14. Het verhoor

3K 13 4
                                    

Terwijl Emma weer naar haar kamer werd gebracht ging ik op zoek naar Alberto. Ik vond hem in het kantoortje, hevig in discussie met iemand aan de telefoon. Ik besloot hem maar even met rust te laten, dus ik liep naar Emma's kamer, in de hoop dat de verpleegsters al klaar waren. Halverwege kreeg ik een telefoontje van het politiebureau. Ze vroegen of ik naar het bureau kon komen om de man te verhoren, dus tien minuten later liep ik het politiebureau binnen. Er kwam meteen iemand op me aflopen. 

'Hallo, bent u Jasper?' vroeg de man. Ik knikte en stak mijn hand uit. 

'Ik ben Arnoud.' zei hij terwijl hij mijn hand schudde. 'Hoe is het met Emma?' 

'Ja, naar omstandigheden gaat het wel goed, denk ik.' zei ik. 'Hoe weet je dat eigenlijk?' 

'Oh, ik was undercover daarheen, ik heb Emma geholpen te ontsnappen.' zei hij.

'Oké,' zei ik, 'en waar is de man?' 

'O ja, natuurllijk. Volg mij maar.' zei hij en hij liep weg. Ik volgde hem naar één van de vele verhoorkamers en hij duwde een deur open. Ik liep naar binnen en Arnoud kwam achter me aan. De man keek me vijandig aan, maar daardoor liet ik me niet van mijn stuk brengen. 

'Goedenmiddag.' zei ik opgewekt terwijl ik ging zitten en de formulieren met informatie pakte. We moesten natuurlijk alles checken, dus ik begon met de standaard vragen. 

'Hoe heet je?' vroeg ik.

'Damian de Jong.' zei hij kortaf. 

'Oké Damian, ben je getrouwd? Heb je kinderen?' ging ik door.

'Getrouwd, twee kinderen.' zei hij terwijl hij verveeld naar de muur keek. 

'En hoe heten die?' drong ik aan. 

Damian keek me geërgerd aan. 'Marjan, mijn vrouw en mijn kinderen, Manouk en Daniël.' 

'Ik zie dat je al een paar keer bent opgepakt voor huiselijk geweld?' zei ik, de houding van hem stond me echt niet aan, en ik moest moeite doen mezelf te beheersen. 

'Dat klopt,' zei hij, 'maar dat is verleden tijd.' 

'Wat deed je in het ziekenhuis?' vroeg ik terwijl ik hem strak aankeek.

'Dat zijn niet jullie zaken.' zei hij en hij staarde boos terug.

'Dat zijn het wél.' zei Arnoud terwijl hij ook aan tafel ging zitten. Ik was hem eigenlijk helemaal vergeten. 'Er is een meisje bijna ontvoerd, ze had wel dood kunnen zijn!' zei hij. 

'Wat?! Ik bedoel...Wat?' stotterde Damian. 'Je denkt toch niet echt dat ik een meisje uit het zíekenhuis ga ontvoeren, dat is echt ziek!' 

'Ja, inderdaad,' zei ik, 'dat is ziek. Maar is het niet een béétje verdacht als jij precies op dat moment door het ziekenhuis rent?' vroeg ik sarcastisch. 

'Ik zweer het!' riep Damian uit. Hij zuchtte. 'Oké, ik zal het vertellen. Ik was daar bij een vrouw, we hebben zeg maar wat met elkaar.' Ik leunde teleurgesteld achterover. 'En hoe heet die vrouw?'

'Ze heet Melissa, Melissa van der Berg.' antwoorde hij. 'En ik rende zo snel door het ziekehuis omdat mijn vrouw belde dat ze eerder thuiskwam en ik had gezegd dat ik thuis zou werken.' 

'Oké,' zei Arnoud, 'we zullen dat even checken en als alles klopt kun je gaan.'

Damian knikte opgelucht. Arnoud en ik liepen naar buiten en keken elkaar teleurgesteld aan, maar ja, wat hadden we dan verwacht? Dat hij ons alles zou vertellen, wat daar gebeurde en wie de bazen waren? Ik liep een eindje weg om mijn rinkelende telefoon op te nemen. 

'Hallo?' zei ik.

'Hallo Jasper,' zei Alberto, 'ik heb goed en slecht nieuws, wat wil je horen?'

'Doe het slechte eerst maar, mijn humeur is toch al slecht.' bromde ik. 

'Oké, het slechte nieuws is dat we de camerabeelden hebben bekeken en de man die is gearresteerd is onschuldig.' zei Alberto. 

'Ja, daar waren wij ook al achter gekomen.' zei ik droog, 'wat is het goede nieuws?' 

'Het goede nieuws is dat ik twee verpleegsters heb gevonden die ons willen helpen, ook is er vervoer, we verplaatsen haar naar een klein dorpje, in the middle of nowhere, ergens in Frankrijk.' 

'Mooi!' zei ik blij en opgelucht, 'Wanneer vertrekken we?'

'Als je er nu aankomt, zometeen.' antwoorde Alberto.

'Ik kom eraan.' zei ik en ik verbrak de verbinding. Ik liep weer naar Arnoud. 'Ik ga, laat die Damian maar vrij, hij heeft niets gedaan.' zei ik tegen hem.

Hij knikte. 'Gaan jullie haar verplaatsen?' Ik knikte. 

'Willen je haar de groeten doen als ze weer wakker word?' vroeg hij.

'Ja, tuurlijk.' zei ik en ik liep weg. Op de terugweg leek het alsof iemand me volgde, maar ik wist het niet zeker, dus ik liet het rusten. In het ziekenhuis liep ik meteen door naar het kantoortje. Ik plofte op een stoel neer en ik realiseerde me dat ik al een paar dagen niet had gedoucht. Alberto kwam ook het kantoortje binnen. 'Hey, Jasper.' 

'Hey. Eh, hebben ze hier ook een douche ofzo?' vroeg ik.

'We gaan nu weg en het is maar een paar uurtjes vliegen, dan kun je daarna wel even douchen.' antwoordde Alberto. 

Ik knikte. 'Wanneer vertrekken we?'

'Ehm,' hij keek op zijn horloge. 'Ik denk over ongeveer tien minuten, we kunnen er wel alvast heengaan.' Ik knikte en we liepen naar de kleine landingsbaan van het ziekehuis. Emma werd net het kleine vliegtuigje ingereden en Vera was er ook al. De twee verpleegsters die met ons mee zouden gaan kwamen zich even voorstellen, maar ik was hun namen eerljk gezegd gelijk al weer vergeten. We gingen in het vliegtuigje zitten en deden onze riemen vast. Al snel stegen we op.

vanaf vandaagWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu