7. De familie De la Ruelle.

253 14 0
                                    

'Wat is er gebeurd?' Vraagt Allison zodra ze me kamer inloopt en Owen op me bed ziet liggen. 'Hij is aangevallen door de Skliros. Ze hadden hem in deze vorm op school achtergelaten.' 'Waar heb je hem dan gevonden?' 'Het wiskundelokaal na de les. Toen ik bezig was met Owen hebben ze een bericht achtergelaten op het bord.' 'Wat voor bericht?' Ik kijk Allison twijfelend aan. 'Zeg het Belle.' 'Best. Ze zeiden dat ze me niet gingen doden, maar me dierbaren zouden doden. Ze zeiden ook dat jij en Audrey moeten oppassen.' Zeg ik in één adem tegen Allison.  'Ik snap het niet, waarom zouden ze Owen wat aandoen? Je kent hem nog net.' 'Dat weet ik ook niet. Ik weet geeneens of Owen te vertrouwen is.' 'Wat hoor ik nou? Vind je dat ik niet te vertrouwen ben?' Owen komt overeind met een grijns op z'n gezicht. 'Ik weet het niet, ik ken je nog net.' 'Ik denk niet dat iedereen zomaar in een gevecht met de Skliros verwikkeld zou willen raken voor jou.'  'Waarom jij dan wel?' Vraagt Allison. Owen is stil en word rood. 'En hoe weet ik nou of je niet gewoon bij de Skliros hoort en dat dit alles een val is?' 'Isabelle kijk naar me. Ziet dit er uit alsof ik bij de Skliros hoor?' Owen doet zachtjes zijn shirt omhoog en laat de wond zien. 'Kate is a crazy bitch. Ze is van alles in staat.' 'Oke Belle genoeg. Stop met die argwaan en kijk naar hem!' Allison pakt het bloed dat ik had gevonden in de vriezer  uit me handen en geeft het aan Owen. 'Dankje. Is er tenminste iemand die me wel vertrouwt.' 'Ik heb niet gezegd dat ik je vertrouw maar je moet gewoon helen. That's it.' Gulzig begint hij met drinken. Als hij klaar is staat hij op en veegt zijn mond af. Ik bekijk hem van top tot teen en besef dat hij wel wat nieuwe kleding kan gebruiken. 'Allison blijf jij bij Owen dan haal ik even wat kleding voor hem.' Allison knikt en ik loop weg. Ik loop naar de kamer van Dylan en zoek een geschikte shirt en broek. Ik loop ook nog even naar beneden om eten te halen.

Ik open de koelkast en pak wat drinken. Ik schenk alles in en leg de bekers op een dienblad. Ik wil weglopen maar, ik krijg ineens zo een raar gevoel om me heen. Ik hoor voetstappen en ik ruik mensenbloed. Ik leg het dienblad neer en loop de keuken uit. Ik ren naar boven en volg het geluid. Ik hoor het steeds luider. Ik loop richting het geluid. Ik stop bij de kamer van Matt. Of nou ja, het zal zijn kamer worden als hij ooit terugkomt. Ik open de deur zachtjes en loop de lege kamer in. Niks te bekennen. Niemand kan zich zo snel verstoppen. Ik doorzoek de hele kamer, maar vind niets. Ik zucht en net wanneer ik het wil opgeven, schieten er zo een tien pijlen door het raam naar binnen. Het glas breekt en alle pijlen komen op mij af. Ik buk en zie hoe alle pijlen in de muur achter me terechtkomen.

Nadat alle pijlen zijn afgeschoten blijf ik nog even liggen om bij te komen van de schrik en om er zeker van te zijn dat er niet nog meer pijlen zullen worden afgeschoten. Ik hoor Allison en Owen naar binnen rennen. 'Belle!' Allison ziet me liggen en wil naar me toe rennen. 'Blijf staan! Er kunnen er nog meer worden afgeschoten.' Na zo een minuut lang op de grond gelegen te hebben sta ik op. Ik loop naar het raam en check of er nog iemand buiten staat. Niemand. Alweer een aanval. Één in het bos en nu deze. Ik trek één van de pijlen uit de muur en bekijk hem. Alweer een pijl zonder symbool. 'Wie waren dat?' Vraagt Owen. 'Geen idee.' Allison haalt haal schouders op.  'Ik denk dat ik het wel weet.' 'Wie?' Vraagt Allison me meteen. 'Iemand die zich niet aan een afspraak wil houden. Kom op, we gaan onze Anthony even opzoeken.' 

Ik zet de auto stil en stap uit. Ik gooi de deur van de auto hard dicht en begin al op het grindpad te lopen. Owen haalt me in en houdt me tegen. 'Isabelle, waar zijn we?' 'Bij een familie die jaagt op bovennatuurlijke wezens.' 'Wat? Ben je gek geworden? Waarom gaan we naar jagers?' 'Je stelt teveel vragen Owen, loop gewoon door.' 'Belle, misschien moesten we hem niet meenemen. Owen is nog te zwak.' 'Hij wou zelf mee, dus moet hij er zelf maar mee dealen.' Kwaad loop ik verder. 'Belle, wacht en vertel het me gewoon!' Roept Owen. Ik sta weer stil en draai me nijdig om. 'Owen, wil je ons vertrouwen winnen? Dan stel je nu geen vragen en loop je mee!'

Ik kom aan bij de deur en doe geen moeite om aan te bellen. Ik schop de deur stuk en loop naar binnen. 'En, alweer een deur kapot. Hey Isabelle, leuk je weer te zien! Wat fijn dat je de deur kapot maakt. ALWEER!' Roept Bradley. 'Dit is niet het moment voor grappen Bradley. Waar is je vader?' 'Boven in zijn kantoor, hoezo?' Zonder wat te zeggen loop ik naar boven. 'Wacht hij is in gesprek!' Roept Bradley terwijl hij ook met ons meeloopt. 'Kan me niks schelen!' Ik loop tot aan het einde van de gang waar het kantoor van Anthony is. Ik kom aan bij de grote grijze deur en ga zonder te kloppen naar binnen. Ik loop gelijk naar zijn bureau toe. 'Hoe moeilijk is het om je aan één afspraak te houden? Eentje maar! We zouden geen problemen veroorzaken en jullie zouden niet aanvallen!' 'Waar heb je het over? We hebben niks gedaan.' Roept Bradley. 'Oh nee? Wat is dit dan?' Ik gooi de pijlen hard op het bureau van Anthony. Anthony pakt de pijlen op en bekijkt ze zorgvuldig. 'Ach Belle, is het zo moeilijk om ons te vertrouwen?' 'Best wel ja!' 'Dit zijn onze pijlen niet. Waarom denk je gelijk bij elke pijl dat wij het zijn? We hebben een deal gesloten en dat weet je zelf ook!' Zegt Bradley die zijn armen kruist. 'Misschien omdat jullie een tijd terug me dood wouden hebben?' 'Nu is dat niet meer zo, toch Bradley?' Zegt Anthony die Bradley kalmerend op de schouder klopt. Bradley kijkt me boos aan. 'Ga je ons bij elke aanval beschuldigen? Er zijn vast genoeg families die je dood willen hebben!' 'Ik zou jou anders nu wel dood willen hebben!' Ik ga tegenover Bradley staan en kijk hem met een vernietigende blik aan. 'Oke jongens, jongens. Laten we het rustig houden.' Zegt Allison die tussenbeide komt met haar armen tussen Bradley en mij. 'Waar bemoei jij je mee Allison? En wie is die gast?' Bradley kijkt naar Owen. 'Ik ben Owen.' Owen steekt zijn hand op. 'Wat doet hij hier?' 'Hij wou zelf mee oke?' Zegt Allison. 'Ik schud de arm van Allison van me af. 'Als jullie het niet waren, kennen jullie dan nog een familie jagers die in de stad zijn op dit moment?' Anthony kijkt me aan en dan naar de man waar hij mee in gesprek was. 'Zou je  me even een ogenblik kunnen geven Jack?' De man knikt en staat op. Anthony knikt naar de stoel en ik ga zitten. Hij schraapt zijn keel en legt zijn handen op tafel. 'Goed, sinds jij vertelde over die pijl in het bos ben ik op onderzoek gegaan. Ik vond de pijlen terug, maar het lijk was weg. Ik nam de pijlen mee naar huis en heb ze eens goed bekeken. Het waren onze pijlen.' 'Wat?' 'Het waren onze pijlen, maar ze waren niet van de jagers in onze groep.' 'Van wie dan wel?' 'Van mij.' Ik draai me om en ik versteen. Degene die vroeger mijn hart sneller liet kloppen. Ik kijk recht in z'n ogen. De ogen die mij verraden hadden. De ogen waar ik verliefd op was geworden. Die o zo lieve ogen. Het waren de ogen van de enige echte Wesley. Wesley Livingstone.

Ik kijk hem aan en weet niks te zeggen. Ik ben verlamd. Ik zie dat hetzelfde gebeurde met hem. We zijn stil tot een zeker moment, tot een zekere persoon de stilte verbreekt. 'Hé tortelduifjes, ik weet dat jullie elkaar na een lange tijd weer terug zien, maar er is werk aan de boeg.' Ik draai me om en kijk Bradley vies aan. 'Ga zitten Wesley.' Zegt Anthony. Wesley gaat zitten. 'Goed we kunnen begi-' 'Wacht, zij moeten weg.' Bradley knikt naar Allison en Owen. 'Waarom zouden ze weg moeten?' 'Dit zijn hun zaken niet. Ze moeten weg.' Dacht het niet. Ze blijven. Dit is mijn probleem, dus mogen ze blijven of je het nou wilt of niet' 'Belle, je bent nu niet in de positie om ons bevelen te geven. Je moet blij zijn dat we je helpen.' Glimlacht Bradley. 'Fijn, dan hoeven we jullie hulp niet.' Ik sta op en Allison en Owen doen hetzelfde. We lopen naar de deur. 'Best! Je hebt je enige kans op hulp verpest!' Roept Bradley. 'Brad, doe nou niet zo kinderachtig. Isabelle wacht!' Wesley staat op en loopt naar me toe. Hij pakt me arm vast en kijkt me aan. 'Blijf, we gaan je helpen.' Ik kijk hem aan en knik. Ik duw zijn hand van me arm en ga zitten. 'Goed als eerst. Wie ben jij jongeman? Of nog beter gezegd, wat ben jij?' 'Dat is Owen en hij is een vampier. Kunnen we nu gewoon overgaan naar het onderwerp?' 'Waarom is hij gewond?' Ik kijk naar de arm van Owen en leg mijn hand op zijn arm. 'Hij is niet gewond.' 'Eh, ja die enorme wond hebben we gezien Belle.' Zegt Bradley grijnzend. Ik rol met me ogen. 'Goed dan, hij is verwikkelt geraakt in een gevecht met de Skliros door mij.' 'De Skliros? Zijn ze in de stad?' 'Ja, we weten nog niet of ze er met z'n allen zijn of dat het een paar families zijn.' 'Dat je in een gevecht wil raken met de Skliros is best wel wat Owen. De Skliros is best wel sterk.' Zegt Bradley lachend terwijl hij zijn armen kruist. 'Had ik haar daar anders voor de dood moeten achterlaten? Ik weet zelf ook wel dat de Skliros gevaarlijk en sterk zijn.' Anthony knikt en kijkt naar mij. 'We hadden al een klein vermoeden dat ze hier zouden zijn.' 'Dan waarom zitten jullie hier en jagen jullie niet op hen in plaats van Belle lastig te vallen?' 'Omdat de Skliros te sterk is en ook nog eens met teveel.' Bradley begint met lachen. 'Wat is er Owen? Begin je Belle leuk te vinden?' Owen begint met blozen. 'Nee, maar het is toch duidelijk wie de slechteriken zijn? De Skliros en niet Belle.' 'Je hebt jezelf flink beet laten nemen jongen. Sorry broertje, maar het ziet er zo naar uit dat je zo Belle niet terug gaat winnen voor jezelf.' Hij slaat Wesley op de schouder en begint bulderend te lachen. Wesley kijkt me aan met een jaloerse blik. 'Wat vind je het toch leuk om zulke onderwerpen aan te snijden Bradley. Niemand gaat mij voor zich winnen en niemand vind mij leuk, oke? Owen is gewoon een vriend van me.' 'Oooh, nu heeft ze jullie allebei afgewezen. Je bent wel hard Isabelle!' Ik zie naast me dat Owen zijn vuisten balt. Ik leg me hand op zijn vuist en kijk hem geruststellend aan. 'Ga jij maar zo kinderachtig door, dan kunnen wij als normale mensen door gaan met het gesprek.' Bradley begint nog harder met lachen. 'Ga maar gewoon verder Anthony negeer je irritante zoon.' Anthony lacht en gaat verder.

'Er was hier wel zo een 60 jaar geleden een familie met jagers, maar die waren verstoten uit deze stad omdat alle bovennatuurlijke mensen in de stad te veel mensen van ze doodden.' 'Zijn al die bovennatuurlijke mensen nog hier?' Anthony schud zijn hoofd. 'Velen van hen zijn vertrokken omdat ze bang waren dat die familie terug zou komen. Deze stad was eerst een stad voor het bovennatuurlijke, maar nadat bijna iedereen weg was kwamen er mensen hier wonen. Er zijn nog wel een paar families over, maar die houden zichzelf heel goed verborgen zodat de jagers ze niet vinden.' 'Hoe heette deze familie?' Vraagt Allison. 'De familie De la Ruelle. Ze worden ook wel la famille avec les points d'argent de flèche genoemd. Dat betekent-' 'De familie met zilveren pijlpunten.' Maak ik af. Ik loop naar de tafel en pak de pijlen op. 'Iemand heeft opgelet op school blijkbaar.' 'Isabelle hoeft niet op te letten. Daar is ze te slim voor.' Zegt Allison zelfverzekerd terwijl ze naast me komt staan en ook een pijl oppakt. 'Belle, wat moet die familie met jou?' Ik haal me schouders op. 'Geen idee, ik ken die hele familie geeneens.' Ik voel nog een keer aan de pijl. Hij voelt zo raar aan. Ik schud hem door elkaar. Ik hoor hoe er iets in beweegt. Ik breek de pijl door midden en er komt een papiertje uit. Iedereen komt verbaasd om me heen staan. Ik vouw het briefje open. 'Geef.' lees ik voor. 'Wat heeft dit te betekenen?' Ik kijk op de tafel waar er nog negen pijlen liggen. Ik breek ze allemaal een voor een open en leg de briefjes op volgorden. 'Geef ons het amulet van archontiá of er sterft iemand.'

Instagram van dit boek: @wattpad.beast

Beast.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu