Hoofdstuk 14

87 7 1
                                        

Sinds wanneer stond deze dokter in de kamer? Tijd om hierover na te denken had ik niet, want de dokter kwam meteen ter zake.

"Goedemiddag. Ik ben dokter Clarix en heb zojuist met mijn team mevrouw Cooper onderzocht. Een aantal symptomen wijzen op verontrustende resultaten, maar zolang we alles nog niet zeker weten kunnen we nog niets bevestigen. Ik vraag u daarom om nog even geduldig te blijven en op ons team te vertrouwen.

We laten mevrouw Cooper nog een aantal dagen in het ziekenhuis, aangezien we een diagnose willen opstellen. Tot die tijd kunnen we nog niks loslaten over de stand van zaken."

Ik knik met mijn hoofd naar de dokter en zie via mijn ooghoek dat mijn moeder geruststellend over Aiden's rug wrijft. Op zijn gezicht zijn allerlei emoties af te lezen.

"Hoe lang moet ze hier nog blijven?" vraagt Aiden.

"Dat weten we niet. Zoals ik al mededeelde moeten we nog een goede diagnose stellen en alles zeker weten. Jouw moeder zal hier moeten blijven voor nader onderzoek, en aangezien we nog niet weten wat ze precies heeft kunnen we ook de verblijftijd niet vaststellen."

"Voor verdere algemene vragen kunt u naar een van onze baliemedewerkers bellen en zij helpen je dan verder," voegt de dokter toe.

"Dan heb ik voor nu mijn plicht gedaan en moet ik jullie verlaten. Er staat nog een patiënt op mij te wachten. Sterkte," zegt de dokter, het laatste woord gemeend uitsprekend.

Hij draait zich om en zijn witte doktersjas wappert ritmisch achter hem aan, terwijl hij de deur uitloopt.

Niet wetend wat ik nu moet doen, kijk ik mijn moeder hulpeloos aan. Het is zo stil in de kamer dat je een speld kunt horen laten vallen. Mijn moeder kijkt op van mijn priemende blik en knikt aanmoedigend met haar hoofd. Ik neem een hap adem en begin dan te spreken.

"Aiden, het spijt me heel erg voor je moeder."

Zijn kaak verstrakt en hij ontwijkt mijn blik.

"Onze familie zal er alles aan doen om jullie bij te staan. Weet dat je dit niet alleen hoeft te doorstaan," zeg ik met een zachte stem. Hard praten durf ik niet. Al helemaal niet in deze ijzige sfeer en de situatie waarin we ons bevinden.

"Dankje. Dankjulliewel," zegt hij met een schorre stem, waarna hij ons een voor een aankijkt.

"Wat doen we nu, yemma?" vraag ik.

"Het beste wat we nu kunnen doen is naar huis gaan en morgen terugkomen. Haar hart is alhamdoulilah* stabiel, dus we hoeven ons voor nu daarover geen zorgen te maken. Daarbij moeten jullie nog naar school morgen en jullie zusjes hebben jullie echt nodig als grote broer en zus."

Ik kijk op de klok die aan de witte muur van de kamer hangt. '"Het is nu al vijf uur, dus ze zullen al thuis zijn."

"Laten we nu naar huis gaan en dan morgen weer terugkomen. Lilly is nu immers al ander halfuur thuis en vraagt zich af waar je blijft. Mijn man heeft haar inmiddels bij ons gebracht en ze is nu aan het spelen met Meryem," zegt mijn moeder.

"Aiden, vind je dat goed?" vraag ik twijfelend.

"Ik zou natuurlijk graag bij mijn moeder willen blijven, maar ik weet dat het niet verstandig is."

"Goed zo, mijn jongen. Laten we dan maar gaan."

~~
Aangezien ik met Aiden in zijn moeders auto ben gekomen en mijn moeder in die van haar, splitsen we op zodra we de parkeergarage bereiken. Ik twijfelde even bij wie ik in de auto moest gaan, maar ik durf Aiden in deze staat niet alleen te laten tijdens het rijden.

Met mijn moeder voorop, rijden we de parkeergarage uit. Aiden heeft amper een woord met mij uitgewisseld en kijkt strak voor zich uit. Aan de frons op zijn voorhoofd is te zien dat hij piekert.

"In sha Allah* zal je moeder genezen, Aiden. Ik zal voor haar bidden," zeg ik tegen hem.

"Dankje Saar. Ik waardeer het echt."

De rest van de rit verliep stil, waarbij ik een aantal bezorgde blikken op Aiden heb gewerpt. Na mijn woorden werd hij gelukkig wel wat meer ontspannen, maar de gespannen houding was nog steeds aanwezig.

Als ik zie dat we over vijf minuten zullen arriveren bij ons huis, pak ik mijn mobiele telefoon uit mijn tas en bel naar mijn moeder. Zij kan gelukkig handsfree bellen in de auto, dus ik hoef me geen zorgen te maken over de onveiligheid.

Nadat de telefoon een aantal keer overgaat neemt ze op. "Salam alaikom* mama, Aiden en ik zullen wat later naar huis komen. Ik zal je sms-en als we weer naar huis komen," verwittig ik haar.

Aiden schrikt op uit zijn gedachten en kijkt me vragend aan, waarna hij zijn blik snel weer op de weg vestigt.

"Ja, komt goed mam. Zal ik doen. Oke, beslama*."

Ik haal de telefoon van mijn oor en druk op het rode icoontje om het gesprek definitief te beëindigen.

"Vertrouw je me?" vraag ik aan Aiden. "Natuurlijk, hoezo? Wat ben je van plan?" vraagt hij verward.

"Draai de auto nu en ga daarna naar links. Ik wil je iets laten zien," zeg ik vastberaden.

-----——————————————————————

Late night update! Het is nu inmiddels als twaalf uur in de nacht geweest, maar ik heb doorgeschreven totdat ik dit verhaaldeel af had :). Ik hoop dat jullie ervan genoten hebben!

Laat me weten wat jullie er van vinden. Ik vind het heel leuk om te lezen wat jullie reacties zijn op dit verhaal!

*Alhamdoulilah= God zij dank.
* In sha Allah= als Allah het wil
*Salam alaikom= vrede zij met jou. Moslims gebruiken dit ter begroeting.
*beslama= doei.

The NeighbourWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu