Hoofdstuk 6

73 11 1
                                    

POV Tony
Als onze ontvoerder weer terug komt krijgt Silferina ook de gelegenheid wat te eten en maakt hij een vuurtje om ons aan te warmen. Zijn paard graast een paar meter verderop, vastgebonden aan een paaltje die de man in de grond had geslagen. Silferina leunt nog steeds tegen mijn schouder aan. "Doet je hoofd pijn?" vraagt onze ontvoerder. Als ik me niet vergis klink hij zelfs een beetje bezorgd. Ik begin steeds meer het gevoel te krijgen dat deze man eigenlijk heel aardig is, maar iets moet doen wat hij niet wilt. "Beetje." antwoordt Sil zacht. De man komt naast haar zitten, pakt Silferina vast en kijkt met gefronste wenkbrauwen naar Silferina's hoofd. "Ik zie geen hoofdwond, dus verbinden hoeft niet." Als hij onze gezichten ziet kijkt de man ons een beetje verslagen aan. "Wat? Ik moet er wel voor zorgen dat mijn waar veilig op zijn plek van bestemming aankomt. Daar hoort wondeninspectie bij." Nors staat hij op en loopt hij naar de andere kant van het vuur, waar hij tegen een boom aan gaat zitten. "Ik snap het niet." fluistert Sil. "Waarom doet hij dit?" "Zijn vrouw en kind gaan anders dood, als hij wegvlucht of niet met een van ons aankomt." fluister ik terug. "Dus hij doet dit onder dwang." "Als ik zijn woorden goed op heb gevangen, ja. Of hij speelt een spelletje met ons." "Kan." Silferina valt even stil. "Maar ik denk niet dat hij dat doet." "O?" fluister ik verbaasd. "Waarom niet dan?" "Mensen die liegen hebben trekjes, tenzij je die kent en tackelt in je spel kan iedereen die die trekjes herkent zien dat je liegt. Verder leek hij echt boos toen we heb verbaasd aanstaarden zonet, boos omdat hij zijn rol liet vallen." Silferina knikt even naar hem. "Nu houdt hij ons weer nors in de gaten, maar als hij even verslapt zal je zien dat hij medelijden toont." Ze zucht. "Mijn hoofd doet echt pijn." "Ga maar even slapen." zeg ik. "Misschien helpt dat." Bij mij hielp dat in ieder geval, toen ik in Faralla die klap op mijn hoofd had gekregen. Silferina legt haar hoofd weer op mijn schouder en even later ligt ze rustig te ademen. Ik maak me zorgen. Ik maak me zorgen over wat er met ons gaat gebeuren, Silferina's hoofdpijn, hoe het in het kasteel nu is... Vooral dat eerste is iets. Ik wil niet dat we vermoord worden door een of andere gek ban de Opalen, al is het wel waarschijnlijk. Als dat de opdrachtgever van onze ontvoerder is dan. Het kan namelijk ook die baas van de Opalen zijn, waar ze het over hadden gehad in het bos. Die Baas waar iedereen over blijft praten... Ik zucht zachtjes. Het wordt alleen maar ingewikkelder als ik erover na ga denken. Dus sluit ik mijn ogen en leg ik mijn hoofd op die van Silferina. Luisterend naar haar rustige ademhaling val ik uiteindelijk in slaap.

POV Silferina
Langzaam open ik mijn ogen. Mijn hoofdpijn is een beetje minder geworden, maar nog niet verdwenen. Jammer, misschien kan ik dan wat beter nadenken over dit gedoe. Tony slaapt, met zijn hoofd op de mijne. Om hem niet wakker te maken blijf ik liggen en staar ik naar de grond. Onze ontvoerder slaapt ook, zo te zien. Hij vertrouwt er blijkbaar op dat we niet ontsnappen en of gered worden door een iemand in de omgeving. Niet dat ik denk dat de boeren die hier in de buurt kunnen zijn mij en Tony zouden gaan bevrijden. Ik denk dat ze eerder, als ze al wat doen willen, naar een soldaat of hoog persoon in de omgeving gaan en verslag doen van wat ze zagen. Tegen de tijd dat die autoriteiten een legertje verzameld hebben en hierheen komen zijn ik, Tony en onze ontvoerder allang weer verdwenen. Kijk, als de boeren wisten dat hun prinses hier was, zouden ze in actie komen. Kom je aan het koninklijk huis, dan kom je aan het land. Pap en mam zijn erg geliefd, en ik en mijn broers ook. Vandaar dat mijn terugkomst zo uitgebreid gevierd werd. Tony zullen ze denk ik ook aardig vinden, als hij lid uit gaat maken van de koninklijke familie als we later trouwen. Het duurde even, maar de schok kwam er wel. Wat denk ik? Ik ben nog veel te jong om te trouwen! Zestien, hallo?- roept een stemmetje in mijn hoofd, die me daardoor meteen nog meer koppijn bezorgt. Toch denk ik wel dat dat een van mijn wensen is op dit moment, met Tony trouwen uiteindelijk. Verder wil ik graag dat mijn beide broers gelukkig worden, dat mijn familie gezond blijft en ik en Tony later ook gelukkig worden. Oh, en dat ik grijze jager mag blijven. Daar moet ik nog wel wat op verzinnen, al lijkt het me een beetje raar om te denken aan een andere toekomst dan de toekomst van gevangene en uiteindelijk waarschijnlijk zelfs vermoord iemand. Ik ben bang dat mij en Tony dat overkomen gaat. Als ik moest kiezen tussen ik dood of Tony dood, dan zou ik voor mezelf kiezen. Als Tony sterft zou ik dat niet kunnen overleven van verdriet. Tony mompelt wat in zijn slaap en gaat tegen de boom aan zitten, waardoor ik bijna omval. Ik glimlach zwakjes. Wat ik hij ook schattig als hij slaapt. Mijn glimlach sterft weg als ik denk aan onze mogelijke toekomst. Tony zou het waarschijnlijk ook niet overleven als ik sterf. We kunnen gewoon niet zonder elkaar. Ik zucht zachtjes en nestel me dicht tegen hem aan. Ik hoop dat we bij elkaar blijven. Het paard briest even en gaat dan ergens anders door met grazen. Moet die niet slapen? Misschien is het paard nu wel op wacht. Kan Danser dat ook? Meteen als ik aan mijn trouwe metgezel denk, krijg ik een steek in mijn hart. Dat arme dier maakt zich waarschijnlijk gek van zorgen. Ik hoop dat ze het goed maakt. Ik hoop dat iedereen het goed maakt. Goldur, Tigerai, mam, pap, Will, Jenny, Auron, Danser... Iedereen. Ik mis ze, en waarschijnlijk missen ze mij en Tony ook. Zouden ze al naar ons op zoek zijn? Vast. En als Goldur verboden wordt iets uit te halen gaat hij er stiekem vandoor, met Jenny, Will en misschien zelfs Tigerai achter hem aan. Ik glimlach en sluit mijn ogen. In slaap vallen lukte niet, want ik kreeg een vreemd gevoel. Ik open mijn ogen weer en kijk naar de overkant van het vuur. Daar zat onze ontvoerder mij en Tony met een kleine glimlach op zijn lippen aan te kijken, alsof hij denkt: 'Wat een lief koppel is het toch. Jammer dat ik ze gemeen moet behandelen'. Als hij merkt dat ik hem aanstaar verandert zijn glimlach in een nors gezicht en kijkt hij naar zijn paard, alsof er niks gebeurd was. Ik ontspan en sluit mijn ogen. Dan val ik in slaap, met een ontvoerder die niet zo gemeen is als hij voordoet die samen met de sterren boven ons toezicht houdt over mij en Tony, mijn gedachten bij mijn vrienden en familie en Tony's warme lichaam tegen me aan.

De Grijze Jaagster, boek 5, OntvoerdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu