Hoofdstuk 9; de missie

118 11 5
                                    




"Hoe bedoel je vannacht?"

Eerlijk gezegd was ik er vanuit gegaan dat de missie maar een middagje ging duren. Maar nee. We gingen er de hele nacht over doen.

Héél fijn.

"Natuurlijk. We willen niet dat mensen ons opmerken, je gaat immers de wereld in. Bovendien wil je niet dat de smerissen je te pakken krijgen, nadat je korte metten hebt gemaakt met je doelwit."

Ik staarde hem lichtelijk verbluft aan. Hij bracht het alsof we even boodschappen gingen doen. Voor zover ik weet had ik net gehoord dat ik de frisse buitenlucht weer zou voelen, met als tevenprijs een mensenleven. Mijn maag trok samen.

"Ik moet iemand gaan.. vermoorden?"

Hij knikte.

"Ja, dat is wel de bedoeling. Omdat dit je eerste keer is, is het maar een internetnerdje. je weet wel, van die pedo's. We gooien je heus niet meteen in de diepte."

Ik kon mijn afschuw niet meer van mijn gezicht houden. Alsof ik me dáár druk om maakte! Het ging om een mensenleven, hoe verschrikkelijk dat mens ook mocht zijn. Ik kon er niet aan denken dat ik iemand zou moeten vermoorden.

Ik kon niet onder woorden brengen hoe ik me toen voelde. Hoe moet je überhaupt op zoiets reageren? Dat is toch idioot?

Maar toen dacht ik aan Talea. Ik kon haar niet achterlaten. Ik moest dit doen.

Ik rechtte mijn schouders en zuchtte.

"Het moet dan maar. Vertel me maar wat ik moet weten."


*

"Wow, ik ben wel trots op je. Ik bedoel, je gaat ten eerste uit jezelf je kamer uit, en dan werk je ook nog mee. Heb je soms toch overtuigd?"

Jake grijnsde schaapachtig toen hij dat zei, en ik zond hem een dodelijke blik. Hier had ik dus géén zin in.

"Klootzak." mompelde ik.

"Sorry? Heb je nooit geleerd dat schelden niet netjes is?"

Ik bedacht me dat Jake waarschijnlijk nerveus was. Ik denk niet dat hij anders zo 'grappig'zou lopen doen.

"Zeg nou maar gewoon waar we moeten zijn."

Zijn gezicht betrok even, en hij haalde zijn hand door zijn haar. Jammer dan. Ik heb geen zin in een gesprek.

"Natuurlijk, het is jouw missie. Hierheen."

Hij boog af naar rechts en ik volgde. De steegjes waren donker en er waaide een koud briesje. Ik was blijer dan ooit om weer buiten te zijn, maar ik voelde me niet vrij. Ik voelde de chip in mijn pols meer dan ooit. Als hij niet zo diep zat, had ik hem er misschien wel uitgesneden. Zou ik daar de moed voor hebben? Het zal uiteindelijk misschien wel noodzakelijk zijn, wilde ik met Talea ontsnappen. Maar nu was die kans uitgesloten.

Er liep een man met een hond langs. Jake knikte naar hem, en de man bromde een soort van hallo. Voor hem waren we gewoon een stelletje tieners die 's avonds laat over straat liepen.

Het was raar om weer normaal te zijn.

We stonden stil achter een schutting. Het hout was verrot en vol met gaten. Ik vroeg me af of we het even omver moesten trappen, toen Jake de poort opendeed.

Natuurlijk.

Ik had verwacht dat dat ding enorm zou kraken, maar hoewel hij bijna uit zijn scharnieren viel, bleef hij stil. Jake gebaarde dat we naar binnen gingen, en ik knikte. Ik liet het liever niet merken, maar ik was best bang. Ik probeerde de gedachte dat ik iemand moest vermoorden zo ver mogelijk bij me vandaan te houden.

The RewriterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu