Hoofdstuk 18

56 3 2
                                    

Met grote ogen kijk ik de man aan. Als ik een maand in coma heb gelegen is er vast veel meer aan de hand dan ik denk! De man in de witte kleding glimlacht geruststellend naar me. 'Je hoeft je geen zorgen te maken hoor, meisje. Uiteindelijk komt het allemaal goed.' Uiteindelijk? Het moet nu goed komen! Nu meteen! Ik moet Angin Puyuh gaan zoeken! De man glimlacht nog een keer naar me en loopt dan de kamer weer uit. Peinzend kijk ik van het open raam naar de slangetjes in de binnenkant van mijn arm. Ik kan niet ontsnappen. Ik zit vast. Maar dan zie ik plots iets op mijn nachtkastje liggen wat weerkaatst in het zonlicht. Een schaar.

Ik kijk om me heen, en als ik zie dat er niemand is, pak ik vlug de schaar van het kastje af. Ik wil net de slangen doorknippen als ik voetstappen hoor op de gang. Snel duik ik onder de dekens. Ik hoor de deur opengaan en 2 paar schoenen lopen naar mijn bed. Zacht fluisteren de zusters tegen elkaar. 'Slaapt ze?' 'Ja. We komen straks terug voor het prikje. Kom, ik wil lunchen Sarah!' En even later hoor ik de deur weer sluiten. Snel duik ik weer boven de dekens en knip de slangen door. Een vloeistof stroomt uit de doorgeknipte slang en vlug gooi ik hem van mijn bed af, voordat mijn hele bed doorweekt is. Ik sla de dekens van me af en wil naar de krukken die naast het raam staan hinken maar ik wordt plots heel duizelig. Ik ga weer op het bed zitten en ongeveer 5 minuten later is de duizeligheid weg en ik hink naar de krukken. Gelukkig is het raam laag bij de grond waardoor ik zonder al te veel moeite door het raam naar buiten kan klimmen. Ik adem de frisse lucht in. Eindelijk ben ik vrij!

SamiraWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu