+ 20 +

1.5K 88 0
                                    

p.o.v Emily

Ik word wakker doordat er iets kraakt. Ik open mijn ogen kijk om me heen. Ik ben nog steeds in de kamer. Ik hoor de sleutels in het slot. Ik ga snel rechtop zitten. Nicolaas komt binnen. 'Goedemorgen miss Emily' zegt hij glimlachend.

'Goedemorgen' zeg ik, 'wat komt u doen?'

'Ik neem je weer mee naar mijn werkkamer.'

'Mag ik vragen waarom?'

'Omdat ik liever niet heb dat je ontsnapt en je vader me aanvalt en dood.'

Ik knik langzaam. 'Is er iets' vraagt hij.

'Ik wil weer terug' zeg ik zacht.

Hij zucht, 'ik heb in de brief geschreven naar je vader dat...'

'Naar de cel' onderbreek ik hem zacht.

Hij trekt zijn wenkbrauwen op. 'Je wilt terug naar de cel' vraagt hij verbaasd, 'waarom?'

'Ik wil naar mijn mate' zeg ik zacht, ' ik wil best zelf die ketenen weer omdoen.'

Hij grijnst een beetje. 'Zoals ik dus al zei: het is voor jullie beide een marteling. Maar dat je zo graag terug wil dat je gewoon weer zilveren boeien om zou doen uit jezelf vind ik best verbazend.'

Ik sla mijn ogen neer. Hij loopt naar me toe waardoor ik mijn rug tegen de muur aanduw. 'Ik doe niets' zegt hij, 'rustig maar. Ik wil je alleen meenemen naar mijn werkkamer. Ga je zelf mee of moet ik je dragen?'

'Ik loop zelf wel.'

'Ga je niet proberen om naar de cellen te rennen?'

'Nee.'

'Echt niet?'

'Ik beloof het.'

Hij knikt en loopt naar de deur. 'Kom' zegt hij.

Ik sta op en loop achter hem aan door de vervallen gangen. Als we in de werkkamer zijn doet hij weer de deur op slot. 'Zo weet ik heel zeker dat je niet weg kan' zegt hij terwijl hij naar het bureau loopt.

Ik knik en ga weer op de stoel zitten waar ik eerst zat. Hij begint weer te schrijven. Opeens vraag ik zacht: 'waar is de brief?'

Hij kijkt op. 'Welke bedoel je?'

'Die u gisteren naar mijn vader schreef' zeg ik.

'O die.'

Hij pakt een envelop en steekt die naar me uit. Ik sta op en pak de envelop aan. Ik maak hem open. Gelukkig zit die nog niet dicht. Ik begin de brief te lezen. daarna stop ik hem terug en leg het weer op het bureau. Daarna mindlink ik Jayden. "Jayden" zeg ik, "alles goed?"

"Ja, bij jou?"

"Ja, hij levert ons overmorgen uit tegen zijn zoon."

"Goed om te weten. Maar hoe weet je dat?"

"Ik mocht de brief lezen die voor onze ouders bedoeld is."

"Oké, maar tot die tijd blijf je gewoon bij hem."

"Hij laat me ook niet terug gaan naar jou. Dat vroeg ik net."

"O hon. Ik red me echt wel."

"Ja Jayden, dat weet ik en toch maak ik me zorgen."

"Ik maak me ook zorgen om jou hoor Hon."

"Dat verwachtte ik al."

'Emily' vraagt Nicolaas opeens.

'Ja' vraag ik zacht.

'Heb je honger' vraagt hij terwijl hij opkijkt.

Ik haal mijn schouders op, 'een beetje.'

'Ik ga iets te eten halen dan' zegt hij, 'en jij blijft hier. Duidelijk Emily?'

Ik knik. Hij staat op en loopt weg. Ik blijf zitten waar ik zit. Hij brengt me water en brood. Ik eet en drink het op. Ik blijf de hele dag lang met Jayden praten via de mindlink. 's Avonds brengt Nicolaas me weer naar de kamer. Ik val al snel in slaap. Mindlinken vergt veel energie. Zeker als je het een hele dag doet!

Until He CameWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu