Deel 25

350 34 0
                                    

Nadat we ons buikje gevuld hadden met visburgers van de McDonalds en een paar vegetarische loempia's van een kraampje op de markt, keerden we terug naar het hotel. De deuren zwierden open en we wandelden naar binnen. Ik zag Maher naar me zwaaien. "Ken jij die jongen?" vroeg Nuria terwijl ze naar Maher wees. Subtiel hoor! "Neen, ik weet alleen dat hij Maher heet en hier werkt, maar voor de rest niets. Niet zo kijken, draai je snel om!" zei ik tegen Nuria in de hoop dat we hem konden ontwijken maar poging mislukt.

"Hey! Ik heb een pakketje voor je. De leveraar heeft me weliswaar wel gezegd dat je het pas mocht openen op jouw hotelkamer." vertelde hij me terwijl hij het pakketje aan me overhandigde. Het was een vierkantig object en het was niet zwaar maar het was ook niet lichtjes. Een boek? Documenten? Parfum? Een handdoek? Ach waar hoop ik ook op. Wat ik mij nu afvraag is van wie dat pakketje afkomstig is. "Is dit van jou? Heb jij mij dit gegeven?" vroeg ik doordringend aan Nuria. "Stel je niet zo aan meid, laten we naar boven gaan en het openmaken. Dan weet je het snel genoeg!" drong Nuria aan. Ofwel wilde zij liever weten wat er in zit dan ik, ofwel wist ze al wat er in zit en kon ze niet wachten tot ik het zag. Haar emoties, manier van doen en praten.. Het is altijd een raadsel en een verrassing bij haar.

Aangekomen in het hotelkamer zag ik mijn broer en Soufiane in de living zitten. Ik ging meteen naast mijn verloofde zitten om het open te maken. Ik zeg graag 'verloofde' omdat ik dan het gevoel heb dat ik zeker weet dat ik iemand aan mijn zijde heb. Dan voel ik mij veilig en ook wat volwassen. Ach, ik met mijn rare gedachtegang. Ik scheurde het papier eraf en zag tot mijn verbazing een fotoalbum. Ik gooide de album open en ik zag foto's van mezelf toen ik klein was. Hoe meer ik verder bladerde, hoe ouder ik werd op de foto's. Logisch. Tot ik het einde bereikt had. Ik zag foto's van mezelf en Soufiane in het hotel, naast en op de koets, op het strand toen ik aan het lopen was, het moment dat ik het SOS-flesje opraapte, het moment dat Soufiane op zijn knie ging, het moment dat hij de ring om mijn vinger duwde, het moment dat ik hem in mijn armen nam, alles wat gefotografeerd.


Als je erover nadenkt is het best wel een eng idee, dat er de hele tijd iemand was die foto's nam, maar het was een avond om nooit te vergeten dus ik ben dolgelukkig met deze fotoalbum. Ik kreeg er tranen van in mijn ogen. "Ik ben sprakeloos.." zei ik zachtjes toen ik me omdraaide naar Soufiane. "Traantjes van geluk?" vroeg hij me terwijl hij de natte druppels van op mijn gezicht wegveegde met zijn duim.

Volgende dag
Ik pakte al mijn spullen in want we gingen weer naar huis. Niet dat ik een koffer had, integendeel.. Ik moest al mijn nieuwe kleren terug in de zakken doen. Ik deed nog een laatste check-up om zeker te zijn dat we niets vergeten waren. Ik sloot met een glimlach de deur. Tarik was ons gaan uitchecken en wij waren bij de lift gaan staan om naar de ondergrondse parking te zakken. Met z'n vieren stapten we de auto in. De twee meisjes achterin, de twee jongens voorin.

Na een rit van bijna 3 uurtjes kwamen we aan in het o zo bekende stadje die ik eigenlijk niet zo gemist had. Als het geen zomer is, is het hier nogal saai en ongezellig. We reden de straat in waarin ik woon en keek rondom mij. Geen kinderen, geen auto's, gesloten bars. Het was triestig.
Ik stapte uit, nee eigenlijk vloog ik uit de auto. Ik hoopte stiekem heel hard dat mijn ouders thuis zouden zijn en niet op het werk. Ik heb hun zo hard gemist en kan niet wachten om hun het goede nieuws te vertellen."Hallo? Mama! Papa!" riep ik doorheen de akoestiek van de gang. Ik hoorde al meteen voetstappen die de trappen afdonderden. Het was mijn moeder met een glimlach als nooit tevoren. "Noor, ik heb je zo gemist!" riep ze terwijl we in elkaars armen vlogen. We stonden daar zeker een 5-tal minuutjes te knuffelen totdat de rest binnenkwam. "Waar is papa?" vroeg ik rondkijkend in het huis. "Hij is even de auto gaan laten maken. Er heeft iemand de remmen zitten saboteren, als hij het niet eerder opgemerkt had dan kon het misschien heel fout afgelopen zijn." vertelde mijn moeder mij. Toen kreeg ik allerlei flashbacks van wat er allemaal met me gebeurd was. Sabotage? Wie wil er mijn ouders nu vermoorden? Nee, geen hallucinaties Noor. Het is gedaan. Wij hebben gewonnen.


"Mama, wij moeten u eigenlijk dringend iets vertellen." zei ik terwijl ik haar handen vastnam. Ik wilde het nieuws van Souf en mij eventjes laten vallen. Ik wilde me focussen op het verhaal, de nachtmerrie die ik beleefde en dat begon vanaf het moment dat ik uit de auto van Tarik viel.
Mijn moeder was aan het huilen, dat was het enige dat ze deed. "Dat we het niet gezien hadden!" begon ze haar eigen en mijn vader te beschuldigen. "Nee nee, jullie hebben niets verkeerd gedaan. Ik wil nu gewoon de politie verwittigen want ik denk dat Nussair.." zei ik niet zeker van mijn beschuldiging "ik denk dat mijn broer achter de sabotage zit. Het kan niet anders."
Net toen mijn moeder op het punt stond om mijn vader te bellen om te vermelden dat we naar het politiebureau gaan, werd er hard op de deur geklopt. Zou het papa zijn?Ik rende naar de deur en trof daar 2 politieagenten aan. "Goedemiddag?" zei ik met een enorme tril in mijn stem. "Goedemiddag. Inspecteur Gardner en Rechercheur Versteegh. Zouden wij even binnen mogen komen?" vroeg 1 van de 2 zonder enige emotie. Ik knikte en liet hun binnen. We stonden nu allemaal in de woonkamer angstaanjagend te kijken naar wat de politie te zeggen had. "Wij moeten helaas niet zo'n goed nieuws, euh, overbrengen.." zei Mr. Gardner. "Er vond zich daarjuist een ongeluk plaats en we vrezen ervoor dat het gaat om Karim O. Hij heeft het niet gehaald." en ze sloegen hun blik neer. Ze moesten vast een grapje maken.. Mijn vader kan niet dood zijn, hij is nog veel te jong. Mijn sarcasme ging over in woede en triest toen ik realiseerde dat het serieus was. Ik zag mijn moeder door haar knieën heen zakken en mijn broer liet zijn tranen de vrije loop gaan. Dit kan niet! Dit mag niet! Ik heb mijn papa 3 weken niet gezien! Dit is niet eerlijk! Dit mag niet! Ik kreeg barstende hoofdpijn door al de tranen die ik heb laten lopen. Soufiane probeerde mij te troosten maar ik heb daar momenteel geen nood aan. Ik rende naar mijn mama toe. We zaten beiden op de grond te huilen.



*****************

Vergeet niet te stemmen als je het leuk vond!

Liefss, Sabrine

Mijn pad.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu