Hoofdstuk 22

2.1K 18 4
                                    

Ik liep rustig een stukje het bos in en na een tijdje hoorde ik niks meer behalve de geluiden in het bos. Opeens hoorde ik wat achter me. Ik draaide me gelijk om, ik kon mezelf wel voor mijn hoofd slaan dat ik hierheen was gegaan.

'Emma, ik moet met je praten.' zei Arnoud.

'Laat me met rust.' zei ik bang. 

'Ik doe je niets.' reageerde hij.

'Wat doe je hier dan?' vroeg ik wantrouwend.

'Ik kom je waarschuwen.'

Eerst wil hij me ontvoeren en nu wil hij me waarschuwen? Yeah right!

'Je moet je niet laten ontvoeren.' zei hij. 'Ze weten dat je met de politie samenwerkt, het heeft geen nut meer.'

'Ik begrijp het niet.' zei ik. 'Hoe weet je dat? En hoe kom je hier eigenljk? Je was toch gearresteerd?'

'Ik ben niet de enige die informatie doorspeelde.' beantwoordde hij mijn eerste vraag. 'Je krijgt er veel geld voor. En wat die arrestatie betreft, ik heb goede contacten.'

'Oh, maar bedoel je dat alle informatie die hier is word doorgespeeld?' vroeg ik verbaasd.

'Ja, bepaalde dingen wel.' zei hij, 'Maar beloof je dat je je niet laat ontvoeren?'

'Ik ga het wel met Alberto overleggen.' zei ik en ik begon terug te lopen. Toen we bijna bij de rand van het bos waren hield Arnoud me tegen.

'Wacht even.' zei hij en hij liep voorzichtig het bos uit. Na een tijdje riep hij dat ik mocht komen. We renden richting de ingang. Ineens klonk er een schot, gevolgd door Arnoud's geschreeuw. Ik stond gelijk stil en keek verdoofd naar Arnoud die op de grond viel. Ik wist dat ik weg had moeten rennen, maar dat deed ik niet. Ik knielde naast ARnoud neer en schudde aan zijn schouder, maar hij bewoog al niet meer. 

'Emma!' hoorde ik Robbin roepen. Ik keek op en op hetzelfde moment sloeg iemand een arm om mijn keel. Ik probeerde me los te trekken en pas toen merkte ik het pistool in zijn hand op. Ik keek bang naar Robbin, hij probeerde naar me toe te komen, maar Simon hield hem tegen. Ik probeerde de man tegen zijn benen te schoppen, maar het hielp niks. De man begon me naar achteren te trekken en al snel werd ik door nog iemand een auto ingetrokken. Ik probeerde nog tegen te werken, maar we begonnen al te rijden. Ik keek naar buiten en ik zag Arnoud levenloos op de grond liggen. Een van de mannen duwde een doek tegen mijn mond en al snel werd het zwart. 

vanaf vandaagWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu