Hoofstuk 24

214 13 0
                                    

Viktor Krum
Zo dra ik het water in was gedoken transformeerde ik mezelf in een haai. We het lukte maar half maar ik kon ademhalen dus al bij al viel het nog mee. Ik had het meer al grotendeels verkent dus moeilijk kon het niet zijn. Ik zou deze opdracht makkelijk winnen. Ik keek om me heen en legde mijn toverstok plat op mijn hand. Ik wilde de weg wijs spreuk uitspreken. Dan wees de punt naar je bestemming. Maar toen ik de spreuk wilde uit spreken kwamen er enkel bellen uit mijn bek. Want een haai kan natuurlijk niet spreken. Ik vloekte in het Bulgaars waardoor er weer bellen ontstonden. Verwoest begon ik gewoon te zwemmen naar wat mij het midden van het meer leek. Kleine wezens kwamen op me af gezwommen. Ze hadden een groot hooft voor hun kleine lichaam die bestond uit tentakels. Ze waren niet groter dan 15 cm maar ze waren met veel. Hun kleine scherpe tandjes krasten over mijn armen en benen. Ze trokken me naar beneden. Ik kon maar één ding doen en dat was geen magie wat dat werkte duidelijk niet. Woedend hapte ik om me heen. Het water rond me kleurde rood. Een zoute smaak kwam mijn bek binnen. De water wezentjes waren duidelijk verschoten. Maar ze vluchten niet weg. Ze leken zich juist kog meer te verdedigen. Ik schreeuwde het uit toen er eentje in mijn been beet. Woedend hapte ik er nog één dood die dicht bij mijn schouder zwom. Met mijn haaien neus rook ik het bloed sterk. Ik voelde hoe de kracht uit me weg ebde telkens al de scherpe tandjes mijn vlees doorboorden. Langzaam zakte ik naar beneden. Naar de bodem waar de dood op me wachtte. Toen plots mijn hand vastgegrepen werd. Ik zag een groenachtig schubbige huid due me uit de waterwezentjes trok. Het was een meermin een andere krijste tegen de wezens en zwaaide vervaarlijk met een speer heen en weer.

Die kant uit je hebt al veel tijd verloren.

De stem was angstaanjagend helder. Niet zo als de stem die uit het gouden ei was gekomen. De meermin wees met haar grauwe arm naar de kant die ik op moest. Vlug zwom ik verder op weg naar wat ik het meet zou missen. In de vete doelde een stat op. Vlug ging in er heen. Er waren gedaantes vast gebonden aan dikke touwen. Potter zwom heen en weer. Hij keek me opgelucht aan ik keek naar de gedaantes die vast gebonden waren. Mijn aandacht werd meteen getrokken door het bleke gezicht van Hermelien. Vlug zwom ik op haar af en keek ik haar glazige ogen. Ze keken in de mijne maar toch niet. Volgens mij kon ze helemaal niets zien of voelen. Ik moest haar vlug naar de oppervlakte brengen. Verwoed probeerde ik het touw door te bijten. Iemand tikte op mijn schouder. Het was Harry hij had een scherpe steen in zijn hand die hij aan mij gaf. Vlug nam ik hem aan en sneer het touw door. Ik nam Hermelien bij haar prachtige fijne hand en zwom met haar naar boven. Ik keek Harry nog even aan. Hij zwom zenuwachtig heen en weer tussen een blond meisje en zijn beste vriend. Het moet het zusje van fleur zijn ik had ze al eens samen door het kasteel zien lopen. Vlug zwom ik verder naar de oppervlakte voor de tijd om zou zijn. Ik zou wel tegen het schoolhoofd van Harry zeggen dat hij wachtte op fleur. We kwamen boven water ik Hermelien hapte naar adem. Ik hield haar dicht tegen me aan terwijl ik haar het water uit droeg. Ze fluisterde mijn naam zachtjes. Haar ogen waren nog steeds gesloten. Het maakte me bezorgt vlug ging het water uit. Toen we aan land kwamen werd er luid geklapt. Mijn schoolhoofd kwam vlug op me af met een dikke mantel due hij meteen om mijn schouders sloeg. Voor ik het goed en wel besefte werd Hermelien uit mijn armen genomen door twee jongens met rood haar en alle bij gehuld in de kleuren rood en goud. De eens droeg haar en de andere duwde iedereen aan de kant ze gingen een witte tent binnen. Ik wilde haar beschermen ik werd er boos van dat die twee idioten haar weg brachten. Ik had haar gered niemand anders ik verdiende de eer. Het schoolhoofd loodste me ook richting de witte tent. Ik ving een glimp op van Hermelien in een wit bed terwijl een verpleegster druk in de weer met haar was. Ze zat recht en fluisterde met een aziaties meisje dat naast haar in een ander bed lag.

Draco.
Kannenwasser was al uit het water gekomen met een meisje van Ravenklauw. Ze werden bijden naar madam pleister gebracht onder luid gejuich van Huffelpuf en Ravenklauw. Griffoendor mompelde woeden zij supporterden natuurlijk voor Harry. Zwadderig supporterde grotendeels mee met Viktor Krum. Het was al weer een tijdje geleden dat kannenwasser uit het water was gekomen. Iedereen keek verwachtingsvol naar het water. Op de klok stond te lezen dat ze nog een kwartier de tijd hadden. Harry, Krum en fleur waren nog nergens te bekenden. Net op dat moment kwam fleur boven water. Haar school begon luit te juichen. Maar ze had niemand jij zich. Een meermin hielp haar aan de kant. Ze huilde luid een wilde terug het water in duiken. Ze schreeuwde luid terwijl ze een naam schreeuwde. Haar hele lichaam stond vol kleine wondjes. Ze schreeuwde weer terwijl ze zich vreselijk verzette tegen haar vriendinnen die in alle macht een bad jas over haar schouders probeerden te legen. Er kwam een jongen met rood haar op haar afgelopen. Het moest de oudere broer van wemel zijn. Waarom kwam die in vredesnaam afgerend op fleur Delacour. Ik zag hoe hij haar in zijn armen nam waar ze rustig werd maar wel nog steeds vreselijk huilde. Ook zij werd naar de ziekentent gebracht vergezeld door die wemel en door een paar vriendinnen. Eigenlijk wilde ik naar Hermelien toe gaan. Ik wilde haar ook in mijn armen nemen. Maar dat was iets wat onmogelijk was.

Harry zat bijna een half uur buiten zijn tijd. De kandidaten en de mensen die ze moesten redden stonden ook terug buiten. Hermelien droeg een dikke mantel haar korte haar werd terug nat door de lichte regen druppels. Madam pleister deed een paar verwoede pogingen op de leerlingen die uit het meer kwamen terug de tent in te krijgen. Maar stuk voor stuk hadden ze geweigerd. Vooral Hermelien had zwaar tegen gesproken ze moest en zou Harry zie aankomen. Ik wierp nog een blik op het zwarte warer van het meer. Net om dat moment kwam wemels rode haar boven het water oppervlak uit. Vlak na hem kwam een jong meisje met blond haar ook naar boven. Ze keken alle bij verward om zich heen. Het meisje begon te huilen. Wemel hielp haar naar de kans waar ze er uit getrokken werd door fleur die haar meteen in de armen sloot. Ook Ron werd uit het water getrokken en in een hand doek gedraaid. Perkamentus liep op Ron af. Ik was te ver om te kunnen verstaan wat het schoolhoofd zij. Maar het moest wel om Harry gaan. Iedereen keek ademloos naar het water. Zelf de zwadderaars kerken zwijgend naar het meer. Maar niets was zo overweldigend dan de angstige gezichten van de Griffoendors. En paar meisjes waren al in tranen uitgebarsten waaronder meisje wemel. Ook Hermelien keek angstig ze sloeg haar mantel nog steviger om zich heen en keek woedend naar het meer. De spanning was gewoon te snijden. Ik meende zelf angst in de ogen van sneep te zien. Het was maar een fractie van een seconde wand toen klonk er een oorverdovend applaus en geroep. De Griffoendors sprongen wilt en gillend door de kucht terwijl ze zwaaiden met hun vlagen en sjaals. Ook de rest van Zweinstein was opgelucht dat Harry aan land was. Hermelien gooide haar mantel over zijn schouders en omhelsde hem. Madam pleister liep vlug naar hem toe en stak een peper pil in zijn mond. Meteen kwam er stoom uit zijn oren. Ook fleur liep op hem af en overlade hem met kussen en bedankjes voor het redden van haar zusje. Ik zag Hermelien naar de tribune kijken ik ving haar blik. Ze lachte en ik zwaaide voorzichtig naar haar. Ik wilde haar in mijn armen sluiten.

Mijn duistere geheim (dramione) Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu