+ 16 +

1.5K 93 0
                                    

p.o.v Emily

Ik zit nog steeds in de cel. De boeien doen veel pijn op mijn al verbrande huid. Ik weet nu ondertussen dat als ik iets naar voren schuif er een soort kier zit tussen twee grote stenen zodat ik naar Jaden kan kijken. Gelukkig raken de boeien mijn huid dan niet meer of minder dan eerst. 'Jayden' zeg ik zacht, 'gaan we hier ooit uitkomen?'

'Mijn vader en jouw vader gaan ons hieruit halen' zegt hij, 'ze zijn goede Alpha's en hebben, na de roedel van de koning, de beste wachters. We komen hieruit.'

'Jayden ik... wat ik zei gisteren dat je... jij zei dat ik van...'

'Sst, niet hier. Dat was allemaal mijn wolf. Ik heb gewoon geen controle over mijn wolf. Misschien kun jij dat veranderen.'

'Ik kan het proberen' zeg ik een beetje glimlachend.

Hij gniffelt. We horen weer de ijzeren deur en ik schuif terug. De man komt weer voor mijn cel staan. 'Hallo Emily' zegt hij grijnzend.

'wat wilt u?'

'Ik denk wel dat je eten wil, of niet?'

'Als u wil dat mijn vader geen klopjacht start zou ik als ik u was ons wel eten geven.'

Hij opent de cel met een rubberen handschoen. Hij loopt een stukje naar me toe en zet een bord neer met eten. 'Dank u' zeg ik.

Hij loopt de cel weer uit en gaat naar Jayden. Dat geeft hij ook eten aan Jayden en daarna loopt hij de cel weer uit. 'Goede nacht' zegt hij grijnzend.

Daarna loopt hij weg. Ik pak het eten en eet het op. Het smaakt nergens naar maar ik moet eten. Anders gaat het mis! 'Jayden' zeg ik, 'ga je het testen?'

'Nee, die rogue moet ons een beetje vertrouwen. Als ik het ga testen zal hij denken dat ik wil ontsnappen. Dat kunnen we niet gebruiken.'

'Nee ik snap je.'

'Oké, fijn.'

'Hoe lang zullen we hier nog zitten?'

'Wel een tijdje waarschijnlijk.'

'Mijn vader is vast al opzoek maar hij zal ons hier niet vinden. We weten zelf nog niet eens waar we zijn!'

'En daar komen jullie ook niet achter' horen we.

We kijken richting het geluid. De man staat weer voor de tralies. 'Hoe kunnen we u niet kunnen horen aanlopen' vraag ik verbaasd.

'Ik had de deur open laten staan en ik ving jullie gesprekje op.'

'Ik wil een deal sluiten met u' zegt Jayden.

'Die is?'

'Maak haar los.'

'Los?'

'Ja, bevrijd haar van die ketenen.'

'Waarom zou ik haar wel bevrijden en jou niet?'

'Maak haar gewoon los alstublieft.'

'Waarom zou je dat doen? Ze is maar de dochter van een andere Alpha. Of is er meer?'

'Nee' zeggen we tegelijk.

Hij opent mijn cel en loopt naar me toe. Ik schuif verder achteruit en duw mijn rug tegen de muur. Hij hurkt voor me neer. 'Niet bang zijn Emily, ik doe je niets als je me de waarheid zegt.'

'We liegen niet. Er is niets meer aan de hand.'

Hij trekt een beetje aan de ketenen. Ik piep zacht. Mijn huid sist door het zilver. 'Er is niets' piep ik zacht, 'echt niet! Alstublieft!'

Hij fronst en laat de ketenen los. 'Ik maak je niet los, je liegt.'

Hij staat op. 'Niet waar' roept Jayden, 'er is niets!'

'U Alpha geeft niets om wie dan ook! Behalve uw...'

Hij kijkt naar mij, 'uw mate.'

Until He CameWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu