Viktor Krum

361 25 0
                                    

Viktor
Ik werd vroeg waker. Eerst wilde ik nog even zwemmen in het meer. Ons school hooft had de tweede opdracht voor me uit gestippelde en me ook een paar spreuken geheven om onder water te ademen. Momenteel oefende ik het meest op de spreuk waardoor ik in een halve haai veranderde. Wel mijn hooft werd een haaien kop. Ik hooide de dekens van me af en stond recht. Vlug trok ik mijn zwembroek aan. Hoe sneller ik klaar was met trainen hoe sneller ik naar de bieb kon. Niet dat ik graag boeken las. Ik wilde het wel kunnen maar lezen was niet echt mijn sterkste kant. Ik kwam er om haar te zien. Volgens mij hete ze Hermelien. Dat had ik haar vrienden horen zeggen. Ik sloeg een mantel over mijn schouders heen. Op blote voeten verliet ik mijn kamer op de bood uit op weg naar het dek. Voor mensen die de kou niet gewoon waren zou deze kou moordend zij. Ze zouden gewoon bevriezen na een duik in det water. In liet de mantel van mijn schouders vallen en ademde de koude lucht in. Met een grote boog dook ik het water in. Ik voelde hoe mijn guit samen trok en weer uit rok. Na een paar seconden kon ik ademen. Ik begon te zwemmen en het meer verder te verkennen. Na ongeveer een half uur zwom ik weer naar boven. Mijn gezicht veranderde weer in nou ja in mijn gezicht. Ik zwom traag naar de rand van het meer. Toen ik uit het water kwam zag in iemand onder de boom liggen. Vlug liep ik er naar toe. Het was een meisje haar armen en benen waren bleek. Ik tilde haar op en keek naar haar gezicht. Het was Hermelien haar lippen waren blauw. Ze haalde geel licht adem. Ik drukte haar tegen me aan om haar warm me krijgen. Maar toen besefte ik dat ik geen kleren droeg.
Ik keek naar het schip waar Erik net stond. He Erik breng vlug mijn mantel en meschien een broek. Hij knikte en liep vlug naar binnen. Na een poosje stond Erik naast me. Ik legde vlug de mantel op de grond en legde Hermelien er op. Snel sprong ik in mijn broek en tilde haar terug om. Gewikkeld in mijn mantel rende ik met haar naar het kasteel. Een maal binnen keek ik een beetje verloren om me heen. Ik wist totaal niet naar waar ik het half bevroren meisje geen moest brengen. Harry Potter en een roodharige jongen liepen op me af. Ik wist dat het haar beste vrienden waren. De roodharige keek me kwaad aan. Wat heb je met haar gedaan zij hij kwaad. Ik heb haar gevonden bij het meer toen ik op weg kwam naar hier. Ron stop met zagen ze is half bevroren. Zij Harry Potter. Kom vlug mee naar de ziekenzaal. Ze holden voor me uit. Ik droeg Hermelien die nog steeds zo hoed als bijna niet ademde. Haar lippen waren nog steeds blauw. Ik vroeg me af hoe lang ze daar al in de sneeuw onder de boom lag. Een vrouw in witte kleren liep op ons af. Ze wees naar een bed vanachter in de ziekenzaal ik legde haar neer op het bed. Ze trilde lichtjes. Mijn mantel zat nog steeds om haar lichaam heen geslagen. Ze stuurde Harry Potter en de roodharige naar de les. Ze gaf mij een overhemd die ze altijd op overschot had liggen. Ze haf Hermelien verschillende drankjes en smeerde gaar armen benen en gezicht in met een soort sterk ruikende olie. De verpleegster toverde een stoel naast haar bed en ik ging zitten. Kijken hoe de kleur heel langzaam terug in haar lichaam liep.

Hermelien
Langzaam opende ik mijn ogen. Ik had koud. Ik voelde mijn benen en vingers haast niet meer. Naast me zat iemand. Het was een jongen hij sliep. Zijn haar was zwart even dacht ik dat het Harry was. Maar dat kon niet Harry was niet zo gespierd. Toen ik beter keek zag ik dag het Viktor Krum was. Mevrouw pleister kwal naar me toe gerent. Om juffrouw griffen u bent gelukkig waker. Wat is er gebeurt meisje. Dat wilde ik net aan u vragen. Zij ik verbaast het laatste wat ik nog wist was. Ik wist het gewoon niet meer. Ze haf me een beker met een paars drankje er in. Ik ging overijld zitten maar dat lukte niet zo best. Blijf nog maar even liggen meisje. Ze glimlachte naar me en liep terug naar haar kantoortje. Viktor wet waker en keek me aan. Je bent waker zij hij met een zwaar accent. Ik glimlachte naar hem. Dankje voor het redden. Hij krapte even aan zijn nek. Wil je met mij naar het kerst bal. Ik keek hem stomverbaasd aan. Ik was niet meer samen met Carlo. Dus ik wist niet waarom ik geen ja zou kunnen zeggen. Maar toch twijfelde ik. Er was iets af iemand die me tegen hielt. Als je me recht helpt zeg ik ja. Hij leek dol gelukkig en legde zijn hand onder mijn rug. Zo dat ik kon recht zitten. Ik dronk de paarse vloeistof op. Een warm gevoel verspreidde zich over mijn lichaam. Ik kon weer normaal ademhalen. Ook de beelden van de afgelopen avond kwamen terug. De koude sneeuw waar ik de hele nacht in gelegen had. Hoe mijn tranen over mijn wangen liepen. Ik was zwak geworden. Nee ik was nooit sterk geweest. Als je al instort na één kleine tegenslag ben je zwak. Ik schaamde me zo erg. Ik voelde me een zwak klein meisje. En ik was er niet klaar voor om binnen een week op twee mijn vader te ontmoeten. Ik zou sterker worden. Mentaal en Fysiek. Ik zou gaan tranen en nog meer duistere magie uit mijn hoofd leren. Ik zou hem niet teleur stellen.

Mijn duistere geheim (dramione) Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu