5.

175 8 0
                                    

~Kristel~
We zitten in het busje onderweg naar huis, Karen had mijn hand vast gepakt en glimlachte, en ik glimlachte ook. Ik voel mij enorm vermoeid, en ik wil slapen, maar ik zie Karen dagdromen, waar zal ze over dagdromen? Naja het maakt mij niks uit, en ik besluit om mijn ogen dicht te doen. Ik voel mij ook al een aantal dagen niet lekker. Ik voel mij misselijk, en nee ik ben niet wagenziek, of zwanger of wat dan ook, en het enige waar ik aan kan denken is slapen. Nanou en Lily en Gene zijn ook niet lekker, en die liggen alle drie thuis ziek op bed. Als ik thuis ben ga ik toch even mijn koorts opmeten, er heerst griep dus het kan zijn dat ik ook ziek word, wat ik natuurlijk niet hoop, aangezien ik morgen mij voor het eerst de manager van Hanne, Klaasje, en Marthe, mag noemen. Misschien ben ik daarom misselijk, gewoon van de zenuwen. Ik probeer te slapen, maar het lukt niet. De misselijkheid word erger, en erger zal ik dan toch ziek worden? Oppeens voel ik wat omhoog komen, en ik vraag onmiddelijk of het busje kan stoppen. Het busje stopt zo snel die kan, en ik laat Karens hand snel los, en stap zo snel ik kan het busje uit, en ja hoor daar is het. Ik moet braken, daar hang ik dan boven het grasveld. Karen komt naar mij toe gerend, en houdt mijn haar vast, voordat dat onder zit. Gelukkig zit mijn kleding niet onder. Klaar Kristel? hoor ik Karen vragen. Ik knik, en ik en Karen lopen weer naar het busje en stappen in. Ik heb het er warm van gekregen, en ik doe mijn vest uit. Ook pak ik een kauwgompje uit mijn tas, om die zure smaak weg te laten gaan. We gaan weer verder rijden, mijn misselijkheid is wat minder geworden, zal dat dan toch dwars gezeten hebben? en ik ga weer dromerig uit het raam kijken. Slapen komt er niet van. Ik ben klaar wakker door wat er net gebeurt is, en inmiddels zijn wij bij Josjes huis aangekomen. Josje stapt uit, en zegt ons snel gedag, en loopt dan redelijk snel naar haar voordeur. Wij zien Josje naar binnen lopen, en ze doet de deur achter haar dicht. Zullen we Josje ooit nog zien? zit ik te denken. en wij rijden weer verder naar mijn huis. Ik doe mijn vest weer aan, want ik heb het koud, ondanks dat ik mijn vest aan heb. Heb ik het alsnog koud, en ik zit te klappertanden. Gaat het echt goed met je Kristel? hoor ik Karen vragen. Ik knik ja, het gaat wel, zeg ik snel tegen Karen. En ik kijk weer verder naar buiten. Het is al enorm donker buiten, en je ziet amper wat. Ik voel een paar handen naar mijn handen toe komen. Ik schrik ervan, en kijk er dan naar, dat zijn de handen van Karen. Ze wrijft mijn handen warm. Amai Kristel je hebt ijskoude handen, hoor ik Karen zeggen. Ja ik heb het ook ijskoud, zeg ik tegen Karen. en Karen wrijft mij warm. Het helpt wel iets, maar niet veel. Ik ben gewoon ziek aan het worden, 100% zeker. en inmiddels komen we aan bij mijn huis. Ik stap het busje uit, en loop samen met Karen naar mijn voordeur. Ik geef karen nog een hele dikke knuffel. Het gaat je goe schatteke, hoor ik Karen in mijn oor fluisteren. Weet ik, fluister ik terug, het gaat jou ook goe fluister ik terug, en we geven elkaar nog een hele stevige laatste knuffel. Want vanaf morgen zien wij elkaar niet zo heel vaak meer. We komen los uit onze omhelzing, en ik loop naar binnen van mijn huis. beterschap schattie! hoor ik Karen nog roepen. Dankjewel! zeg ik. en ik doe de deur dicht, Ik zie Karen terug lopen naar het busje, en instappen. Wat ga ik Karen enorm missen, en ik draai de deur nog op slot, en ga onmiddelijk naar boven om mij klaar te maken, en als dat gedaan is kruip ik mijn warme bed in, en morgen begint voor mij een nieuw avontuur. als ik mij niet al te beroerd voel, en ik val in een diepe slaap.

Vemen an act of true friendship (VOLTOOID)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu