22

854 27 1
                                    




'Tot morgen!' roep ik naar Britt en Ruby. We zijn vrij van school en we moeten allemaal een andere kant op. Alleen Bradley moet dezelfde richting op als mij, dus fietsen we vaak samen.

'Zullen we nog even een potje voetballen? Ik moet trainen voor de selectie.' vraagt Bradley en haalt een bal uit zijn tas.

'Hmm, denk je dat je kan winnen van mij dan?' daag ik hem uit.

'Ohja zeker wel.' knipoogt hij en we lopen naar het voetbalveldje naast de school. Daar gooi ik mijn schooltas neer en sla de bal uit zijn handen. Ik ren naar het doel met de bal en trap hem er direct in.

'1-0, loser.' schreeuw ik en steek mijn tong uit.

Hij rent achter me aan en beukt me zo omver waardoor ik op de grond val. Zonder om te kijken rent hij met de bal naar mijn doel en trapt hem erin.

'Wie is hier nou de loser?' grijnst hij.

'Jij nog steeds hoor.' roep ik terug.

'Wie ligt hier nou op de grond?'

Kreunend sta ik op. 'Dankjewel voor het verpesten van mijn broek trouwens.' mompel ik en kijk naar de groene grasvlekken op mijn witte broek.

'Wie trekt er dan ook een witte broek aan?' roept hij en trapt de bal nog een keer in mijn doel. '2-1!'

Hij blijft hem in het doel trappen. '3-1! 4-1! 5-1! Kom je nog of hoe zit dat?'

Ik ren naar hem toe en trap de bal heel ver weg, van het veld af. Hij vliegt zo door een raampje van school.

'Oh shit.' mompel ik en we staan allebei te kijken naar het glas dat rinkelend op de grond valt.

'Wat heb je nou weer gedaan.' zegt Bradley. 'Laten we hier maar weg gaan.'

Ik knik en we lopen terug naar school.

'Zou iemand het gezien hebben?' vraag ik aan hem.

Hij haalt z'n schouders op. 'Met ons geluk vast wel.'

Ik zucht diep. Mama komt binnenkort terug van haar zakenreis en als er dan een brief komt naar huis is dat iets moeilijker om hem te verstoppen.

'Wat is het hier koud.' mompel ik als we het fietsenschuurtje in lopen. Geen idee waarom het hier ineens kouder is dan buiten.

'Dan maken we het toch warmer.' zegt Bradley en haalt een aansteker uit zijn jaszak.

Ik frons. 'Hoe bedoel je?'

Hij zegt niks en loopt het fietsenschuurtje uit. Even later komt hij terug met een stapel takken.

'Wat ga je doen?' vraag ik nu nog verbaasder.

'Vuurtje stoken.' zegt hij en legt de takken tegen elkaar aan.

'Ben je gek, we gaan hier toch weg. Het kan mij toch niet schelen of het hier warm of koud is.' zeg ik en trap de takken weg.

'Hey, laat dat!' zegt hij geïrriteerd en legt de takken weer op een stapeltje.

'Ik ben geen hond.' mompel ik.

'Haal eens wat blaadjes.' zegt Bradley.

'Doe het zelf.'

Hij zucht diep en staat op om blaadjes te gaan halen. Als hij die heeft legt hij ze op zijn hoopje takken en steekt ze in de brand. Er ontstaat een klein vlammetje.

'Nou, was dit nou wat je wilde?' vraag ik ongeduldig.

'Ja, eigenlijk wel. Heb je deo?'

Ik kijk hem scheef gaan maar gooi toch mijn deofles naar hem. Als een of andere kleuter laat hij de vlam hoger worden door met de deo erin te spuiten.

'Mijn fles hoeft niet op hoor.' mompel ik als hij die halve fles in een keer leeg spuit. 'Pas op!'

De vlam is overgeslagen op het fietsenschuurtje zelf, die begint te branden. Wie bedenkt het ook om een vuurtje te maken in een houten fietsenschuurtje.

'Snel, doe je shirt uit. Druk die op de vlam.' zegt Bradley als de vlam groter word.

'Doe zelf je shirt uit. Jij bent een jongen.' zeg ik een beetje in paniek.

Hij haalt zijn schouders op. 'Het was te proberen.'

Hij trekt z'n shirt uit en drukt die op de vlam in een poging om het uit te duwen, maar zijn shirt vliegt ook in de brand.

'Nou, dat was zonde van mijn shirt.' mompelt hij.

Het schuurtje staat nou al aardig in de brand. Van buiten hoor ik stemmen schreeuwen.

'Verstop je!' roep ik naar Bradley en ga achter een paar achtergebleven fietsen zitten.

Bradley verstopt zich ook net op tijd want er komen twee docenten naar binnen.

'Het is expres in brand gezet.' hoor ik de stem van meneer Wallhouse.

'Moeten we de brandweer bellen? En de directeur inlichten?' vraagt daarna meneer Grace.

De rook omringt me en ik sla mijn hand voor mijn mond om niet te hoesten.

Meneer Grace belt iemand, ik denk de ambulance.

De rook verstikt me helemaal en ik houd mijn adem in.

'Ja, in Mullingar, Meadows school.' hoor ik hem zeggen.

Ik kijk Bradley aan en wijs naar de rook. Hij legt zijn vinger voor zijn lippen.

'Ja het is aangestoken, we weten niet door wie.' legt meneer Grace uit.

Ik probeer voorzichtig adem te halen maar ik krijg allemaal rook binnen en proest zachtjes.

'Hoorde je dat?' vraagt meneer Wallhouse.

'Nee, ik hoorde niks.' antwoord meneer Grace en praat verder aan de telefoon.

Ik probeer nog een keer heel rustig adem te halen, maar ik stik in de rook en val hoestend op de grond. Gauw kruip ik van het rook weg en kijk dan recht in de ogen van meneer Wallhouse en meneer Grace.

'We hebben de dader gevonden hoor,' zegt meneer Grace door de telefoon terwijl hij me aanstaart. 'haar naam is Rozemarijn Dekker.'

Young || Niall HoranWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu