18. De ambassade

2.5K 16 5
                                    

Toen ik de volgende morgen wakker werd zat ik nog steeds met het gesprek van de vorige dag in mijn hoofd. Ik keek op de klok, ik hoopte dat Arnoud om elf uur wel wakker zou zijn. Ik liep door de gang naar Arnouds kamer. Maar ik hooorde zijn stem uit de kamer komen, hij was aan het bellen. De deur stond op een kiertje en ik zag hem met zijn telefoon in zijn hand heen en weer lopen.

'Hoezo jullie kunnen de ambassade niet aanvallen?' riep hij met verheven stem. Ik begreepdat dit iets was wat ik niet mocht horen. Ik bleef staan, awnt ik wilde weten wat hij nog meer zou zeggen.

'Ja, ik ben bezig. Volgens mij valt ze voor me.' zei hij grijnzend. Ik werd kwaad, die eikel gebruikte ons gewoon! Ik draaide me om en rende naar de keuken, in de hoop dat Alberto daar was. Ik liep de keuken binnen, maar behalve een kok die wat spullen klaarzette, was het leeg. Ik wilde weer weggaan, maar de kok riep me terug.

'Hé meisje.' zei hij. 'Wat is er aan de hand?' Hij keek me bezorgd aan, ik wist dat ik het niet aan hem kon vertellen, maar ik had gewoon de behoefte om met iemand te praten. Ik ging op een stoel zitten en ik liet mijn hoofd in mijn handen vallen. De kok zette een glas water voor me neer.

'Emma, zo heet je toch?' vroeg hij. Ik knikte, 'Hoe weet u dat?'

'Iedereen heeft het erover, je bent nogal jong, ten minste jonger dan de meeste hier.' zei hij. 'Hoe oud ben je eigenlijk?'

'Ik ben 17.' antwoorde ik. 'Wie bent u eigenlijk?'

'Ik ben Simon LaFleur.' zei hij.

'En ik ben verdoemd.' zuchtte ik somber. Simon lachte. 'Nou, zó erg kan het toch niet zijn?'

'Jawel.' zei ik. Toen pas drong het door wat zijn naam was. 'Hé, ik heet ook LaFleur.' zei ik.

Simon lachte. 'Wat toevallig. Nou, vertel eens, wat is hier allemaal aan de hand?'

Ik vertelde hem het verhaal in grote lijnen. Ik zag aan zijn gezicht dat hij onder de indruk was. Toen ik klaar was met mijn verhaal was hij even stil. 'Dat is wel...heftig.' zei hij. Ik knikte en besefte dat hij gelijk had. Moest ik hem ook vertellen van Arnoud. Waarschijnlijk zag hij mijn twijfels, want hij zei: 'Als er iets is, moet je erover praten, niet per se met mij, hoor, maar gewoon met iemand.' Ik besloot het hem te vertellen. 

'Nou, Arnoud zit hier ook.' zei ik. Simon knikte. 'Ik hoorde hem zonet bellen en hij zei dat hij de ambassade aan wilde vallen en dat zijn plan om mij te versieren bijna gelukt was.'

Simon knikte. 'Weet je het zeker? Zo'n beschuldiging is niet niks.'

'Ik weet het zeker.' zei ik, 'maar ik begrijp het alleen niet, eerst helpt hij mij met ontsnappen en dan blijkt hij slecht te zijn.'

'Tja,' zei hij, 'mensen zijn rare wezens.'

Ik lachte even. 'Ja inderdaad, maar wat moet ik nu doen? Ik bedoel, hij is een politieagent, wie zou je dan eerder geloven, hem of mij?' zei ik gefrusteerd.

'Ik geloof je toch?' zei hij en eigenlijk had hij wel gelijk.

'Je hebt gelijk, ik ga nu wel meteen, voordat ik niet meer durf.' zei ik terwijl ik opstond.

Een paar minuten later stond ik twijfelend voor Alberto's kamer. Ik was Jasper zonet al tegengekomen, dus ik kon gewoon met Alberto praten. Ik klopte zacht op de deur. De deur ging met een zwaai open. 'Hey Emma, wat is er?' vroeg hij. 

'Nou,' ik twijfelde, was dit wel een goed idee?

'Kom anders even binnen in mijn villa.' Hij maakte een groot gebaar met zijn armen. Ik liep naar binnen en ik liet me op een van de bedden zakken. 'Het gaat eigenlijk over Arnoud.' zei ik.

'Oh ja,' zei Alberto, 'dat had Vera me al verteld. Het is wel lastig, of niet?'

Ik keek hem niet-begrijpend aan. 'Hoe bedoel je?' vroeg ik.

'Hij vond je leuk toch?' vroeg hij.

'Oh dat, maar dat bedoelde ik niet.' zei ik. O, wat doe ik hier eigenijk? 'Arnoud is slecht.' flapte ik eruit.

'Wat?' Alberto keek me verbaasd aan.

'Ik ging naar hem toe en toen was hij aan het bellen, hij vroeg waarom ze de ambassade niet aan konden vallen en... en hij zei dat ik wel voor hem viel.' Ik keek naar Alberto. 

'Emma, dit is volslagen belachelijk!' Alberto keek me woedend aan. 

'Wat?' zei ik en ik keek hem verbijsterd aan.

'Emma, je zoekt alleen maar een verklaring.' ik zag dat Alberto moeite had om niet te gaan schreeuwen. 'Je wilt gewoon dat dit alles ophoud.'

'Dat is helemaal niet zo.' zei ik verontwaardigd. 'Denk je echt dat ik zoiets zou verzinnen?'

'Dat weet ik niet.' zei hij, 'maar ik heb meerdere projecten zoals deze gedaan en sommige mensen kunnen dingen gaan zien die er eigenlijk niet zijn.' Ik keek hem verbijsterd aan. Ik was alleen maar een project voor hem en hij vond me gestoord. Ik voelde tranen in mijn ogen prikken. Ik stormde de kamer uit en ik rende naar mijn kamer. Ik klapte de deur dicht en zakte tegen de deur aan op de grond. Wat moest ik nou? Straks komt er echt een aanval! Ik besloot om naar Simon toe te gaan, hij geloofde me tenminste wel. 

Ik duwde de deur van de keuken open, er zaten nog steeds niet veel mensen. Ik zag Simon al. Ik wilde naar hem toelopen, maar vanuit mijn ooghoeken zag ik dat iemand naar me toe kwam. Het was Arnoud. 

'Kan ik even met je praten?' vroeg hij zacht, maar ik zag in zijn ogen ingehouden woede. Ik zag dat Alberto en jasper allebei naar ons keken. Jasper een beetje bezorgd en Alberto nog steeds boos. Arnoud pakte mijn arm en duwde me ruw richtig de deur.  

vanaf vandaagWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu