)(1)(

1.7K 88 13
                                    

Een blind meisje?! De volgende Luna?! Dat werd bij mijn geboorte gezegt. Ja ik ben blind. En ik ben een wolf. Een witte, blinde wolf. Mijn vader is de Alpha en mijn moeder stierf bij mijn geboorte. Mijn blindheid weer hield me er niet van om alles te doen en te leren wat iedereen kon doen. Maar alleen zijn mijn reuk, tast en gehoor veel sterker. Ik ruik al op verre afstand een wolf. En meestal ruik ik uit welke roedel hij of zij komt. Ik heb veel vrienden. Ze helpen me graag. Maar mijn beste twee vrienden blijven toch wel Fay en Mickey. Ze zijn even oud en zijn neef en nicht. Mickey is de zoon van de Bèta. Ik heet trouwens Floor. Of Floortje. Mijn vader, Mickey en Fay noemen me vooral zo. Ik ben nu achttien en ben de baas over mijn wolf. Nu lig ik in bed. Ik weet dat mijn vader weg is want ik ruik hem niet. Ik sta op pak ren trui en trek die over mijn hoofd heen. Ik loop op blote voeten de trap af. Zodra ik de koude tegels voel ruik ik dat iemand naar het huis loop. Het is mijn vader. Hij opent de voordeur en sluipt een stukje dus ik zeg: 'ten eerste ik rook en hoorde je al. Ten tweede: ik ben al wakker.'

Hij komt de woonkamer inlopen. 'Goedemorgen Floortje' zegt hij.

'Goedemorgen' zeg ik.

Hij loopt naar me toe, pakt mijn hoofd tussen zijn handen en geeft een kus op mijn hoofd. 'Pap' zeg ik 'je ruikt naar bloed.'

'Ik weet het' zegt hij 'ik heb wat rogues weg gejaagd.'

Ik knik, 'nog iets gehoord van de Red moonroedel?'

'Moonrock is overvallen en is niet meer.'

Ik knik, 'komen ze hierheen?'

'Als dat zo is zal ik jou koste wat het kost beschermen.'

Ik glimlach. 'Wat wil je eten' vraagt hij.

'Geroosterd brood met suiker' zeg ik.

Hij laat me los en loopt naar de keuken. Ik volg zijn geur en tel hoeveel stappen vanaf het moment dat ik de koude tegels voel. Vijf, vier, drie, twee, één... stoel. Ik pak de stoel en ga zitten. Het is belangrijk voor mij dat alles op dezelfde plek staat. Dat vind ik fijn want dan weet ik waar alles staat. Ik tel veel. Vooral stappen. Ik hoor het oude, roestige broodrooster en weet dat mijn vader snel klaar zal zijn. 'Zijn Mickey en Fay al wakker' vraag ik.

'Niet dat ik weet' zegt hij 'ik heb ze nog niet gezien.'

Ik knik. Ik hoor het belletje en ik hoor hoe mijn vader een bord pakt. Daarna hoor ik voetstappen en mijn vader die een bord neerzet voor me. 'Alsjeblieft' zegt hij.

'Dank je pap' zeg ik 'je bent de beste.'

Hij gooit mijn haar door de war en ik begin met eten. Wanneer ik net klaar ben ruik ik dat Mickey en Fay naar het huis lopen. 'Drie... twee... één' fluister ik.

Ik steek mijn vinger op. Ik hoor hoe de voordeur opengaat en Fay roept: 'Floortje!'

'Keuken' roep ik.

Ik hoor hun voetstappen. Ze blijven in de deuropening staan en ik hoor ze zeggen: 'Alpha.'

'Kids' zegt mijn vader.

Ik sta op en Fay loopt naar me toe, 'hey Fay.'

'Hey Flo.'

'Zullen we rennen' vraag ik.

'Ja' zegt Mickey. 'Ehm... alpha?'

'Ga maar' zegt mijn vader 'jullie letten vast wel op haar.'

'Natuurlijk' zeggen ze.

'tot straks' zeg ik 'pap.'

Fay steekt haar arm door mijn arm en we lopen naar buiten. Buiten ruik ik dat er weinig mensen zijn. De meeste zijn binnen. Ik ruik de heerlijke lentegeur. De bomen, bloemen en nog meer. Fay laar me los en ze zegt: 'oké. Op drie. Drie...'

'Twee' zegt Mickey.

'Eén' zeg ik.

We transformeren. Fay gaat voor me staan en ik volg haar geur. Mickey gaat naast me rennen weet ik. Dat doen we altijd. Zo ben ik veilig. Ik hoor wanneer Fay springt. En opeens ruik ik een andere geur. Een geur die mij de stuipen op het lijf jaagt. Ik ruik dat het ver weg is maar dichter bij komt. Snel. En ze zijn met veel. Ik mindlink mijn vader: 'pap ik ruik vijanden. Redmoon.'

'Waar ben je?'

'Fay' roep ik 'waar zijn we.'

'Grote eik. Waarom?'

'Ik ruik de vijand.'

Ze staan stil en ik dus ook. 'Grote eik' zeg ik via de link 'noordwest. kwartier.'

'Ga naar huis.'

Ik verbreek de link en zeg: 'we moeten weg.'

We beginnen terug te rennen maar al snel hoor ik gegrom achter ons. 'O nee' fluister ik.

'Ze zijn dicht bij' zegt Mickey 'ren door. Ik blijf hier.'

Fay stopt opeens met rennen. Ik bots tegen haar aan. Ik hoor Mickey en Fay grommen. Ik ruik zeven andere wolven. 'Kijk... kijk... kijk' hoor ik één van hen zeggen.

Ik hoor in zijn stem dat hij nogal geamuseerd is.

Blind wolfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu