11. Verstikt jou in zijn klauwen

271 16 6
                                    

Aarzelend liep ze een gebouw binnen. Het eerste wat ze zag bij het binnenkomen was een groot immens bruine deur. Ze raakte de klink aan. Een schok ging door haar hele lichaam. De klink was ijzig koud en ze wist niet wat er achter de deur schuilde. Ze vond het best spannend. Ze raakte de klink nogmaals aan. Deze keer kreeg ze hem naar beneden. Voorzichtig duwde ze de deur open. Nieuwsgierig keek ze de ruimte binnen. Verschillende dingen zag ze, maar bovenal: ze zag hem. Ze zag zijn kleren, helemaal gescheurd. Waarschijnlijk doordat hij tegenwerkte tegen zijn ontvoerders. Ze keek naar zijn gezicht. Bedroefd was hij. Hij miste iemand. Miste hij haar? Net zoals zij hem had gemist? Hij draaide zijn hoofd naar haar toe. Een wonderlijk moment ontstond. Ze keken in elkaars ogen. De tranen kwamen in haar ogen. Eindelijk had ze hem gevonden. Eindelijk. 

Hij keek eerst blij. "Charlie," zei hij opgelucht. Hij was echt blij haar te zien. Maar stilaan veranderde zijn ogen in grote rode ogen. Zijn gezicht veranderde mee in een groene kleur. Hij werd veel groter. Zijn gezicht nog het meest. Grote immense angst was in haar ogen te lezen. Haar tranen waren nu niet van geluk. Ze werd bang. Bang van zijn monsterachtig lichaam. Van zijn monsterlijk gezicht. "Charlie," herhaalde hij. Deze keer op een gruwelijke angstaanjagende kwade manier. Haar tranen rolden over haar wangen. "Neen!" Schreeuwde ze. "Jij..." Nog steeds op een kwade gruwelijke manier. "Neeeeen!" schreeuwde ze alweer. "Doe me niets alsjeblieft!" Ze smeekte zelfs. Zijn armen en handen stak hij uit naar haar toe. Hij wankelde naar haar toe. "Jij was met Robin. Je gaf geen aandacht aan me. Het is jouw schuld dat ik hier zit. Ik wil je niet meer zien. Nooit meer zelfs." Hij was kwaad. Hij was een monster. Hij wankelde nog steeds naar haar toe. Ze schreeuwde, ze smeekte om te stoppen. Haar tranen kwamen er langs alle hoekjes en kantjes van haar ogen uit. Ze wou dit niet beleven. Wat was er met haar maatje gebeurd? "Sorry," riep ze tussen al haar tranen door. 

Maar hij kwam steeds dichterbij. Zijn handen op haar keel gelegd. Langzaam kneep hij in haar keel. "Het is te laat," zei hij met een nog steeds monsterachtige stem. "Het is jouw schuld. Je zal er voor boeten." Ze huilde en weende maar door. Haar dood kwam meer en meer dichterbij. Zo kende ze Jimmy niet meer. Dat was toch haar maatje niet? Zo was hij toch niet?   

Ze kwam recht te zitten in haar bed. Ze wreef met haar vingers over haar ogen. Ze waren helemaal nat. Waarschijnlijk doordat ze had gehuild in haar slaap. "Jimmy," stamelde ze. Ze was helemaal niet goed van haar nachtmerrie. Het liefst wou ze deze droom snel vergeten. Maar dromen betekenen iets, wist ze. 'Ben ik dan echt schuldig?' Vroeg ze zich af. 'Het is wel mijn fout. Ik zag zijn signalen niet. Ik ging met Robin. Ik liet hem links liggen. Het is allemaal mijn schuld. Ik had beter daar gezeten, niet hij.' Ze pakte haar konijnenpet terug bij zich. Ze legde zich neer op bed en huilde zachtjes verder. Wat mistte ze haar maatje zo. Kon ze maar snel weten waar hij was. 

Tegen de vroege ochtend kwam ze terug wakker. Gelukkig wat rustiger geslapen na haar nachtmerrie. Blijkbaar in slaap gehuild en ze lag nog steeds in dezelfde houding. Ze dacht terug aan haar nachtmerrie aan het begin van de nacht. Alweer voelde ze zich schuldig. 'De anderen hoeven niets te weten van mijn nachtmerrie. Ze gaan toch zeggen dat het maar een droom was, dat dit niets betekende,' bedacht ze. Dus ze probeerde haar acteermasker op te zetten. Ze probeerde te denken aan leuke dingen. De shopnamiddag met Mila bijvoorbeeld. Een lach kleurde eventjes haar gezicht. Snel sprong ze uit bed en maakte zich klaar voor de repetitie met haar vrienden.  

Als eerste stond ze aan de groene poort van het DAM. Veel te vroeg natuurlijk. Een uur te vroeg zelfs. Maar thuis wou ze niet blijven. Daar zou ze toch constant denken aan Felix, Jimmy, aan Jimmy's verdwijning en aan haar nachtmerrie. Ze wou aan iets anders denken, dus besloot ze maar om al naar het DAM te gaan. Hopend dat ze haar gedachten wat kon verzetten. Integendeel, ze dacht nog steeds aan haar nachtmerrie. Ze zag nog steeds het monsterlijk gezicht van Jimmy voor zich. En ze werd er alweer bang van. Waarom kon ze niet blij zijn? Waarom lukte het deze keer niet om een masker op te zetten en haar verdriet te verbergen? 

Ze probeerde te denken aan gisteren, toen ze ging shoppen met Mila. Dat was heel leuk en wou ze best nog eens opnieuw doen. Ze dacht aan de dingen wat Mila meldde aan haar. 

"Hoe wist je eigenlijk waar Jonas was vorig jaar?" Vroeg Charlie aan Mila. "Euhm, dankzij de geesten," antwoordde Mila, "18 Voor Altijd heeft me daarbij geholpen." Charlies gezicht keek een beetje kwaad. Waarom gaven de geesten haar geen clue waar Jimmy is? Waarom kon zij Jimmy niet vinden dankzij de geesten?

Dat was wat haar ook irriteerde. Ze vond het niet fijn dat de geesten Mila hielpen, maar haar niet. Ze wou dit vandaag eens vragen in de kelder. Misschien kreeg ze wel reactie van hen. Al snel werd haar gedachten verstoord door Jonas en Alex. Beiden kwamen ze al lachend gehuppeld naar het DAM toe. "Goedemorgen Charlie!" Riep Alex enthousiast. "Dag Charlie," zei Jonas een pak rustiger dan Alex. "Is Mila er nog niet?" Charlie knikte van neen en keek Jonas bevragend aan. Meestal was hij degene die wist waar Mila zich bevond. "Vreemd, ze stuurt me ook geen SMS terug. Waar zou ze zijn?" Jonas maakte zich zorgen. Waar was zijn Mila? 

Dank je wel om mijn verhaal te lezen. Jullie zijn allemaal top! Je weet, ik hou heel erg veel van reacties, en ook van likes natuurlijk. :) Liefs van Bieke 

Alles begint opnieuwWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu