Familie Zhangs zoektocht

54 0 1
                                    

De  zaterdagochtend werd ik wakker in de slaapzaal, maar het bed van Julietta was leeg. Beneden kon ik haar ook al niet vinden, maar Remus wel. 'Weet je waar Julietta is', vroeg ik. Remus schudde zijn hoofd. 'Maar ik wil wel helpen zoeken', zei hij. 'Oke,' zei ik, 'jij zoekt beneden, ik zoek boven.' Toen ik boven was, vond ik op Julietta haar bed een briefje:
Hey Lily
Ik ben vanochtend vertrokken, samen met Thimy, Xumy en Elina, ik heb geweldig nieuws gehoord en ik heb met Anderling geregeld dat ik nu kan gaan uitzoeken of het klopt of niet. Ik vertel je er over als ik terug ben.
Xxx
Julietta
Nu was ik best wel benieuwd wat er aan de hand was. 'Remus!', riep ik. Dan herinnerde ik me weer dat Remus in de grote zaal aan het zoeken was. Ik ging naar beneden met het briefje van Julietta in m'n hand. 'Remus,' riep ik, ' ik heb een briefje gevonden op Julietta's bed!' 'Mag ik eens even kijken?', vroeg Remus. Ik gaf het briefje aan Remus en wachtte op wat hij zou zeggen. 'Hmm, het lijkt dat Julietta iets gaan zoeken is.' Ik antwoordde dat ik dat ook dacht. 'Weet je,' zei Remus, 'ik denk dat Julietta dit al langer dan gisterenavond wist. Moet je kijken: het is geschreven in haar mooiste geschrift zonder ook maar een inktvlek.' Dat vond ik inderdaad ook wel raar. Maar waarom zou ze me het dan niet vertelt hebben? Het leek toch over iets belangrijks te gaan. Ergens vanbinnen voelde ik toch een steek omdat ze me, hoewel ik dacht van wel, toch niet vertrouwde. 'Misschien moeten we het aan Anderling vragen?', vroeg ik. Remus stemde toe en we gingen naar Anderling haar kantoor. Remus klopte aan en de stem van Anderling zei: 'Binnen!' Remus en ik gingen het kantoor binnen. 'Zo, Zhang en Lupos, waarmee kan ik jullie te dienst zijn?' 'Julietta schreef in haar brief dat jij wist waar ze was', zei ik. 'Het spijt me, maar de familie Zhang heeft me gevraagd niets te vertellen. Helaas moet ik jullie vragen mijn kantoor te verlaten, ik heb nog veel werk.' Dat Julietta had gevraagd niets te zeggen deed wel pijn.
Maandag was Julietta nog altijd niet terug, ik begon haar echt te missen. Als het per twee was bleef ik alleen over, het bed het dichtst bij mij in de buurt in de slaapzaal was leeg en langzaam maar pijnlijk besefte ik dat ik maar een vriendin had die zo speciaal voor me was als Julietta. Tenminste, dat dacht ik toch tot ik met James en Remus ging lunchen en echt ontzettend veel plezier maakte. De ene keer per twee ging ik met James, een andere met Remus, nog een andere keer alleen.
Bij vliegles bleken we weer een nieuw probleem te hebben: Julietta is de beste jager van heel het team. 'Oke,' zei James, 'we lossen dit wel op. Lily, Eleonor en Rolph, jullie worden onze jagers, Samuel en Sirius, jullie blijven de drijvers, Remus, je blijft wachter en ik ben de zoeker. Oke?' Iedereen knikte. De training ging wel best oké.
Zondag aan het ontbijt kreeg ik nog eens een brief. Ik besloot hem nog niet meteen te openen, aangezien ik in gesprek was met James. Hij was zo gelukkig sinds hij weer kon vliegen. "Wat gaan je doen vandaag?", vroeg ik. "Mmm", zei James, terwijl hij deed alsof hij nadacht. "Een beetje ontdekken, denk ik", zei hij. "Maar helaas is Sirius dan toch eens begonnen aan z'n huiswerk, dus als je zin hebt om mee te gaan..." "Wat bedoel je met 'een beetje ontdekken'?", vroeg ik. "Kom nou maar mee", zei hij.
Daar stonden we dan, op de vierde verdieping. "Eens even kijken", zei James, terwijl hij een klein deurtje met verboden toegang binnenging. "Kom", zei hij. Aarzelend ging ik ook binnen. Erg spannend was het niet daar, naast een paar bezemstelen en emmers viel er niets te beleven. Maar net toen ik wilde buitengaan, hoorde ik voetstappen. James deed een gebaar dat ik stil moest zijn en sloot zachtjes de deur. Na enkele minuten hoorden we weer voetstappen, wat betekende dat de persoon voor ons waarschijnlijk weg was. James probeerde de deur weer te openen. "Wat is dit nou", zei hij. "Ik krijg de deur niet meer open." Ik keek James boos aan. "Wat een stom idee ook van je!", riep ik. "Ben je echt zo saai?", vroeg hij. "Saai?", zei ik. "Ja, saai, je moet je toch niet zo druk maken, we komen hier wel weer uit", zei hij. "Weet je James", zei ik, "jij hebt ouders die misschien een goed woordje voor je willen doen, als ze ons van school willen trappen, maar mijn ouders zijn maar dreuzels, dus als je mij saai vind omdat ik probeer om hier op school te blijven!" "Laten we gewoon proberen om hier zo snel mogelijk weg te geraken", zei hij. Hij probeerde allerlei spreuken, maar ze werkten niet, maar ook toen ik het probeerde, lukte het niet.
Na 3 uur proberen hoorde we weer voetstappen. Vilder kwam binnengestormd. Hij grijnsde. "Ik kwam voor een bezem te zoeken, maar kijk wat ik hier vind", zei hij, "naar mijn kantoor." Toen we bij Vilders kantoor waren, stond ook Anderling er. "Wat kan ik nog voor je doen, Potter", schreeuwde Anderling. "Ook jij valt me tegen, Evers." "Gelukkig voor jullie heeft Hagrid nog wat hulp nodig." Jullie kunnen vanaf nu elke avond daar komen, de volgende twee weken." Ik keek James zuur aan. We knikten en gingen weg. Boos ging ik weg.

the marauders: the loveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu