Hoofdstuk 13

82 10 0
                                    

Een vrijdagavond zou elk gezin samen moeten kunnen besteden. Na de hele week druk te zijn met school en werk, bied deze avond een gezin de gelegenheid om te genieten van de vrije avond. Met z'n allen knus bij elkaar achter de buis, kijkend naar een familiefilm, met een lekker kop thee.

Helaas is dit niet altijd de gang van zaken in elk gezin, en is het leven niet altijd rozengeur en maneschijn. Zo verloopt het bij de familie Cooper, onze buren, op dit moment niet op rolletjes.

Samen met Aiden loop ik door de gangen van het ziekenhuis, zoekend naar kamernummer 26C. Aangekomen bij de juiste kamer stap ik naar achter en geef Aiden een knikje naar de deur. "Jij mag eerst. Ik blijf nog wel even op de gang staan."

Hij geeft me een wanhopige blik en vraagt me om met hem mee te gaan. Ik geef uiteindelijk toe en samen lopen we voorzichtig de kamer in. Ik hoor hoe Aiden scherp inademt en wil het liefst zijn hand pakken om er een kneepje in te geven ter geruststelling, maar ik weet dat ik dat niet kan doen. Ik ben immers een moslima en hoor hem niet op die manier aan te raken.

Aiden's moeder, Linda, ligt met haar ogen gesloten op het ziekenhuisbed. Allerlei draadjes zijn aan haar lichaam verbonden en een apparaat naast haar piept regelmatig, wat betekent dat haar ademhaling gelukkig in orde is.

Mijn moeder zit vermoeid op een stoel naast haar en kijkt op als we binnen lopen.

"Aiden, Sara, jullie zijn er," zegt ze verrast, terwijl ze de slaap uit haar ogen wrijft.

Ik kijk met een seinende blik naar mijn moeder en ze begrijpt de boodschap vrijwel meteen. Ze loopt naar Aiden toe en geeft hem een dikke knuffel, waarna ze zich terugtrekt en hem met waterige ogen aankijkt.

Aiden loopt naar zijn moeder toe en staart versteend naar haar. Ik geef hem een geruststellende blik. Hij pakt voorzichtig de hand van zijn moeder vast. Bang om haar fragiele lijf iets aan te doen, geeft hij daarna een vederlichte kus op haar voorhoofd.

Mijn moeder schraapt haar keel. "Aiden, ik denk dat het beter is als ik jullie nu even op de hoogte breng van de gezondheid van Linda, aangezien jullie daar nog niks van hebben meegekregen."

Ze gebaart ons om te zitten langs het ziekenhuisbed. Met Aiden aan mijn zijde kijk ik mijn moeder -die aan de andere kant van het bed op een stoel zit- aan. Ik zie haar moeilijk slikken alvorens ze begint met praten.

"Zoals jullie al weten ging het vanochtend niet goed met jouw moeder, Aiden. Ik ben bij haar langs geweest en heb van alles geprobeerd om haar beter laten voelen, maar tevergeefs. Ze had constant last van buikkrampen en kreeg geen eten door haar keel.

We zijn naar de huisarts gegaan, maar daarna werden we met spoed doorverwezen naar het ziekenhuis."

Ze zucht trillerig en ademt dan nog een keer diep uit, om vervolgens haar verhaal te vervolgen.

"Onderweg naar het ziekenhuis werden de klachten alsmaar erger. Toen we hier aankwamen stonden er al artsen en verplegers klaar om haar direct mee te nemen. Ze hebben een aantal dingen bij haar lichaam onderzocht, maar daar mocht ik niet bij zijn. Daarna is ze hier in deze kamer gezet en hebben ze haar medicijnen toegediend, waardoor ze diep zal slapen. Ze hebben mij verder niet verwittigd over haar gezondheid en de stand van zaken." zegt mijn moeder verslagen.

"Is er dan geen arts die op zijn minst kan vertellen wát ze precies aan het onderzoeken zijn? Wij hebben het recht om dit te weten!" zegt Aiden met ingehouden woede zodra mijn moeder haar verhaal afsluit.

"Dat hebben jullie zeker, meneer Cooper. Vandaar dat ik jullie nu het een en ander uit kom leggen," spreekt een man met een lange doktersjas, die in de deuropening staat.

The NeighbourWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu