Hoofdstuk 25

1.9K 35 7
                                    

‘We hebben een nieuwe undercoveragent nodig, want anders lukt het nooit.’ Zei ik.

‘We kunnen Robbin misschien vragen.’ Zei Alberto bedachtzaam.

‘Ja, dat is wel een goed idee, alleen hij moet wel getraind worden.’ Antwoordde ik. ‘Misschien kan hij wel naar Ash.’

‘Wie is Ash?’ vroeg Alberto.

‘Hij traint agenten, zelfverdediging, messen en pistolen afweren, zelfbeheersing.’ Legde ik uit.

‘Ik zal het zodra we terug zijn even met ze overleggen.’ Zei Alberto. ‘Kom, dan gaan we.’

‘Wat gebeurd er met Emma?’ vroeg ik bezorgd.

‘Ze gaat mee terug, ze hebben daar een kleine ziekenzaal, dan kan dat verdovingsmiddel uitwerken.’ Zei hij. Ik knikten opgelucht en we liepen naar de helikopter waar Emma net de helikopter in werd getild. Al snel waren we weer terug op de Ambassade. Alberto ging met Simon en Robbin praten en ik ging met Emma mee. Nadat er een uur was verstreken begon Emma met haar ogen te knipperen en ik glimlachte.

‘Hey.’ Zei ik.

‘Hey.’ Antwoordde ze en ze gaapte. ‘Hoelang moet ik hier nog liggen.’ Vroeg ze geïrriteerd toen ze zag waar ze lag.

‘Tot je je weer helemaal goed voelt.’ Zei ik.

‘Waarom lach je?’ vroeg ze wantrouwend. ‘Zit er iets fout? Zit mijn haar niet goed.’

‘Nee, er zit niets…fout.’ Zei ik aarzelend.

‘Maar?’ drong ze aan.

‘Nee, laat maar.’ Zei ik.

‘Kom op! Dit is niet eerlijk!’ zei ze gefrustreerd en ze stompte me tegen mijn schouder.

Ik boog naar voren. ‘Het leven ís niet eerlijk.’ Zei ik grijnzend.

Achter ons kuchte iemand en ik ging snel rechtop zitten.

‘Robbin gaat akkoord.’ Zei Alberto. ‘Jij gaat met hem mee naar Ash, jullie gaan twee weken trainen.’

‘Waar gaat Robbin mee akkoord?’ vroeg Emma nieuwsgierig.

‘Hij wordt de nieuwe undercoveragent.’ Zei ik zachtjes. Ze trok een beetje wit weg en ik wist dat ze aan Arnoud dacht.

‘Wie is Ash?’ vroeg ze naar een tijdje.

‘Ash traint undercoveragenten.’ Zei ik. ‘Meer mag ik er niet over zeggen.’

‘Jullie gaan morgenochtend weg.’ Zei Alberto.

‘Ik  ga, je moet rusten.’ Zei ik tegen Emma.

‘Zie ik je nog voordat je weggaat?’ vroeg Emma voorzichtig.

‘Ik denk het niet.’ Zei ik. ‘We vertrekken namelijk al om een uur of zes.’

‘Oke, tot over een tijdje dan.’ Zei Emma. Zonder verder nog iets te zeggen liep ik de kamer uit. Ik kon niet achterom kijken, want ik wist dat als ik dat deed, ik naar haar toe zou rennen, haar zou vasthouden en nooit meer losliet.

De rest van de avond bracht ik door in mijn kamer en blijkbaar was ik in slaap gevallen, want mijn klok gaf aan dat het al vijf uur ’s morgens was. Ik stapte uit mijn bed en pakte de laatste spullen in, daarna liep ik naar de keuken om te gaan eten. Robbin zat er ook al en Simon liep onrustig heen en weer.

‘Wat heeft je vader?’ vroeg ik terwijl ik naast Robbin ging zitten.

‘Hij is ongerust, maar dat is hij wel vaker, ik ben er wel  aan gewend. Als ik een bokswedstrijd heb doet hij ook altijd zo.’ Antwoordde hij en hij haalde zijn schouders op. 

Ik at snel mijn broodje op en liep toen naar mijn kamer om mijn spullen te pakken. Toen ik naar buiten wilde lopen kwam ik langs de kamer waar Emma lag. Ik aarzelde even, maar duwde toen voorzichtig de deur open. Emma lag rustig te slapen en ik begon onbewust te glimlachen. Ik liep naar haar toe, schrok een toen ze bewoog en drukte toen aarzelend een kus op haar voorhoofd.

Ik liep snel naar buiten, waar Robbin, Simon en Alberto al stonden te wachten.

‘Doe voorzichtig.’ Zei Simon tegen Robbin. Robbin rolde met zijn ogen, maar knikte toch. Ik gooide mijn spul achterin de auto en pakte de sleutel aan van Alberto. Ik wachtte nog even totdat Simon afscheid had genomen en ging toen achter het stuur zitten.

We reden weg en kwamen al na twintig minuten in de file te staan. Ik zuchtte en trommelde ongeduldig op het stuur.

‘Man, doe eens even rustig!’ zei Robbin. ‘Ik word helemaal zenuwachtig van je.’

‘Sorry.’ Zei ik. Gelukkig was het niet zo’n lange file, dus na tien minuten konden we gewoon weer doorrijden.

‘Ik snap niet dat we niet gewoon het vliegtuig konden nemen.’ Zei Robbin geërgerd. ‘Nu moeten we de hele dag in de auto zitten.’

‘Ja, dat was wel wat handiger geweest.’ Gaf ik toe. Het was een tijdje stil.

‘Vind jij Emma leuk?’ vroeg Robbin opeens.

‘Wat?’ zei ik verbaasd.

‘Vind je Emma leuk?’ herhaalde hij.

Ik voelde dat ik rood werd. ‘Hoe bedoel je?’

‘Je bent áltijd bezorgd om haar en hoe je naar haar kijkt.’ Zei hij lachend.

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Comment? Vote?

vanaf vandaagWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu