10. I want you back.

198 12 1
                                    

Ik kijk op van het briefje. Owen is net zo geshockeerd als ik. 'W-wat ga je nu doen?' Ik haal mijn schouders op. 'Het amulet is er niet meer. Hoe moet ik ze dat uitleggen?' 'Je gaat ze niks uitleggen. Je gaat geeneens contact opzoeken.' 'Waarom dan wel niet? Kijk, ik ren niet weg van mijn problemen oké? Ik kan ze hier niet mee door laten gaan.' 'Izzy, je ziet hoe gevaarlijk ze zijn.' 'Maar je hebt ze gehoord! Het kan dat het volgende pakketje met het hart van één van mijn vrienden eindigt.' Owen is stil, hij weet niks te zeggen, want hij weet dat ik gelijk heb.

Ineens besef ik me iets. Dit pakketje is eerst langs onze portier geweest. Ik pak de doos op en loop ermee naar buiten. 'Iz, waar ga je heen?' Owen staat op en loopt me achterna. Ik kijk of Peter, onze portier, ergens in de buurt is. Helaas, nergens te zien. Ik haal me neus op. Ik ruik zijn geur, maar er is een extra geur. 'Owen, ruik jij dat ook?' Nu haalt Owen zijn neus ook op. 'Het is de geur van.... Dood.' Gosh, ze hebben Peter te grazen genomen. Ik ren mijn neus achterna en eindig bij onze schuur. Ik open de deur en zie al onze werknemers opgekropt en bewusteloos liggen. 'Zijn ze allemaal dood?' Vraagt Owen huiverend.

Iemand steekt zijn hand omhoog boven de stapel werknemers. Ik trek de persoon overeind, het is Pam, een hele aardige vampier die al heel lang bevriend is met mijn moeder. 'Pam, waar is Peter? Wat is er gebeurd? Wie was het?' Pam hijgt en haalt even diep adem. 'Het waren jagers, ze waren overal. Het was net een groot leger. Ze zaten allemaal buiten het hek op een geschikt moment te wachten, zodra ze die hadden grepen ze hun kans. We hebben ons allemaal ingezet, we hebben gevochten tot het uiterste. Sommige hebben het overleefd en sommige niet.' Pam zakt neer op haar knieën en kijkt hoe het gaat met de anderen. 'Owen! Kan je alsjeblieft wat bloed halen voor Pam? Het ligt in een koelkast, in de kelder. De code van de deur van de kelder is MIDA19171515.' Owen knikt en rent in snelheid naar de kelder. Binnen drie seconden is hij weer terug. Hij geeft het flesje bloed aan Pam. Pam begint gulzig met drinken. Als ze klaar is veegt ze haar mond af. ' Gaan jullie maar, ik los dit wel op.' 'Weet je het zeker?' Pam knikt vastberaden en draait zich om naar de stapel werknemers. 'Zorg ervoor dat het pakketje verdwijnt. Je kent je moeder, ze zal flippen als ze het ziet.' Ik knik en loop met Owen terug naar binnen.

'Wat gaan we met het pakketje doen?' 'Ik weet het niet. We moeten ervoor zorgen dat ze het niet kan ruiken. Me moeder is net als jou een vampier, daardoor herkent ze de geur van bloed al voor dat ze in het huis is.' Ik kijk naar het pakketje, waar kan je zo iets verstoppen?

Na een tijd nagedacht te hebben pak ik me telefoon en bel Allison op. 'Hey Alli, ken jij nog een cayote wolf die trek heeft in een hart?' 'Wat? Belle, wat heb je gedaan?' Vraagt Allison zuchtend. 'Het is niet zoals je denkt!' 'Wat dan?' 'Dat leg ik wel uit als je er bent. Schiet op alsjeblieft.' 'Goed, ben al onderweg.'

'Ik kan jullie ook letterlijk geen moment alleen laten!' Roept Allison terwijl ik de deur voor haar open doe en ze naar binnen loopt. 'Welkom zonnestraaltje, wat zijn we vrolijk!' Roep ik sarcastisch. 'Hey! Sarcasme is mijn ding!' Allison gaat zitten op de bank en opent de doos met het hart. Haar gezicht betrekt. 'Het stinkt zo erg!' Ik knik en ga naast Allison zitten met mijn handen op schoot. 'Oke, hier is het plan: We gaan naar het bos en geven het hart aan één van die cayote wolven van je. Vervolgens gaat Owen tijdens de terugweg ruiken of je het bloed heel erg ruikt. Deal?' 'M-maar Iz, je moeder is een sterkere en betere vampier dan mij.' 'Elke vampier ruikt de geur van bloed goed. Jullie kunnen niet zonder, remember?'

We zijn alle drie klaar om te gaan. Ik open de voordeur, maar ik loop tegen iemand aan. Hij sluit zijn handen om mijn arm zodat ik niet val. 'Gaat het? Sorry.' Zegt Wesley. Ik kijk hem verrast aan. 'Wesley, wat doe jij hier?' Vraag ik verbaasd terwijl ik zijn armen wegduw. 'We, uhm, moeten praten.' 'Kan dat nu wachten? Ik heb even iets wat ik moet regelen. Het is heel belangrijk.' 'Nee, dat kan niet! Het moet nu. Het mijne is ook, uhm, belangrijk.' Hij kijkt me smekend aan. 'Belle, wij handelen het wel af. Ga met hem praten.' Zegt Allison. 'Maar..... goed dan.' Allison en Owen stappen in de auto en ik loop met Wesley naar binnen.

Ik kijk Wesley ongestoord aan. Er is een ongemakkelijke stilte. Ik zucht geïrriteerd. 'Waar wou je over praten? We zitten namelijk al zo een tien minuten hier, maar je hebt nog geen woord gezegd.' Wesley kijkt me verlegen aan. 'Ik weet niet waar ik moet beginnen.' 'Wat dacht je van het begin?' Ik trek me wenkbrauw op en kijk hem afwachtend aan. 'Goed, dan vertel ik het je in één keer. Belle, ik wil je terug. Ik weet dat ik in de brief heb geschreven dat ik me kans bij je heb verpest, maar zonder jou ben ik een puinhoop. Het spijt me voor alles. Voor alles wat er gebeurd is.' Ik word er sprakeloos van en weet niet wat ik moet zeggen. Ik denk terug aan alle tijden. Hoe blij ik toen was. Ja, ik mis hem. Ik verdomme mis hem. Er is me zoveel aangedaan, maar nog steeds mis ik hem. Mijn hart had een barstje, maar door hem is hij gebroken.

'Belle, zeg dan alsjeblieft iets.' Zegt Wesley smekend. Ik kijk gevoelloos voor me uit. 'Wanneer je verliefd word op iemand en de gevoelens wederzijds zijn ben je kwetsbaar. Die persoon kan je meer kwetsen dan wie dan ook. Dat is wat jij hebt gedaan. Jij en je familie hebben me gebroken. Het spijt me, maar ik denk dat ik hier niet klaar voor ben. Ik kan dit niet.' Wesley kijkt me bedroefd aan. Hij komt wat dichterbij en neemt mijn gezicht tussen zijn handen. 'Je weet niet hoe erg ik dit gezicht gemist heb. Hoe erg ik de gesprekken met jou heb gemist. Wanneer je in mijn armen in slaap viel, hoe ik door je haren streelde toen. De hoop die je me gaf, hoe je zelfs naar me raarste gedachtes luisterde. Je trok me door mijn problemen heen. Wanneer ik down was, zorgde jij ervoor dat ik me weer beter voelde.' Zijn ogen zijn rood. Hij heeft tranen in zijn ooghoeken. 'Wes, niet doen. Dit doet ons allebei pijn.' Fluister ik zachtjes. Hij heeft geen idee hoe moeilijk het was om dat te zeggen. Hij heeft geen idee hoe moeilijk het is om me gevoelens te tonen tegenwoordig. Hij kust zachtjes mijn voorhoofd terwijl ik me voorhoofd nat voel worden.

'Ik weet het. Ik weet dat ik je heb gebroken. Ik weet dat ik je niet verdien. Ik weet dat je me dit niet zal vergeven. Nu niet, nooit niet. Maar, ik zal voor je wachten. Ik zal er voor je zijn. Voor nu en altijd.' Ik kijk hem triest aan. Ik heb een jongen laten huilen. Ik heb bijna de neiging om zelf te gaan huilen. Maar nee, ik heb mezelf gezworen niet meer te huilen. Isabelle, verman je.

Zo zitten we vijf minuten zonder een woord te zeggen. Beide zichzelf martelend door terug te denken aan die herinneringen die we hebben. 'Belle?' Zegt Wesley uiteindelijk zachtjes. 'Ja?' 'Voor dat ik ga, mag ik een allerlaatste kus?' Ik wil niet, maar ook weer wel. Een deel van me staat op springen en een ander deel wil zichzelf liever verstoppen. Uiteindelijk knik ik van ja. Je weet dat je dit wilt Belle. Een allerlaatste kus.

Zachtjes plaatst hij zijn lippen en kust hij me teder. Ik leg zachtjes mijn hand op zijn gezicht. Ik voel hoe ik licht in mijn hoofd word. Ik heb dit zo erg gemist. Het voelt geweldig, het lijkt wel uren te duren. Jammer genoeg moet ik hem loslaten. Hoe langer dit duurt, hoe meer pijn dit zal doen. Ik laat hem los en trek me zachtjes terug. 'Tot ziens, Belle.' 'Tot ziens, Wesley.' Hij staat op en loopt sloffend naar de deur. Hij kijk me nog één keer vol betekenis aan en sjokt dan langzaam weg. Ik sluit de deur en laat mezelf terneergeslagen op de bank vallen. Gelijk daarna gaat de bel. 'Hij is open.' Roep ik. Allison en Owen komen binnen. Zonder een woord te zeggen komt Allison naast me zitten en omhelst ze me. 'Wesleys gezicht sprak boekdelen. Je kan het me morgen wel vertellen als je dat wilt.' 'Dat wil ik wel.' Zeg ik zachtjes terwijl ik me gezicht in Allisons haar begraaf.

Beast.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu