Een week voor de kerst vakansie

419 23 2
                                    

Hermelien
Woedend stormde ik de stenen wenteltrap af. Ik kon het niet gelovenn hoe kon hij me dat aan doen. Mijn zwarte jurk wapperde om mijn benen heen. Ik had hem speciaal aan gedaan voor de gelegenheid. Maar het liefst wilde ik hem gewoon verbranden. Mijn voeten bewogen sneller en sneller. Mijn voetstappen weergalmden luid door de gangen van het kasteel. ik was woedend De tranen blonken in mijn ogen maar ik slikte ze weg. Ik mocht niet huilen. Ik was de dochter van heer Voldemort. Ik mocht geen zwakte tonen. Mijn achternaam was Vilijn en ik wilde de naam met trots dragen. Ik liep nog een gang door en een trap af. Goe pijnlijk mijn longen ook branden van het zuurstof te kort ik bleef rennen. Ik mag geen zwakte tonen. Maar hoe meer ik daar aan dacht hoe sneller de tranen over mijn wangen gleden. De tranen gleden uit mijn ogen bijna tot aan mijn nek. De tranen lieten zwarte strepen achter op mijn wangen. Maar het kon me niet schelen. Ik wilde naar buiten. Ik moest frisse lucht krijgen. Ik stormde het kasteel door. Geen zwakte geen zwakte snikte ik bijna onhoorbaar. Buiten dwarrelde de sneeuw naar beneden. Ik was nog lang niet bij de voordeur van het kasteel. Mijn tempo vertraagde. Maar mijn tranen liepen sneller. Hermelien wacht. Riep een stem me achter na. Laat me met rust snikte ik onhoorbaar. Mijn stem was te zwak om te kunnen schreeuwen of luid te praten. Ik kwam eindelijk in de grootte hal uit. Leerlingen stonden in groepjes te kletsen. Ze wachten tot ze de groots zaal in mochten voor het avond maal. Ik duwde iedereen ruw aan de kant. De weg naar buiten was nu zo dicht bij. De weg naar frisse lucht lach aan mijn voeten. Met al mijn kracht duwde ik een deel van de dubbele deur open. De koude winter lucht waaide in mijn gezicht. Nog steeds vloeiden de tranen over mijn wangen als water uit een kraan. Ik liep verder tot aan de grote treur wilg naast het zwarte meer. Ik liep door de hangende bladeren geen en viel huilend op mijn knieën neer. Hoe kon hij dit doen. Hoe kon Carlo me dit aan doen. Hij stond gewoon gezellig te kussen met Cho Chang. Ik had nooit gedacht dat het o veel pijn kon doen om hem te zien kussen met een ander meisje. Mijn adem schokte nog maar ik begon langzamerhand tot rust te komen. Voorzichtig ging ik tegen de stam van de boom zitten en trok mijn benen op tot aan mijn borst. Mijn jurk trok ik over mijn knieën om warm te blijven. Ik kon goed tegen de kou maar om in avond buiten te zitten terwijl het sneeuwt was niet bepaald een pretje. Er verspreidde kippenvel over mijn armen, benen en rug. Mijn tanden klapperden op elkaar en ik was bang als ik zo door ging dat ze zouden af breken. Maar ik vertikte het om terug naar binnen te gaan. Ik zou er gewoon niet tegen kunnen om die twee te zien zitten. Ik zat hier nu al een paar uur en begon echt onderkoelt te raken. Maar ik wilde niet dat iemand me zo kon zien. Goor de taken heen kon je het kasteel goed zien. Het besneeuwde dak en de lichtjes die binnen langzaam begonnen te doven. Ik geeuwde. Heel even mijn ogen dicht doen kon vast geen kwaad. Ik trok mijn dunne vestje wat strakker om mijn schouders heen en legde mijn hoofd tegen de koude schors van de treur wilg aan. Zo kon ik wel even blijven liggen. Ik sloot mijn ogen en probeerde de pijn van mijn gebroken hard te vergeten.

Harry
Daar stond ze mijn kans om haar mee te vragen naar het school bal. Cho riep ik haar na. We stonden bij de uilen toren. HEY Harry zij ze met haar lieve zachte stem. Ik moet je iets vragen zij ik terwijl ik naar mijn schoenen keek. Zeg maar hoor ik heb toch niet zo veel te doen. Ze glimlachte naar me terwijl ze het zij. Ik begreep niet hoe een meisje zo mooi kon zijn. Wiljemetmijnaarhetkerstbal zij ik in een adem. Uu sorry Harry dat heb ik niet helemaal verstaan. Ik haalde diep adel voor voor ik mijn zin zou uitspreken. Mijn handen zweten een beetje door de zenuwen. Ik begreep niet eens dat je voor zo iets stoms zenuwachtig kon zijn. Wil je met mij naar het kerst bal. Ik kerk haar hoopvol aan. Maar haar blik was op de grond gericht. O het spijs me Harry maar iemand anders vroeg me al en ik heb ja gezegd. Ik knikt heeft niets. Harry het spijt me echt. Ik stook mijn handen die in mijn zaken en liep naar binnen. Ze liep langs me heen en ik kon de geur van haar shampoo ruiken. Ik keek hoe ze de trap af liep. Met wie ga je dan riep ik haar luid na. Carlo zij ze Carlo kannenwasser. Met die worden draaide ze haar om en liep weg. Dut kon niet waar zijn. Hoe kon die zak met een ander meisje naar het bal gaan als hij iets met Hermelien had. Woedend liep ik de trap af. Ik moest haar vinden. Maar als ik hem tegen kwam zou ik hem eerst eens goed zegen wat ik er van vond. En ik mocht er niet aan denken wat Ron zou doen als hij dit te weten kwam. Hij zou razend worden. Ik bond mijn brief aan de poot van Hedwig en liep terug naar het kasteel.

Draco
Nog steeds zat ik met Hermelien in mijn gedachten. Elke fakking dag. En zeker na dat ik haar gekust had. Ik liep een beetje door de gangen te slenteren. Buiten waaide de wind en dwarrelende sneeuw volken uit de lucht. Ik zetten mijn blijde handen op de stenen vensterbank. Er waren vele ramen in het kasteel maar ik hield het meest van dit raam. Het vijfde raam op de vijfde verdieping. Van uit dit enen raam kon je gewoon alles zien. Het meer, het verboden bus en nog veel meer van het school terrein. Maar vooral de treurwilg bij het meer. Niet zo zeer die boom. Het was wel een mooie boom ik had hem al vaak proberen tekenen. Maar die trieste straling kreeg ik er nooit in verwerkt. Nee ik wilde de boom goed kunnen zien om dat Hermelien daar de laatste maanden veel zat. Ze staarde soms gewoon uren voor zich uit. Gewoon naar het meer kijkend. Waar natuurlijk het grote schip van de Bulgaren lag te dobberen. Sommige mensen zouden het saai vinden om naar iemand te kijken due gewoon voor zich uur staart. Maar ik niet. Ik vond het fascinerend hoe de drukte studiebol die elke dag met boeken loopt te sleuren. Gewoon helemaal stil kan worden. Ze zit daar dan met opgetrokken knieën. Ik vond het spanend om te weten te komen wat zich in de slimme brijn plaatsvond. Waar ze aandacht. Of ze ooit aan mij zou denken. Ik zuchtte en draaide me om. Normaal kwam ze elke dag om dit uur naar de boom. Maar ze was er niet. Ik liep terug naar beneden. Het was zaterdag en ik kon gewoon rustig bij de haard een boek lezen of zo. Gewoon een dachten ontspannen. Hard botste er iemand tegen me op. Sorry zij de stem ik herkende de stem meteen. Vlug krabbelde ik overijld. Kijk uit waar je loopt Potter wilde ik zegen. Maar ik deed het niet. Als ik Potter zou leren verdragen zou ik heel meschien dichter bij Hermelien kunnen komen dan elke keer uit het raam te kijken. Ik stak mijn hand uit om hem recht te treken. Aarzelend keek ik me aan vanaf de grond. Het zag er echt stom uit. Ik die met uitgestoken hand stond en Potter op de grond. Ga je mijn hand nog aannemen of niet. Vlug nam Potter mijn hand vast en ik trok hem overijld. Hij klopte het stof van zijn broek en zette zijn bril recht. Waarom zoon haast. Wel begon hij. Ik kon al meteen horen dat hij kwast was. Het kon me niet schelen wat zijn problemen waren maar ik deed het voor Hermelien. Kannenwasser bedriegt Hermelien met  Cho. Ik zoek Hermelien dus maar eerst wil ik hem eens goed mijn gedacht zeggen. Ik was kwaad om dat kannenwasser haar pijn had gedaan.  Maar aan de andere kans was ik ook blij. Ik zou nooit een kans bij haar hebben maar ik zou haar niet meer tegen komen met haar tong in een andere jongen zijn keel. Ik weet niet waarom ik jou dit vertel Malfidus maar het moest er gewoon uit. Zeg maar Draco. Potter stak zijn hand  uit. Ik nam hem aan en schudde die. Dankjewel voor het recht helpen Malfi- Draco. Graag gedaan Pott- Harry

En voor het eerst in jaren gaven een Griffoendor en een zwaderaar elkaar de hand. Voor een meisje dat ze niet kenden maar dat wist nog Draco nog Harry niet.

Mijn duistere geheim (dramione) Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu