12.

148 8 4
                                    

~Karen~
Ik kom net terug van Kristel, amai! wat ziet zij er erg uit, alles deed haar zeer, en op bepaalde stukken van haar lichaam zag ik enorm blauwe plekken zitten. Ze was ook amper aanspreekbaar, en sliep veel, tja wat moet je anders doen als je geen kant op kan. Zal die klap dan zo erg geweest zijn, en zal ze het overleven? Ik hoop het wel. Ik wil mijn beste vriendin niet verliezen, en ik dwaal door de stille ziekenhuis gangen heen. Eigenlijk is dat echt griezelig. Het is zo stil, net een horrorfilm. Enkele minuten later, sta ik buiten om even een frisse neus te halen. Ik sta stilletjes voor mij uit te staren. Opeens komt er iemand naast mij staan, wat is de lucht helder he? hoor ik die persoon zeggen. Ik knik en kijk dan op zij, diegene is donker gekleed, en ik zie diegene amper. Opeens zie ik het maan licht op haar gezicht schijnen, en kijk heel goed naar die persoon. Ik herken die persoon ergens van. Ik kijk nog een keer heel goed naar die persoon. Ik weet wie het is, dat is KATHLEEN! Kathleen ben jij dat? en die persoon kijkt mijn kant op, ja ik ben het! hoor Kathleen enthousiast zeggen. Dag schatteke, en ik geef Kathleen een knuffel, hoe is het en wat doe jij hier? vraag ik aan Kathleen, met mij gaat het goed, ik ben hier voor een paar onderzoekjes, is niks ernstigs, hoor ik Kathleen zeggen. Hoezo niet ernstig? vraag ik aan Kathleen. Het zijn gewoon een paar onderzoekjes, voor mijn zwangerschap, hoor ik Kathleen zeggen. Ben jij zwanger dan? vraag ik verbaast. Kathleen knikt enthousiast ja. Omg gefeliciteerd! hoellang ben je al zwanger? vraag ik verbaast. 5 maanden nu, hoor ik Kathleen zeggen. Ahww dat is echt keilief! zeg ik tegen Kathleen. Ja ik ben ook echt blij! maar wat doe jij hier? ben je ziek? of is er wat anders? hoor ik Kathleen aan mij vragen. Nee, nee, ik ben niet ziek, ik ben hier voor Kristel, zeg ik tegen Kathleen. Kristel? wat doet zij hier? en is het ernstig? hoor ik Kathleen geschrokken zeggen. Het is ernstig ja, zeg ik tegen Kathleen. Zal ze nu nog bezoek mogen krijgen? hoor ik Kathleen zeggen. Nee, ik denk het niet, ik denk dat het morgen pas mag, zeg ik tegen Kathleen. Ja ik denk het ook, hoor ik Kathleen zeggen. Ik ga morgen weer naar Kristel, wil jij ook mee? vraag ik aan Kathleen. Mah ja! als dat mag? ik heb Kristel ook al een poos niet meer gezien, hoor ik Kathleen zeggen. Ja is waar, en als je wilt, mag je bij mij blijven slapen. Het ziekenhuis is dichter bij mij, dan jou, zeg ik tegen Kathleen. Als dat mag, zou fijn zijn, hoor ik Kathleen vragen. Ja dat mag, anders zeg ik het niet he! slimmerik! zeg ik lachend. en Kathleen moet ook lachen. Allè kom dan, dan gaan we, zeg ik tegen Kathleen. en ik en Kathleen gaan dan richting mijn huis.

Vemen an act of true friendship (VOLTOOID)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu