Deel 14

433 31 1
                                    

Eerst probeerde ik de vastgespijkerde balken eraf te halen, maar dit was onbegonnen werk zonder een tang of enig ander werkmateriaal. Ik trok eraan zo hard ik kon, ik prutste aan de spijkers maar ze zaten nagelvast. Ik keek rond, ik zocht iets waarmee ik het toch open kon krijgen.

De roest-oude ijzeren beker!

Ik kapte het water over de pap heen en probeerde de beker te hervormen. Ik moest en ging hiervan een scherp voorwerp maken. Ik probeerde de handvat los te maken maar dit lukte niet, ik heb warmte nodig om het ijzer te laten smelten. Snel maakte ik 2 splinters los van de balken en gebruikte die om vuur te maken. Na lang wrijven ontstond er vuur. Ik hield snel de beker boven het vuurtje zodat de handvat eraf kon smelten. Het lukte! Ik doofde het vuur en nam de handvat vast.

Auw! Niet gedacht dat het zo warm ging zijn, heb al spijt dat ik het water niet nuttig gebruikt heb. Maar het mag niet afkoelen! Anders kan ik het niet meer hervormen. Ik scheurde 2 grote stukken stof van af het matras en gebruikte die als handschoenen. Met moeite vormde ik de ene kant om tot iets dat de spijkers los kon maken en met de andere kant vormde ik iets waarmee ik de deur kan openprutsen. Ik ben die avontuurfilms zo dankbaar, anders was ik hier nooit opgekomen. Ik liet het nog even afkoelen voor ik het ging gebruiken en dacht ondertussen na over wat als de man terugkomt en de beker zonder handvat vindt. Dan mag ik mijn ontsnapping op mijn buik schrijven. Ik pakte snel het ding dat ik gecreëerd heb en probeerde de spijkers los te krijgen.

Oh God, het lukte! Maar toen hoorde ik iemand de deur opendoen met de sleutel. Snel verstopte ik het ijzer dingetje onder het matras en ging ik liggen op de plek waar ik de stoffen heb afgescheurd. Ik deed alsof ik sliep maar dacht na of ik het op een lopen zou zetten of niet.'Neen Noor, niet doen! Het gaat je niet lukken. De afstand is te ver. Niet doen!' zei een stemmetje in mijn hoofd. Ik besloot om te blijven liggen. Er sprak een jongen mij aan. "Eet beetje." Wat een verrassing, hij spreekt Nederlands! "Niet eten is niet energie, eet." zei hij nog eens en schoof het bord naar me toe. Oké hij spreekt gebroken Nederlands, ik vraag me echt af wie deze mensen zijn, al leek het alsof ik hem kende. Herkende. Hij had mijn ogen en dezelfde gezichtsvorm. Ik wilde er niet verder over nadenken, maar.. kan dit Nussair zijn? "Wie zijn jullie?!" vroeg ik hem met een vuile blik. "Wij goed zorgen voor u, móet beetje eten." ik keek hem aan. "Dat is geen antwoord op mijn vraag! Wie zijn jullie en waar ben ik?!" vroeg ik hem nogmaals, ik verloor mijn geduld. De man die bij hem stond trok hem weg. Ik stond op. "Jij gaat nergens heen tot ik meer weet over wat ik hier doe en wie jullie zijn!" riep ik uit woede en nam hem vast aan zijn kraag. "Mag niks zeggen, groot problemen.." en ik liet hem los. De tranen wouden mijn ogen al vullen maar dat vraagt te veel van mijn energie.
Ze verlieten beiden de kamer en ik plofte mij neer op het matras. Ik keek naar mijn hand en zag hoe groot de brandwonde was. Ik pakte het stukje stof dat ik afgescheurd had van het matras en bond het rond mijn hand. Vlug greep ik het ijzer dingetje en ging weer aan het werk. Nog nooit heb ik zoveel stress gehad.
Alle balken waren er na een 10-tal minuutjes af en ik probeerde het raam te openen. Zo, die is al een tijd niet meer opengeweest! Ik trok er nog eens heel hard aan en ze vloog open. Eindelijk, frisse lucht! De geur van vocht en schimmel aan de muren stak mijn nek uit, zo slecht voor mijn ademhaling.
Ik keek naar beneden en zat zeker 7 verdiepingen hoog. Hoe kom ik in vredesnaam beneden.. Ik zocht naar mogelijke oplossingen en vond er 2. Ofwel klim ik langs de ramen naar beneden, ofwel spring ik van hier tot op het dak van het gebouw hiernaast dat iets lager was. Als ik langs de ramen klim, is de kans groot dat iemand me ziet of dat ik me per ongeluk los laat en doodval. Als ik spring van hier tot op het dak is het erop of eronder, leven of dood. Dit wordt de beslissing van mijn leven.


Oké, geen moment van twijfel mogelijk. Ik klom op het raam en sprong zo ver ik kon. Ik kwam tegen de muur terecht maar kon me net nog vasthouden aan de rand. Ik voelde mijn hartslag in mijn keel kloppen. Snel trok ik me op tot ik op het dak terechtkwam. Ik ben nog nooit zo gelukkig geweest. Ik lag neer en sloot mijn ogen voor een seconde maar werd verstoord door luid geroep. Het was die vreemde taal, ik moet hier weg! Ik trok een deur open en rende de trappen af naar beneden. Ik kwam uit bij de uitgang en zag dat ik in een winkelstraat stond. Ik rende mensen voorbij en vloog dan een winkel binnen. Ik heb nieuwe kleren nodig zodat ik niet herkent word maar had daar het geld niet voor. En plus, ik zie er niet uit. Iets zegt me dat ik het gewoon moet stelen, maar dat heb ik nooit gedaan.. ik kan dit niet! Dan zorg ik voor lawaai en ben ik gemakkelijk te vangen.' Noor, geen genade. Gewoon doen! Je kan het later terugbetalen.' zei dat stemmetje weer.Ik paste een onopvallende hoodie, greep een pet vanuit een bak, trok een zwarte skinnyjeans en liep naar buiten. Ik heb van alles natuurlijk eerst het alarm eraf getrokken. Met mijn gezicht gericht naar de grond en mijn handen in mijn zakken liep ik door naar het station. Ik twijfelde of ik naar Souf zou gaan maar daar gingen ze me sowieso opwachten. Hoe moet ik de trein betalen! Pff.Ik kwam aan bij het station en zag een jong meisje van rond de 17 haar fiets parkeren. Weet je, ik heb vervoer nodig.. Voor ze het op slot kon zetten sprong ik op de fiets en fietste ik snel door. Ik zag ze nog achter me aan rennen maar ze gaf het op. Ik had moeten vragen of ik het mocht lenen he, pff. Wat is dit. Wat is er toch van me geworden..

Mijn pad.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu