Hoofdstuk 11

55 5 0
                                    

Ik knipper met mijn ogen. Het felle zonlicht schijnt op mijn gezicht. Langzaam kom ik overeind en kijk om me heen. In het hoge gras weerkaatsen dauwdruppels het gouden zonlicht. Ik rek me uit. Nu pas merk ik de spierpijn in mijn kuiten op. Met ronddraaiende bewegingen masseer ik mijn beiden kuiten. Zodra de spierpijn iets verminderd is, sta ik op en loop naar Angin Puyuh. Hij ligt wat slaperig om zich heen te kijken. Ik ga naast hem liggen en leg mijn hoofd op zijn warme rug. Ik luister naar zijn rustige ademhaling. Na ongeveer 10 minuten sta ik weer op en kijk of ik ergens een waterbron zie. Een stukje verderop zie ik een prachtig helder riviertje, verscholen achter een paar struikjes. Ik klak met mijn tong en Angin Puyuh staat op zodat ik op zijn rug kan klimmen. Samen rijden we stapvoets naar het riviertje.

Tot mijn grote verbazing is het ongelofelijk helder. We beginnen allebei gulzig te drinken. Daarna was ik mijn gezicht. In de weerspiegeling van het water kijk ik of ik helemaal schoon ben. Plots duikt er een ander gezicht in de weerspiegeling op. Een gezicht met 2 helderblauwe ogen en een heel lichte huid. Het is de blanke man. Geschrokken draai ik me om. Hij maakt een verontschuldigend gebaar en hurkt naast me neer. Met een ongemakkelijk gevoel draai ik met mijn tenen kringetjes in het water. Jack weet blijkbaar ook niet goed wat hij moet doen, want hij staat weer op. Ik volg zijn voorbeeld en klim weer op Angin Puyuh's rug. Jack gebaart dat hij het een heel mooi paard vind. Ik knik verlegen en glimlach naar hem. Ik begin deze vreemdeling steeds aardiger te vinden.

SamiraWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu