Hoofdstuk 19

69 5 7
                                    

POV Silferina
Er was iets aan de hand. Alle bandieten liepen door elkaar heen en we stonden stil, terwijl Geldar allerlei bevelen naar iedereen om hem heen schreeuwde. Ik bleef voor me uit staren. Mijn maag rommelde, maar ik gaf er niet aan toe, net als dat ik niet toegaf aan de nieuwsgierigheid omdat ik niet wist wat er aan de hand was. Geldar zag er boos uit, dus wat er ook aan de hand was, hij was er niet blij mee. Uiteindelijk kwam Leo me van het paard afhalen. "De brug is verdwenen." legt hij kort uit. "We moeten nu een nieuwe maken." Nog meer oponthoud. Ik laat me mak meenemen door hem, waarna ik mijn eten weer laat staan en in slaap val. Door alle energie die ik niet heb maar wel moet verbruiken werd ik steeds vermoeider en zwakker, wat betekende dat mijn plan werkt. Nog even en ik ben bij Tony. Tony...

POV Tony
"Daar zijn ze." Ik wijs naar de bandieten, die druk in de weer zijn om de brug weer te repareren. Geldar zag er boos en geïrriteerd uit, wat me ergens best wel goed deed. Silferina zag ik niet, maar die zal wel in een van die tenten zitten, mokkend op het oponthoud. Adam tikt me op mijn schouder. "Zullen we weer teruggaan? De bandieten zullen nog wel even bezig zijn als jouw berekening klopt." Ik knik en we sluipen weer terug naar het opgeschoven rebellenkamp. Robert was bezig met brieven schrijven en aan duivenpootjes doen toen we de tent binnenkwamen. "Ha jongens." Hij knikt naar ons. "Zijn ze druk bezig?" Ik knik. "Geldar zit iedereen de huid vol te schelden dat ze op moeten schieten. De tenten staan aan de rechterkant, vanaf het pad bekeken, aan onze kant dus. Dat zou in ons voordeel moeten werken." .als je vriendin daarin zit." merkt Robert op. "Dat zit ze." zegt Adam. "We zagen haar niet ergens rondlopen of zoiets dergelijks, dus zal ze wel in een tent moeten zitten." Hij zucht. "Het was makkelijker geweest als ze gewoon in het midden aan een paal vast was gebonden..." Ik schud mijn hoofd. "Dat lijkt dan teveel op een valstrik." Dan frons ik mijn wenkbrauwen. "Maar waarom doen ze dat eigenlijk niet? Ze weten dat ik vrij ben en hoogstwaarschijnlijk bij jullie zit, dus als Geldar graag met twee gijzelaars terug wil komen, waarom heeft hij zoiets niet opgezet? Je kan er donder op zeggen dat ik Silferina wil gaan bevrijden." Het klinkt nog vreemder nu ik het hardop heb gezegd. Wat is daar nou de logica van? "Tenzij Geldar wilde dat je ontsnapte." Robert kijkt me wantrouwend aan. "Maar jij lijkt me geen spion, want je zegt zelf dat je van buiten Tirakné komt en wist niet eens dat er rebellen waren in dit land, dus heb je er waarschijnlijk weinig kennis van. Een andere reden kan zijn dat Geldar ons uit wil roken en jou los laat zodat jij ons kan overtuigen om je vriendin te bevrijden en hij ons gevangen kan nemen, maar volgens mij is dat zelfs te ingewikkeld voor Geldar." "Dus wat is het dan?" Ik ga op de grond zitten. "Er moet toch iets logisch achter zitten?" "Misschien denkt hij dat je op bent gegeten door een of ander wild beest in de bossen." oppert Adam. "Nadat wij je vrij hebben laten lopen." "Wat het ook is, het is iets wat inderdaad de aandacht waard is. Misschien weet je vriendin het wel, of moeten we daarvoor ook een bandiet gevangen nemen." Robert staat op. "Dat lijkt me een goede. We hebben een aanpassing in het plan en zullen ons op moeten splitsen in drie groepen, een om Silferina te bevrijden, een voor de afleiding en een om een bandiet gevangen te nemen." "Ik zou dan een bandiet die opgedragen is om Silferina te bewaken nemen, want dan hoef je er geen te kiezen terwijl je aan het vechten bent en er met drie of vier aan komt zetten." merk ik op. Adam knikt. "Goed, ik leid de groep die Silferina bevrijdt wel." Ik frons mijn wenkbrauwen. "Maar ze is mijn vriendin. Ik zou die groep moeten leiden." "Ik denk dat Adam een punt heeft." zegt Robert. "Jij kan je laten leiden door je emoties als je haar gaat bevrijden en irrationeel reageren op onverwachte gebeurtenissen, waarmee je het hele team in gevaar kan brengen. Adam kan het beter leiden." Verslagen ontspan ik mijn spieren weer een beetje. Tuurlijk heeft Robert gelijk. Ik liet me nu al leiden. "Ik kan wel op het kamp passen dan." Ik kijk Robert vragend aan. Hij knikt. "Maak een tent klaar voor als je vriendin gewond raakt of is, dan kunnen we haar meteen verzorgen." Ergens voel ik iets van woede aanwakkeren. Ik draai me naar Adam om. "Wil jij er alsjeblieft voor zorgen dat ze levend en wel aankomt?" Adam knikt ernstig. "Tuurlijk Tony. Maak je maa geen zorgen." "Ga er niet je eigen leven voor geven, dat is niet nodig, maar ik zou het erg fijn vinden als ze zo min mogelijk heeft als ze hier aankomt." "Ik snap het." Adam glimlacht zwakjes. "Het komt goed." Ik knik en kijk naar de grond. Nog even en dan zien we elkaar weer Sil. Een paar dagen, meer is het niet.

POV Silferina
Ik heb geen idee hoeveel tijd er verstreek. Ik bracht het meestal slapend door, terwijl de borden met soep of pap zich bij mijn voeten opstapelden. Geen van die borden raakte ik aan, hoe hard mijn maag ook knorde en hoe droog mijn keel ook werd. Het grootste deel van de tijd dacht ik nergens aan, omdat huilen om Tony energie kostte en ik die moest sparen voor ademen en slapen. De brug vorderde volgens mij wel. Het geluid van geklop op hout en het gekraak van touwen werd steeds minder, en Geldars geschreeuw ging over tot hier en daar nog een bevel of wat overleg. Mijn ogen voelden zwaar aan toen ik weer wakker werd. Iets had me wakker laten schrikken, maar ik wist nog niet wat. Wat ik wel wist was dat ik het liefst weer in slaap was gevallen, maar iets in mijn natuur - mijn nieuwsgierigheid waarschijnlijk - me daarvan weerhield. Er stond iets of iemand achter de tent, en diegene sloop om de tent heen. Een wolf? Een beer? Iets anders dat me op kan eten en me zo uit mijn lijden kan verlossen en bij Tony brengt? Ik wist het niet. Wat ik wel wist was dat wat het ook was, het kon best goed sluipen. Het was dat het op een tak stapte, anders had ik het niet eens gemerkt. Ik schud mezelf wakker als mijn ogen dicht proberen te vallen. Nee, straks kan ik weer gaan slapen. Eerst wil ik weten wie of wat er rond mijn tent sluipt.

De Grijze Jaagster, boek 5, OntvoerdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu