Hoofdstuk 21

642 38 73
                                    

Het felle licht drong door zijn gesloten oogleden heen. Kreunend draaide Gilan zijn hoofd opzij. Samen met de pijn kwamen de herinneringen aan het gevecht. Met een schok opende hij zijn ogen en schoot overeind. 'Blijf liggen, Gil,' zei een bekende stem, terwijl een hand hem terug duwde.

Gilan probeerde wat te zeggen, maar zijn keel was helemaal uitgedroogd.
Een hand tilde zijn hoofd een beetje op, en de man liet een paar druppels water in zijn mond druppelen.

'Vader?' vroeg hij toen hij weer normaal kon praten.
Toen heer David knikte, ging hij verder. 'Wat doe je hier?'
'Oh, het spijt me dat ik gelijk hierheen ben komen rijden toen het nieuws dat mijn zoon hier bijna dood lag te bloeden mij ter oren kwam!'
Beschaamd sloeg Gilan zijn ogen neer. 'Het spijt me,' mompelde hij.
'Dat geeft niet, Gil. Ik wil gewoon jou ook niet verliezen.'
Daar had Gilan geen antwoord op. Hij kreeg altijd een brok in zijn keel als het over zijn moeder ging.

Opeens viel zijn blik op het verband dat om zijn middel zat. Hij vroeg zich af waarom dat er zat, totdat hij zich herinnerde dat hij neergestoken was. Hij had even niet op zijn aanvallers gelet, omdat hij Carly een waarschuwing toeschreeuwde. Carly. Carly was meegenomen door de Doders van D. En dat kwam allemaal door hem.

Heer David zag de uitdrukking op het gezicht van zijn zoon, en informeerde bezorgd: 'Alles goed?'
'Nee. De Doders hebben Carly.'
'De wat hebben wie?'
Zijn vader had natuurlijk nog nooit van haar geleerd. 'Carly is de andere leerlinge van Halt. De Doders van D zijn een groep mannen die haar ouders hebben vermoord, en ze zitten ook achter haar aan.'
'Maar wat willen die mannen dan van haar?'
Gilan haalde zijn schouders op. 'Dat weten we niet.' Hij besloot niks te vertellen over Carly's echte ouders, dat was een geheim van hun tweeën.

'Het zal wel goedkomen. Halt is hier ook van op de hoogte gebracht, en zal ook snel komen.'
'Hij is er al,' zei de stem van Halt vanuit de deuropening. 'Kunnen jullie twee ook niet voor één keer uit de problemen blijven?' zuchtte hij geïrriteerd.
Toen pas leek het tot hem door te dringen dat er iemand ontbrak. Zijn ogen scande de hele zaal, maar nergens was het bruine haar van zijn leerlinge te zien. 'Waar is Carly?' vroeg hij bezorgd.

Gilan liet zijn hoofd hangen. 'Weg,' wist hij uit te brengen.
'Weg? Hoe bedoel je weg?'
'Ik laat jullie even alleen,' zei heer David terwijl hij opstond. Voordat hij wegliep, kneep hij Gilan bemoedigend in zijn schouder. De jongen zond hem een mistroostig glimlachje.

Halt nam plaats op de nu lege stoel. 'Vertel,' beval hij Gilan.
Hij haalde eerst diep adem, en zette zijn gedachte op een rijtje. 'Ze is meegenomen door een stel mannen die we de Doders van D noemen. Wat ze met haar willen weten we niet, maar we weten wel dat die mannen haar ouders hebben vermoord. Die haar pléégouders hebben vermoord.'
Dat trok Halt's aandacht. Met een blik die een mengeling was tussen verbazing en spijt keek hij zijn leerling aan. 'Ja, Halt. We weten het.'
'Hoe... Maakt ook niet uit. Hoeveel weten jullie.'
Gilan trok zijn mond open om te antwoorden, maar de opgestoken hand van Halt hield hem tegen.
'Laat ons alleen,' beval hij de bedienden die aanwezig waren bars.

Nadat hij er zeker van was dat ze alleen waren, gaf hij Gilan het teken dat hij kon beginnen met praten.
'We weten dat Carly toen ze ongeveer één jaar was, weggegeven was aan haar pleegouders. En dat Dick haar zou leren vechten, wat hij uiteindelijk ook gedaan heeft. En dat jij voor haar zou zorgen als de rest omgekomen was.
Ze heeft me ook verteld dat de Doders van D haar al haar hele leven achtervolgen, en dat ze haar pleegouders voor haar ogen hebben vermoord toen ze vijf jaar was.'

Halt wendde zijn ogen af. 'Ik wist wel van de dood van Gerrit en Carla af, maar ik wist niet dat ze voor haar ogen vermoord waren. Dick is zeker ook vermoord?'
Toen Gilan knikte, zuchtte hij diep. 'Het was een goede man. Spijtig dat hij er niet meer is.'

Het bleef een lange tijd stil. Het was Gilan die hem verbrak. 'Halt, herkende je Carly niet toen je haar tegenkwam die keer in het bos?'
'Nee. Ik had haar al zo'n tien jaar niet gezien, en ik had niet verwacht dat ze in haar eentje zou rondzwerven. En voordat je het vraagt: ja ik was erg geschrokken toen ik doorkreeg dat de jonge vrouw die voor me stond dezelfde was als het kleine meisje wiens ouders ik beloofd heb om voor te zorgen als ze niemand meer had.'
'Maar wat willen ze dan van haar?'
'Ik wil het je dolgraag vertellen, maar niet hier. Die man heeft overal oren en ogen, en het risico dat we afgeluisterd worden is veel te groot.
Je wordt binnen nu en een paar dagen toch uit het ziekenhuis ontslagen, dan vertel ik je alles. Maar daarna moet je met je vader meegaan naar Karwij. Zodra je genoeg hersteld bent om weer te gaan trainen, wil de plaatselijke Jager je vaardigheden op peil houden totdat ik terug ben uit Gallica, mét Carly.'

'Nee.' Het was maar een klein woordje, maar het kostte Gilan erg veel moed om het te zeggen.
'Nee?' herhaalde Halt met een zachte stem.
In Gilan's gingen alle alarmbellen af, maar hij kon zich nu niet meer terugtrekken. 'Inderdaad, nee. Als ik haar niet alleen had gelaten of eerder was gekomen, was ze nooit ontvoerd. Ik ga mee.'
Halt bleef stil voor een lange tijd. Gilan begon steeds banger te worden dat Halt zou weigeren en hem naar zijn vader zou sturen.
'Ik hoopte al dat je dat zou zeggen.'

>>>------>                                            <------<<<

Een paar weken later waren Halt en Gilan op weg naar Gallica. Het was een erg moeilijke beslissing geweest hoe lang ze konden wachten. Gilan's ribben moesten natuurlijk genoeg hersteld zijn, maar als ze te lang wachtten, kregen de Doders een te grote voorsprong. En dan zaten ze ook nog met een ander probleem genaamd winter. Als ze te lang wachtten, was de zee al bevroren tegen de tijd dat ze bij de haven aankwamen.
Als Halt in zijn eentje was geweest, was hij nu al halverwege de Enge Zee. Maar dit was een goed compromis vond hij.

Onderweg vertelde hij Gilan over Carly's afkomst. 'En daarom vroegen ze Gerrit en Carla dus om voor hun dochter te zorgen,' besloot Halt zijn verhaal.
Gilan had tijdens zijn verhaal geen geluid gemaakt. Hij kon nu nog steeds geen woord uitbrengen. 'Carly een... Nee, dat kan gewoon niet.'
'Geloof het maar.' Halt keek omhoog naar de wolken. 'Het gaat zo regenen. We kunnen maar beter doorrijden. Als we het dorp hebben bereikt, is het nog maar twee dagen reizen naar de kust. Voordat ik naar jou ging, heb ik Crowley en koning Duncan op de hoogte gebracht en Duncan heeft al een schip voor ons geregeld.
Als we geluk hebben, halen we daarmee een deel van de verloren tijd in. Als hij Carly tegen die tijd nog niet vermoord heeft.'

Het spijt me echt heel erg voor dit korte hoofdstukje. Het was erg moeilijk om te schrijven zonder iets van Carly's achtergrond te onthullen.

Voor degene die het willen weten (jullie mogen dit deel skippen, ik moest dit gewoon even kwijt), ik heb al best wat cijfers teruggekregen. Ik heb tot nu toe maar twee onvoldoendes, voor natuurkunde en Grieks. Natuurkunde is een 5,2, maar ik sta nog steeds voldoende en Grieks is een 2,5... Morgen krijg ik mijn Latijn proefwerk terug, dus ik hoop maar dat ik daar een niet al te diepe onvoldoende voor heb.
Het meest verbaasd ben ik over mijn 5,8 voor wiskunde, aangezien ik helemaal geen wiskundeknobbel heb. Het was ook nog eens wiskunde B, en daar ben ik erg slecht in. Gelukkig is het hoofdstuk waar we nu aan werken wiskunde A, waar ik veel beter in ben en wat ik ook ga kiezen aan het eind van het jaar. En voor de mensen die geen idee hebben waar ik het over heb: wiskunde B gaat vooral over dingen bewijzen. Bijvoorbeeld dat je zegt dat twee driehoeken in één figuur aan elkaar gelijk zijn. De stelling van Pythagoras en de stelling van Thales zijn hier ook onderdelen van.
Wiskunde A gaat veel meer over kansberekening en weken met statistieken. Ik ben sowieso al veel meer een Alfa dan en Bèta persoon. En jullie? Zijn jullie meer een Alfa persoon (taal en geschiedenis, enz.) of een Bèta persoon (natuurkunde, scheikunde en biologie enz.). Ik ben benieuwd.

Dag, dag mijn Jagertjes.

Xx Charlie

De Grijze Jager, De Leerlinge Uit Gallica (gaat herschreven worden)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu