagd! Waarom schreeuwden jullie zo?' Opgewonden wijst mijn vader naar iets in de verte. Ik sper mijn ogen wijd open. De kudde bizons!

JE LEEST
Samira
RandomDe 16-jarige Samira woont in een indianenstam, en is daar erg gelukkig. Tijdens een rit op haar paard vind ze een blanke gewonde man. Vanaf dat moment veranderd alles.