De volgende dag neemt hij me weer mee naar de werkkamer. De volgende dag neemt hij me mee terug naar de kerkers. Het liefste wik ik meteen door rennen naar de cel waar Jayden nog steeds inzit maar dan zal Nicolaas zilveren boeien omdoen bij me. Hij opent de cel. Ik kan me niet meer inhouden en ren naar Jayden. Hij is vreselijk verzwakt zie ik. 'Jayden' zeg ik bang en bezorgd.
'Hey hon' zegt hij.
'Dit is mijn schuld' zeg ik, 'dat mindlinken heeft je enorm uitgeput.'
'Nee, nee dat is het niet hon.'
Nicolaas trekt me omhoog hij begint Jayden los te maken. Hij trekt ook Jayden omhoog. Hij trekt ons beide mee naar boven. 'Luister even' zegt hij, 'jullie kleden je uit en ik draai me om. Waag het eens om weg te rennen.'
We knikken en hij draait zich om. Ik kleed me uit en Jayden ook. We transformeren snel naar onze wolven. Jayden en ik gaan voor hem staan. Hij heeft touw vast. Jayden mindlinkt hem: "Wat gaat u daarmee doen?"
"Ik bind dit om jullie nek. Zo kunnen jullie niet wegrennen."
Hij loopt naar ons toe en bind om ieder van onze nekken een stuk touw. Hij neemt de touwen in zijn mond en transformeert naar zijn wolvenvorm. We rennen met hem mee door het bos. Ik weet nog steeds niet waar we zijn. Maar ik begin dingen te herkennen. Zoals stenen waar in gekrast is. Door mij soms zodat ik de weg altijd terug vond. We komen bij de plek precies in het midden van de weg tussen mijn huis en de snackbar van Paul. Hij mindlinkt ons: "zit."
Ik ga zitten. Jayden ook. We wachten. Na een tijdje komen mijn vader, Jaydens vader en mijn broer aanlopen. Er loopt nog een andere wolf bij waarvan ik niet weet wie het is. Ze transformeren allemaal terug en doen kleding aan. De wolf die ik niet ken heeft dezelfde oog en haar kleur als Nicolaas. Nicolaas transformeert ook terug. 'Goedemorgen Alpha Marcus' zegt hij grijnzend.
'Morgen' zegt mijn vader, 'maak ze los!'
'eerst mijn zoon.'
Mijn vader knikt en duwt de jongen iets naar voren. De jongen loopt naar Nicolaas toe. 'Vader' zegt hij, 'dank je.'
Nicolaas knikt kort en laat de touwen los. Jayden en ik rennen naar onze vader. Mijn broer maakt de touwen los en ik transformeer achter hem terug. Ik kleed me razendsnel aan. Ik val Jayden om de hals. Zijn huid is nog steeds rood en gezwollen door de zilveren boeien. 'En nu gaan jullie van mijn terrein' gromt mijn vader, 'en waag het eens om jullie hier ooit nog eens te laten zien!'
'Zoals u wilt Alpha' zegt Nicolaas grijnzend.
Hij rent samen met zijn zoon weg. Mijn vader draait zich om naar ons. 'Heeft hij jullie pijn gedaan' vraagt hij meteen.
We schudden ons hoofd. 'O nee' vraagt Alpha Arnoud terwijl hij naar de huid van Jayden wijst, 'dat denk ik anders wel.'
'Vader' zegt Jayden, 'het was niet erg.'
'Dat was het wel voor jou' zeg ik.
Hij kijkt me aan, 'ik zei toch dat ik me wel zou redden hon.'
Ik knik langzaam. 'Kom' zegt mijn vader, 'we gaan naar huis. Jullie moeders zijn heel ongerust.'
We lopen naar huis. Mijn vader is wel aan het mindlinken de hele tijd zie ik aan zijn ogen. Na een tijdje zegt hij: 'beide rogues weer gevangen. De jongen nemen we dus op in de roedel Rick.'
Mijn broer knikt. als we thuis komen kunnen we niet eens zelf de voordeur open doen want mijn moeder doet de deur open en Luna Hilde trekt jayden in een omhelzing. Mijn moeder doet dat bij mij. 'O meisje' zegt ze zacht, 'alles goed?'
Ik knik, 'ja mam. Alles goed.'
Ze pakt mijn hoofd tussen haar handen en glimlacht. 'Iedereen was heel bezorgd liefje' zegt ze.
'Dat weet ik.''Kom' zegt ze, 'er waren nog wat mensen heel bezorgd.'
Ik loop mee naar binnen en word meteen overvallen door Kira. Ze omhelst me. 'Wow' zeg ik, 'Kier.'
Ze snikt een beetje. 'Hey' zeg ik, 'what's wrong?'
'als ik daar was geweest dan.. dan...' mompelt ze.
'Jij kon er toch niets aan doen? Ze waren met veel hoor Kier.'
Ze kijkt me aan en glimlacht. Ik glimlach terug. Al onze vrienden zijn er. Ze blijven tot laat en daarna gaan Jayden en ik slapen. Maar omdat ik nachtmerries heb sluip ik naar Jaydens kamer toe. Ik klop zachtjes aan. Jayden doet even later open. Hij lijkt niet echt wakker tot hij mij ziet. 'Emma' vraagt hij bezorgd, 'is er iets'
'Ik kan niet in slaap komen.'
'Ah, kom.'
Hij pakt mijn hand en trekt me op het bed. De deken is heerlijk zacht. Hij trekt me tegen zich aan en zo val ik in slaap.
JE LEEST
Until He Came
WerewolfHoi mijn naam is Emily. Maar noem me maar Emma. Ik heb een goed leven. Ik woon in een groot huis met mijn broer en ouders. We zijn best rijk en ik ben niet bijzonder vind ik zelf. Ik heb best wat vrienden en mijn mate heb ik nog niet ontmoet helaas...