"Kappen met deze onzin. Ik kan hier niet meer om lachen" snauw ik terwijl ik overeind probeer te klauteren. Hij duwt me weer op de grond. Hij pakt met zijn handen mijn keel vast. Heel langzaam sluiten zijn vingers zich verder om mijn nek. "Nee, stop" hijg ik.
Opeens springt er een gedaante tevoorschijn. De gedaante gooit Keegan aan de grond. Ik heb nog nooit iemand gezien die sterker is dan Keegan. Keegan wil terug vechten maar als hij de gedaante bekijkt zet hij het op een rennen. "Dankje" hijg ik terwijl ik overeind klauter. Als ik naar zijn arm kijk hap ik naar lucht. De BlackRiver tattoo. "Ik uh moet gaan" zeg ik terwijl ik snel weg wil lopen. De gedaante draait zich naar me toe. Ik schrik van zijn lange litteken die over zijn gezicht loopt. "Sta stil" beveelt hij. Hij bekijkt me goed. "Wat zonde. Jammer dat we zo'n mooie meid moeten vermoorden" sist hij. Hij geeft me een klap op mijn hoofd waardoor ik neerval. Ik voel bloed over mijn hoofd lopen. Hij grijpt me bij mijn haar en sleept me mee. Ik probeer de tranen tegen te gaan, maar de pijn is zo onmenselijk dat ik ze niet tegen kan houden. Het voelt als een eeuwigheid. Opeens hoor ik een deur open gaan. Hij gooit me een trap af. Hij loopt op me af en zet me op de stoel die midden in de kamer staat. Het is zo koud en donker. Het enige wat ik zie is de trap waar ik net vanaf ben gegooid. Hij bind mijn handen vast zodat ik niet kan bewegen. "De alfa gaat zo veel plezier met jou hebben" zegt hij.
Ik leun naar voren op te hoop dat mijn hoofd dan minder zeer doet. Ik hoor zware voetstappen dichterbij komen. Opeens zie ik twee grote laarzen voor me staan. Dit zal de alfa wel zijn. Ik durf niet omhoog te kijken. "Kijk me aan" beveelt de zware stem. Langzaam til ik mijn hoofd op. Terwijl ik omhoog kijk begin ik rare gevoelens te krijgen. Ik probeer ze te negeren. Zijn ogen zijn het mooiste wat ik in heel mijn leven heb gezien. Zijn kaaklijn ziet er gespannen en perfect uit. Zijn gezicht lijkt bijna symmetrisch en zijn prachtige bruine haar ziet er zelf in dit licht perfect uit. Ik voel een sterkte drang om zijn gezicht vast te houden. Zijn gespierde lijf zorgt ervoor dat ik me bijna niet kan inhouden. Hij ziet er groot en gevaarlijk uit, maar alsnog voel ik me veilig. Hoe gek dat ook klinkt. Hij is prachtig.
"Van mij" gromt hij. Ik staar voor me uit. Niet wetende wat ik moet denken. Ben ik de luna van alfa Zayden? Dat kan toch niet? Hij zal me doden. Hij sluit me op. Als die gedachten verdwijnen wanneer hij naar de jongen loopt die mij heeft meegenomen. Hij slaat hem keihard en gooit hem in een beweging tegen de muur aan. Ik weet niet wat ik zie. Ik blijf voor me uit staren. Wanneer de jongen op de grond valt zie ik een gat in de muur. Oh my god. Zayden heeft zojuist iemand tegen de muur aangegooid en er zit een gat in. Ik weet niet wat ik meemaak.
Wanneer hij zijn aandacht op mij richt druk ik mijn rug tegen de stoelleuning aan. Ik weet niet wat ik moet doen. Ik kan alleen maar in zijn ogen staren. "Waar heeft hij je pijn gedaan?" vraagt hij. "Nergens" lieg ik. "Niet liegen" antwoord hij. "Mijn hoofd" stotter ik. Hij maakt mijn handen los.
"Kom" beveelt hij. "Ga je me vermoorden?" vraag ik. "Jou? Nooit" antwoord hij. Ik probeer op te staan, maar zak snel weer door mijn benen. "Kom maar" zegt hij. Hij tilt me op en brengt me naar wat ik denk zijn slaapkamer. Hij legt me in bed en haalt een nat handdoekje op die hij over mijn hoofd legt. "Dankjewel" zeg ik terwijl mijn gezicht samentrekt van de pijn. Hij gromt wanneer hij mijn gezicht ziet en loopt de kamer uit. Al snel zak ik weg in een diepe slaap.

JE LEEST
Zijn bezit
Người sóiZij wilde een normale mate, niet de beruchtste alfa van het land. "Jij. Bent. Van. Mij." gromt hij. Ik probeer mijn armen te bewegen, maar ze zitten zo stevig vast gebonden dat ik er geen beweging in krijg. "Ik ben van mezelf" snauw ik. "Waag het n...