Hoofdstuk 38

823 31 13
                                    

Ik werd door Robbin ruw het hoofdkantoortje in geduwd. En keek tegen een omgedraaide stoel aan. Ik was zo vreselijk bang dat ik bijna Robbin zou knuffelen. Maar nog net op tijd kon ik me inhouden en keek ik hem strak aan. Hij begreep mijn gevoel en kneep even in mijn arm als teken dat hij het snapte. Toen begon hij te praten.

‘Nou ik heb d’r gevonden.’ Zei hij terwijl hij krachtig zijn neus op haalde. De stoel draaide om, ik zag de vrouw zitten voor wie ik altijd zo bang was geweest.

‘Ik zie het.’ Zei ze. ‘En waar heb ik dat aan te danken, want jij komt me niet bekend voor.’

‘Kom  op.’ Zei Robbin.’ Je laat zo’n mooi meisje toch niet vrij rondlopen.’

Ze knikte en knipte met haar vingers. Een bewaker kwam het kantoortje binnen.

‘Breng haar naar de blauwe kamer.’ Zei ze.

Ik keek hulpeloos naar Robbin die natuurlijk ook niks voor me kon doen. De bewaker pakte me beet en sleurde me het kantoortje uit. Heel even flitste door mijn hoofd dat dit misschien wel de laatste keer zou zijn dat ik Robbin zou zien of hij mij. Ik liep maar gewoon met de bewaker mee want ik wilde niet nu al problemen veroorzaken en ook wilde ik voorkomen dat ze iets door zouden hebben. Aan het einde van de gang maakte de bewaker een deur open en duwde me de kamer in. Het was er donker en ik kon geen hand voor ogen zien. De deur ging dicht en op slot en het licht ging aan. Er hing een setje aan de kaptafel en er stond een brief. Ik liep er heen en opende de envelop.

Emma,

Het is zo fijn om je weer terug te hebben.

Over een kwartier komt je eerste klant, kleed je om en doe fatsoenlijke make up op.

Je kleding mag je in de kast hangen.

Succes popje

Verbijsterd stond ik naar de brief te staren. Dan zou het verschrikkelijke scenario wat ik me voor had gesteld toch plaats gaan vinden. Ik ging zitten op de stoel die voor de kaptafel stond. Ik moest een plan bedenken. Ik zou niet over een kwartier met een onbekende viezerik mijn eerste keer beleven. Ik inspecteerde de kamer op camera’s en geluidsapparatuur, maar ik kon het niet vinden dus ging ik er vanuit dat het er niet was. Omdat ik het niet zeker wist deed ik heel zachtjes. Ik opende de kast. Bekeek hem eens goed en zag boven in het hoekje een microfoontje zitten. Ik haalde het uit de kast en trapte het kapot. Ik ging in de kast zitten en deed de deuren bijna helemaal dicht, er bleef nog een klein kiertje waar ik door heen kon kijken. Het duurde lang, het voelde wel alsof ik al minstens een uur in de kast had gezeten toen eindelijk de deur open ging. Eerst kwam er een man in pak naar binnen, dat was denk ik de klant. En achter hem liep een bewaker aan. De bewaker zag meteen dat de er niemand in de kamer was. Hij vloekte en greep zijn walki talki en riep dat ik alweer was ontsnapt. Hij pakte de klant bij zijn arm en snelde de kamer uit. Hij vergat echter de deur dicht te doen en de sleutels eruit te halen. Ik duwde de deuren open en liep zo snel mogelijk naar de deur en haalde de sleutel uit het slot. Ik deed de deur achter me dicht en snelde de gang door op weg naar de trap van de zolder waar de meisje sliepen. Toen ik bijna bij de trap was kwam er een bewaker aan. Snel schoot ik door een deur een kamer binnen. Ik draaide me om en zag dat het een wapen opslag was. Overal waren glazen kasten met pistolen er in en nummers er op. Ik keek naar mijn sleutel bos en zag kleine sleutels met nummers erop die overeen kwamen met de nummers op de kast. Snel stopte ik de sleutel in het slot en maakte de kast open. Ik pakte een pistool en het magazijn dat er naast lag. Gelukkig had ik goed opgelet toen Jack Robbin uitlegde hoe je zo’n ding moest gebruiken. Het magazijn stopte ik in mijn bh en ik laadde het pistool. Ik haalde de sleutelbos uit de kast en liep naar de deur. Ik luisterde of ik ook iemand hoorde. Ik deed de deur open en met mijn pistool voor me uit liep ik de gang op. Ik sloot de deur en rende naar de trap. Snel ik de trap op, mijn pistool hiel ik nog steeds voor me uit. Ik luisterde aan de deur of ik iets hoorde. Ik hoorde in ieder geval geen mannenstem en dus stopte ik mijn pistool weg en ging ik de kamer binnen. In de kamer zaten zes meisjes. Bang keken ze naar de persoon die voor hun stond, mijn broer Robbin. Robbin had zich vliegens vlug omgedraaid en richtte zijn pistool op mij.

‘ Oo gelukkig jij bent het.’ Fluisterde hij.

‘Hoe ben je hier gekomen.’ Fluisterde ik terwijl ik naar hem toe liep.

‘ Ineens was iedereen in paniek omdat jij weg was.’ Fluisterde hij. ‘ Zo kon ik ongemerkt het kantoor verlaten en ik ben hier gewoon heen gegaan omdat jij iets had verteld over een zolder.’

Ik knikte. ‘Oké wat is het plan.’ Vroeg ik.

Robbin zei even niets en toen tenslotte zei hij ‘Ik heb geen idee.’

Ik knikte weer en haalde mijn pistool tevoorschijn. ‘We gaan eerst naar beneden.’ Zei ik.

We liepen samen de trap af, Robbin voorop.

We bewogen ons voort alsof we één waren, de gangen door op naar de grote zaal. Het moest aan het begin van de middag zijn. Ineens kreeg ik een plan. Ik tikte Robbin op zijn schouder en gebaarde naar een deur. Robbin snapte de hint want hij liep naar de deur en luisterde of er mensen in de ruimte waren. Hij knikte naar mij en duwde de deur klink naar beneneden, de kamer zat op slot. Gelukkig had ik sleutels. Naar een eeuwigheid zoeken hadden we eindelijk de juisten sleutel te pakken en gingen we de kamer binnen. We zaten in de kamer met schoon beddengoed. De perfecte plek, heel dicht in de beurt van de deur naar de grote zaal. Ik draaide de deur aan de binnenkant weer op slot en liet de sleutel in het slot zitten.

‘Wat is je plan.’ Fluisterde Robbin.

Ik vertelde hem dat de meeste mannen die hier kwamen niet wisten van de slechte omstandigheden waarin de meisjes leefden en dat ze hier tegen hun zin gedwongen werden om dit werk te doen. En dat als we om een uurtje of 9 in de avond de grote zaal zouden binnen vallen dat de bewaking ons nooit zou neerschieten omdat dat zou bewijzen dat we gelijk hadden.

Robbin snapte het idee en samen werkten we het plan tot in ieder detail uit. We hadden geen idee of het zou werken, maar het was het beste wat we konden bedenken en we moesten toch iets verzinnen. Het duurde lang, heel lang. Ik was in slaap gevallen. Om acht uur maakte Robbin me weer wakker. Ik was zo blij dat ik had kunnen slapen want ik voelde me veel fitter.

Ik hoorde al dat er muziek was en dat er mensen waren. Robbin en ik bespraken alles voor de zekerheid nog een keer. Ik hield wel heel goed in mijn achterhoofd dat we het misschien niet zouden overleven. Ook zou ik misschien moeten schieten, en ik wist niet of ik dat wel zou kunnen. Om tien voor negen vond Robbin dat we lang genoeg hadden gewacht.

‘Kom we gaan.’ Zei hij.

Ik stond op en pakte mijn pistool en gaf het aan Robbin. Ik luisterde aan de deur of ik ook iemand hoorde maar ik hoorde alleen maar muziek en geroezemoes. Ik draaide de sleutel om en open de deur een klein stukje. Robbin ging voorop.

vanaf vandaagWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu