Deel 15

450 33 5
                                    

Ik fietste maar ik wist niet waar naartoe, ik was namelijk in een andere stad. Ik kwam uit op een pleintje waar allemaal gezellige bankjes en terrasjes stonden. Rustig zette ik de fiets tegen de kant en ik ging zitten. Nadenken. Ik ging nadenken over wat ik ging doen, wat mijn plan is. Ik wilde bellen naar mijn moeder maar ik heb mijn mobieltje niet meer gezien sinds dat ik in de auto zat met Tarik. Zou Soufiane zich zorgen maken om me? Is hij al uit het ziekenhuis? Mist hij me? Al die vragen spookten rond in mijn hoofd en het feit dat ik er geen antwoord op kon geven, irriteerde me mateloos.

Ik stond op en reed de straat op. In de hoop dat ik ergens kan liften.
Yes! Er stopte een auto bij me. "Lekke band?" vroeg ze. Het was een meisje rond de 24, ze leek erg aardig en spontaan. "Kom, stap in!" zei ze in haar onherkenbare accent. "Welke stad is dit?" vroeg ik haar uit schaamte. Ze keek me verward aan, met gefronste wenkbrauwen. "Je weet niet waar je bent? Dit is Brugge, lieverd." Ik schrok. Brugge? Hoelang heb ik geslapen joh.. "Waar moet je zijn?" vroeg ze me. Ze wilde er duidelijk niet verder op ingaan.. het feit dat ik niet wist waar ik was. "Leuven, maar daar kan je me waarschijnlijk niet afzetten?" vroeg ik haar aarzelend. "Hmm niet echt. Ik ben wel onderweg naar Brussel, vanuit daar kan je de bus pakken naar Leuven. Heb je geld op zak?"Ik schudde mijn hoofd."Ik zal je straks 5 euro geven, maar die moet je gebruiken voor de bus te betalen, oké?" zei ze vriendelijk. Dit kan ik toch niet aannemen? Ze heeft me al meegenomen, dat is genoeg. Ik schudde mijn hoofd en bedankte haar. "Je hebt al genoeg voor me gedaan." glimlachte ik. "Nee meid, ik sta er op! Ik zal je wat meer geven want je zult waarschijnlijk honger hebben." ging ze verder. Ze was zo vriendelijk, ik kon het niet geloven! Er zijn dan toch goedaardige mensen op de wereld.
"Ik ben Noor." zei ik om van onderwerp te veranderen. "Céline. Aangenaam." lachte ze haar tanden bloot. "Mijn zusje heet Nora, toeval!" zei ze. Ik knikte. Wat is er gebeurd met de sociale Noor? De Noor zonder vijanden? Ik was alles behalve sociaal en ik ben ontvoerd geweest! Had ik dan toch vijanden? Aangezien dit een lange rit ging worden, vertelde ik Céline het hele verhaal. "Je moet naar de politie gaan hoor schatje." zei ze.

Aangekomen in Brussel.
"Zo hard bedankt voor alles dat je gedaan hebt voor me. Die heb je van me tegoed.." zei ik "Je hebt me opgepikt, naar me geluisterd en getroost, dat had ik echt even nodig." en ik greep naar de deuropening om uit te stappen. "Noor wacht, ik vergat je bijna geld te geven!" Op het station zag ik de bus richting Leuven. Als ik snel loop, kan ik die misschien nog halen.

Leuven
Ik kwam aan en ging rechtstreeks naar het ziekenhuis. Daar aangekomen vroeg ik aan de secretaresse of Soufiane nog steeds een patiënt is daar. "Hij is deze ochtend vertrokken, juffrouw. Normaal ging hij nog een dag blijven maar hij leek nogal overstuur dus lieten we hem gaan. Hij heeft het recht om het ziekenhuis te verlaten wanneer hij dat wil aangezien hij genezen verklaard is door de dokter." zei ze aan 1 stuk door. Ik maakte vuisten van mijn handen en ging weg zonder dag te zeggen. Dan maar naar het park, waar we elkaar altijd zien.Ik zag iemand zitten op het bankje met zijn handen in zijn haren. Ik herkende hem, het was Souf! Ik rende huilend naar hem toe. Hij zag me aanrennen en stond op, hij nam me in zijn armen en pakte me stevig vast. "Waar was je! Ik maakte me echt niet normaal veel zorgen! Je kwam niet meer langs, je liet niets meer van je horen, ik probeerde je zoveel keer te bereiken maar kwam steeds uit op antwoordapparaat. Waar was je!" ratelde hij door. Ik kreeg geen woord uit mijn mond, het enige dat ik nu wilde is dat hij mij stevig vasthoudt en belooft dat alles weer wordt als eerst. Dat dit eenmalig was.


Tarik's perspectief 💢

Shit! Noor wat doe je toch! Ik remde hevig en reed snel achteruit. Langs mij zoefde er een wit busje voorbij, alsof hij gehaast was. Hoe meer ik achteruit reed, hoe sneller het besef kwam dat Noor nergens meer ligt. Ik stapte uit en zocht haar als een gek maar zonder resultaat. Ze was nergens meer te bespeuren. Iets zei me dat dat wit busje er iets mee te maken heeft maar dat was gewoon mijn verbeelding die op hol sloeg. Wie zou haar meenemen? Wij hebben geen vijanden. Soufiane! Ik heb het haar gezegd eh, ik heb haar gewaarschuwd. Ik vertrouw die jongen voor geen haar! Ik wil het beste voor haar ook al is zij niet mijn echte zusje.. Zo voelt het wel aan. Doorheen al die jaren waarin wij samen opgroeide, hebben wij een sterke band gecreëerd. Die wil ik niet kapot laten maken door 1 jongen. Met die gedachte stapte ik furieus mijn auto weer in. Opzoek naar mijn zusje. Ik moét haar vinden! Maar waar begin ik.. Deze dag is helemaal anders verlopen dan dat ik verwacht had. Ik zou rustig met haar gaan eten. Ik wilde haar het grote nieuws vertellen..2 Dagen gingen voorbij. Ik hoorde niets van mijn zusje, niets! Mijn ouders had ik wijsgemaakt dat ze bij Nesrine is gaan slapen. Mijn moeder geloofde me niet direct, ze beweerde dat Noor en Nesrine ruzie hebben.. Het was echt moeilijk om haar over te halen.
Ik heb Soufiane ondertussen een bezoekje gebracht in het ziekenhuis. Ik heb zitten dreigen en riep waar Noor is, maar hij wist van niets. Hij was zelf ongerust. Of het nu komedie was of niet, daar kom ik nog wel achter.


Noor's perspectief 💢

Ik ben enorm opgelucht en gelukkig dat ik weer in de ogen kan kijken van Soufiane, dat ik zijn warmte weer kan voelen. Dit mag voor mij eeuwig duren. Zo het gevoel hebben dat er iemand is die me beschermd, die er altijd voor me zal zijn.
Nadat ik hem vertelde over mijn gruwelijke nachtmerrie waarin ik afgelopen 2 dagen geleefd heb, troostte hij me en zorgde hij dat ik alles in een oogwenk vergat. "Waarom verliet je het ziekenhuis zo vroeg? Je hebt een operatie gehad aan je hart!" vroeg ik uit zorgen. "Ik moest weten waar je was. Hoe kan ik zonder je leven? Jij bent mijn hart." antwoordde hij. Ik vond het gek. Als hij mij wilde zoeken, wat deed hij hier dan? Met zijn gezicht in zijn handen? Ach.Mijn buik maakte een driedubbele salto en mijn hart miste een slag. Ik streelde over zijn wangen, kwam dichter bij hem en gaf hem een kus op zijn zachte, volle lippen. We keken elkaar aan en glimlachten. "Kom, ik breng je naar huis. Mijn auto staat daar geparkeerd." Ik ging akkoord.

Toen we bij de auto kwamen zocht Soufiane naar zijn sleutels maar die vond hij niet. "Schat, ik denk dat ik mijn sleutels ben vergeten op het bankje. Blijf jij hier staan, ik ben zo terug." Ik knikte en hij gaf me een snelle kus op mijn wang. Ik ging tegen de motorkap staan met mijn benen en armen over elkaar tot er op een gegeven moment een wit busje voor me stopte. De deur zwierde open en er sprongen twee mannen in het zwart gekleed uit de auto. Ik gilde zo hard ik kon in de hoop dat Soufiane me zou horen. Ik deed zo hard mijn best om te ontsnappen maar ze hielden me te stevig vast. Ze sleurde me in de auto en vlak voor ze de deur dichtsloegen, zag ik Soufiane aanlopen. Ik zag de blik van wanhoop in zijn ogen. Mijn nachtmerrie begon opnieuw.

Mijn pad.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu