Proloog

323 10 7
                                    

Het is vier uur 's middags en ik zit nog stééds achter mijn bureau te studeren. De tentamenweek is bijna in zicht, wat betekent dat het zwoegen is begonnen. Ik voel dat de slapeloze nachten mij in de weg staan bij het onthouden van elk klein puntje, aangezien ik om de haverklap weg dwaal. Sinds vanmorgen na het ontbijt ben ik in mijn kamer te vinden en zwoeg ik voor het pittigste vak van dit blok.
Ik ben zelfs op het punt gekomen dat ik mezelf op mijn wangen moet tikken om de concentratie erbij te houden. Nadat ik voor de zoveelste keer een poging heb gewaagd om dezelfde zin te lezen, geef ik het op.

Gefrustreerd laat ik mijn hoofd op het bureau vallen, dat bezaaid ligt met mijn boeken. Een luide bonk klinkt door mijn kamer.
"Auw," mompel ik versuft, terwijl ik over mijn voorhoofd wrijf.

"Benti,* gaat alles goed hier?'" vraagt mijn moeder bij de deuropening met een volle wasmand in haar handen. '"Ja yemma*, ik ben gewoon eventjes mijn concentratie kwijt," beantwoord ik haar vraag. "Kom me anders maar helpen met kleren vouwen. Dan heb je wat afleiding en kan je er daarna weer tegenaan," knipoogt ze.

Ik sta op van mijn bureaustoel en wrijf over mijn zere achterwerk. Ik heb blijkbaar te lang stilgezeten. Mijn moeder is ondertussen de kamer al binnengestapt met de wasmand en kiept de mand om op mijn bed. "Er komen morgen weer mensen naar het huis kijken," zegt mijn moeder, terwijl ze een t-shirt opvouwt. "Dit is al de zoveelste keer en er komt steeds niemand wonen".

"Weet jij wat voor mensen het dit keer zijn?" vraag ik nieuwsgierig. "Ik heb geen idee, maar ik hoop dat zij het huis wel kopen. Het wordt tijd. Ik mis Linda nog steeds en hoop dat ik weer zo een goede band kan hebben met de nieuwe buren."

Ik denk terug aan de tijd dat Linda hier nog woonde met haar gezinnetje. Ze had twee kinderen, Aiden en Lilly. Lilly was nog een baby en Aiden even oud als ik. We speelden altijd samen en waren de dikste maatjes. Onze moeders waren onafscheidelijk en deden bijna alles met elkaar. Toen de man van Linda haar verliet had Linda het erg moeilijk, zowel op emotioneel als financieel gebied. Ze werkte zich uit de naad om de huur van het huis te betalen en voor haar kinderen te zorgen.

Op een gegeven moment kreeg ze het zó moeilijk met het betalen van de huur dat ze moesten verhuizen. Ze verhuisden naar een andere stad en het contact tussen hen verslechterde. Ik vraag me nog steeds af hoe het met ze gaat, ze voelden als familie voor ons en we steunden ze altijd zover we konden.

Ik ben nog diep in gedachten totdat ik de Adhaan* hoor van mijn mobiel. Mijn moeder vouwt het laatste kledingstuk op. "Ga maar alvast woedoe* doen lieverd, ik maak dit wel af en dan kom ik na jou.." Ik knik dankbaar naar haar en loop naar de badkamer toe, waarna ik woedoe doe.

Terwijl ik mij afdroog aan mijn handdoek loop ik de badkamer uit en zie dat mijn moeder geduldig voor de deur wacht. "Jij kan, mam. Ik ben klaar," zeg ik. Ze knikt en ik vervolg mijn weg naar mijn kamer.

Aangekomen gooi ik een lange jurk over mijn hoofd, gevolg door een hoofddoek die ik behendig over mijn haren wikkel om ze te bedekken. Met het gebedskleed voor mij op de grond, rijs ik mijn handen omhoog en begin mijn gebed.

~~
"Aan tafel!" schreeuwt mijn zusje beneden vanaf de trap. Ik klap mijn boeken dicht en doe ze samen met de rest alvast in de tas voor morgen. Zodra ik mijn kamer uitloop dringt een heerlijke geur mijn neusgaten binnen.

"Ik ruik lasagna!" roep ik enthousiast door het hele huis en ren als een klein kind de trap af. Als een holbewoner kom ik de keuken binnen en kijk schichtig om me heen. Snel neem ik plaats aan de eettafel naast mijn zusje. Mijn moeder staat met haar rug naar ons toe de laatste hand te geven aan de salade en ik grijp deze kans om alvast stiekem een hapje te stelen uit de ovenschaal met lasagne.

Ik zie mijn zusje van negen waarschuwend mijn kant op kijken, maar schenk daar geen aandacht aan. Hongerig pak ik mijn vork en neem aanstalten om te doen wat ik in gedachten had, totdat mijn moeder zich omdraait. De kom met salade legt ze neer op de tafel, waarna ze tegenover ons komt zitten.

"Je bent al twintig jaar, maar nog steeds geen spat veranderd. Toen je klein was deed je dit ook altijd, maar je bent het nog steeds niet verleerd," zegt ze lachend.

"Ik ken jou donders goed, benti*. Blijf af van die lasagna, hij komt net pas uit de oven. Straks verbrand je jouw tong nog," voegt mijn moeder er daarna aan toe.

Betrapt trek ik mijn hand terug en leg ik mijn vork weer terug naast mijn bord.

"Salamoe alaikom*, mijn lieve gezinnetje," zegt mijn vader die net de keuken in komt lopen. Aan zijn zakelijke kleding te zien komt hij net van werk. Hij geeft ons allen een kus op de wang, om daarna zijn handen te wassen en aan te schuiven.

"Net op tijd voor het avondeten. Nu kunnen we lekker samen genieten," zegt mijn zusje blij.

Ik pak de kom met salade van mijn moeder aan, nadat ze voor zichzelf geschept heeft en voor mijn vader. Met de grote lepel schenk ik wat in mijn bord en daarna in die van mijn zusje.

'Bismillah*,' zeg ik en neem daarna een hongerige hap.

-------------------------------------------------------

Dat was 'm dan, de proloog! Er gebeurt nog niet heel veel, maar ik wil jullie eerst even wat kennis laten maken met de hoofdpersoon. Geloof me, er gaan veel dingen gebeuren in het verloop van het verhaal *lacht geheimzinnig*.

Ik heb super veel inspiratie op dit moment voor dit verhaal en hoop echt dat jullie het leuk gaan vinden!

Ik heb geen flauw idee wie er mijn verhaal leest, dus ik heb voor de zekerheid een vertaling van een aantal woorden die in dit hoofdstuk staan. Na elk hoofdstuk zal zo'n soort vertaling komen waar nodig is. Op deze manier hoop ik dat het voor niet-moslims toch toegankelijk is om dit verhaal te lezen en te begrijpen net als de rest! Het boek is immers voor iedereen bestemt en niemand is uitgesloten :).

*Benti= mijn meisje
*Yemma= moeder, mama
*Adhaan= gebedsoproep, oproep tot het gebed
*Woedoe= rituele wassing die moslims doen alvorens het gebed
*Salamoe alaikom= vrede zij met jou. Dit zeggen moslims ter begroeting tegen medemoslims.
*Bismillah= een term die moslims zeggen alvorens ze beginnen met het nuttigen van eten of drinken.

Laat me in de comments weten wat jullie er tot nu toe van vinden en vergeet natuurlijk niet te stemmen :P!

Groetjes van moiii :)

The NeighbourWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu