+ 1 +

3.4K 120 25
                                    

'Emma' roept mijn broer.

Ik kreun en draai me nog een keer om. 'Emma' roept hij weer.

'Wat' roep ik terug.

'Schooltijd' roept hij.

Ik kijk op mijn wekker. Fack! Al bijna acht uur. Ik spring uit bed en kleed me aan. Ik sprint naar beneden. Mijn broer houd mijn schooltas vast. Ik gris hem mee en we lopen naar buiten. De auto staat al klaar. Mijn broer rijd ons naar school. Daar ren ik meteen door naar mijn les. Eigenlijk mag rennen niet maar ja... Ik ben te laat op mijn eerste schooldag! Dus ik vind het geoorloofd!

Ik heet trouwens Emily maar iedereen noemt me Emma. Ik ben een zestien jaar oude weerwolf en heb blond, lang haar en blauwe ogen. Mijn broer is achttien. Zijn naam is Rick.

Ik kom bij mijn klaslokaal en trek de deur open. De klas en de leraar kijkt me aan. De meeste kinderen kijken me grijnzend aan. 'Zo miss De Wit' zegt de leraar, meneer Hendrikse, 'te laat op de eerste schooldag?'

'Ja meneer, het spijt me. Ik had me verslapen.'

'U moet niet denken dat ik dit vergeet. U mag dan wel de dochter van de Alpha zijn maar u bent net zo normaal als de rest. Ga snel zitten en laat me u niet meer waarschuwen.'

Ik ga snel naast mijn beste vriendin, Kira, zitten. Ze grinnikt, 'verslapen op de eerste dag?'

Ze schud haar hoofd, 'slechte smoes.'

Ik geef haar een zachte stomp. 'Goed klas' zegt meneer Hendrikse 'ik ben dus jullie mentor voor dit jaar en ik weet zeker dat jullie allemaal zullen overgaan.'

Hij wil verder praten maar we horen het bekende geluidje door de intercom. 'Beste leerlingen' horen we de rector zeggen, 'de Alpha heeft een mededeling. Hij zou jullie graag allemaal in de plaza zien.'

We staan op en lopen naar de plaza. 'Weet jij van iets' vraagt Kira.

'Nee' zeg ik, 'ik heb mijn pa vanmorgen helemaal niet gesproken.'

Mijn broer leunt tegen de muur bij de plaza. 'Zusje' zegt hij 'kom. Vader wil praten.'

'Wat is er dan' vraag ik terwijl ik mee loop naar het kantoor van mijn vader. 'Dat merk je zo wel' zegt hij.

'Mmh. Wist jij dit?'

'Nee. Pa was vanmorgen niet thuis zei ma. Hij moest naar de buurroedel.'

Ik knik. We komen bij het kantoor. Mijn broer klopt aan. 'Binnen' horen we onze vader brommen.

We lopen naar binnen. Onze vader zit achter zijn bureau. Voor het bureau staan twee stoelen. Op de ene stoel zit onze Bèta, Victor, en op de andere een man. Hij heeft grijs haar en groene ogen. Hij is een beetje gespierd en heeft een net pak aan. 'Vader' zegt mijn broer 'we moesten hierheen komen?'

Onze vader knikt. 'Dat klopt' zegt hij 'dit is Alpha Arnoud. De Alpha van de Blackmoonroedel.'

'Alpha' zeggen mijn broer en ik tegelijk.

De Alpha knikt kort als begroeting. 'De school in zijn roedel is gisteravond afgebrand door een paar rogues. Alle kinderen komen hierheen naar deze school.'

'Nu al' vraag ik.

'Nee morgen pas. Ik wil jullie erop voorbereiden. Daarom heb ik ook iedereen naar de plaza laten komen.'

Ik knik. 'En ze komen bij ons in de klas' vraagt Rick.

'Ja' zegt Alpha Arnoud, 'maar er komen ook leraren mee van onze school zodat ze ook van hun les kunnen krijgen.'

'Heeft u de rogues trouwens te pakken gekregen' vraag ik.

'Ja, ze krijgen nu straf.'

Mijn vader staat op. 'Laten we dit de rest maar gaan vertellen' zegt hij.

We knikken en lopen achter hem aan naar de plaza.

De kantine is een hele grote ruimte. Er zijn twee brede trappen naar een balkon. Er zijn daar nog een heleboel tafels en banken. Op de begane grond zijn ook nog een hele boel tafels en banken. Daar staan de meeste.

Heel de plaza staat vol met leerlingen. Ik en Rick gaan op een tafel zitten achter onze vader. Onze vader gaat bij de reling staan samen met Alpha Arnoud. De meeste leerlingen worden al snel stil. Het schoolhoofd vraagt al snel om stilte. 'Alpha' zeggen de kinderen tegelijk met hun hoofd gebogen.

Until He CameWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu