POV Silferina
De twee dagen dat we nog in Emara waren gingen vliegensvlug voorbij. Ik en Tony reisden op Leo's paard, zodat de stoet sneller door kon gaan. Ik en Tony hadden bij het lopen nog wel eens de neiging voor oponthoud te zorgen. "Welkom in Tirakné!" zegt Geldar enthousiast, terwijl hij naast ons komt rijden. Zijn bruine merrie briest en lijkt een gesprek aan te gaan met ons paard, zoals Bellado en Danser wel eens deden. Inwendig zucht ik. Ik mis ze. "Vinden jullie het mooi?" Geldar wijst naar het bos waar we doorheen lopen. "Dit heet het Donkere Woud. Waarom? Omdat hier donkere bomen staan." Ik kijk even naar de stammen en bladeren. Wat Geldar zei klopt inderdaad, de stammen zijn erg donker, net als de bladeren. Vreemd, in Araluen, Faralla en Emara zijn ze veel lichter. Waarom zouden deze bomen donker zijn? Geldar zet zijn handen aan zijn mond. "Over tien minuten zetten we ons kamp op!" Tony - die voor me zit - kreunt een beetje. "Eindelijk..." Ik had ook een zere kont en benen van het rijden, maar om de een of andere reden rijd ik liever dan dat ik in een donkere tent zit te wachten tot we wat te eten krijgen of weer gaan. Ik leg mijn hoofd tegen Tony's rug en luister naar zijn ademhaling en hartkloppingen. Zijn hart slaat best rustig, al is het wat sneller dan normaal. Hij is een beetje gespannen, maar dat ik eigenlijk ook wel logisch. Ik sluit mijn ogen en luister naar zijn hart. Mijn hoofd doet nog steeds een beetje zeer, maar eerder een bonkend-soort pijn. Mijn hoofd en Toto's hart slaan in hetzelfde ritme, lijkt het. Ik zucht. Misschien draai ik een beetje door.POV Tony
Silferina legt haar hoofd tegen mijn rug, om dan na een tijdje te zuchten. Ik kijk bezorgd een beetje achterom, maar niet zo dat Sil van mijn rug af glijdt met haar hoofd. Haar bruine, vol klitten zittende vlecht hangt losjes naast haar hoofd, en is het enige dat ik vanuit mijn ooghoeken kan zien. Als mijn ogen pijn beginnen te doen kijk ik weer naar voren, naar Geldar en de rest van de stoet. Sommige mannen rijden heen en weer tussen de rest, boodschappen en spullen afgevend of gewoon om even te kletsen. Sommigen hebben tenten op hun paard, anderen kookspullen, kleren, dekens of eten. Er zijn ook mensen met helemaal niks achterop, de belangrijke mensen denk ik. Geldar is ook belangrijk - hij is de baas van dit hele stel - maar hij draagt wel een tent en wat dekens mee op zijn paard. Ergens verbaas ik me erover, omdat ik niet had verwacht dat Geldar een goede leider kon zijn. Maar aan de andere kant... Vooroordelen zijn meestal ook fout. "Zijn we er bijna?" vraagt Silferina. Geldar draait zich naar haar om - om dan een fractie van een seconde zijn wenkbrauwen te fronzen - en grijnst. "Wil je er zo graag zijn?" "Nee." bekent Silferina. "Maar ik wil van dit paard af. Mijn hoofd slaat in hetzelfde ritme als Tony's hart, dat lijkt me niet helemaal goed." Een bonkend hoofd? Dat betekent wel dat Silferina herstellende is. "Het is juist goed." zegt Geldar. "Dat betekent dat je hoofd klaar is met pijn doen. Oh, en dat jij en Tony close zijn." Hij grijnst breder, waardoor het eerder een gemeen soort grijns wordt. "En dat is dan weer goed voor mij. Het wordt eens tijd dat we een spelletje gaan spelen." Hij rijdt vooruit, mij en Silferina een beetje beduusd achterlatend. "Dat klonk nog fouter dan mijn hoofd." zegt Sil zacht. Ik knik. "Ik heb er ook weinig vertrouwen in." Silferina pakt mijn hand en knijpt erin. "Zolang we samen zijn overleef ik alle spelletjes die hij spelen wilt." Ik knijp terug, terwijl een onheilspellend gevoel zich in mijn maag nestelt. Zolang we samen zijn- zei ze. Maar wat nou als we niet samen zijn als Geldar die spelletjes spelen gaat?POV Silferina
Het werd langzaam donker toen we het kamp opgezet hadden. Mijn kont was beurs, mijn benen deden pijn van het lange staan dat ik en Tony moesten doen nadat we van ons paard af waren gehaald en ik had het koud. Tony hield mijn hand vast, alsof hij bang was dat ik weg ging lopen. Als ik het niet zo koud had gehad en zo verlangde om te slapen had ik er waarschijnlijk wat van gezegd - om hem gerust te stellen - maar aan de andere kant was het ook wel weer fijn. Geldar komt op ons af gelopen, samen met Leo en een man die ik niet kende. Hij had blond haar, blauwe ogen en een platte neus, die denk ik een paar keer gebroken is geweest. Geldar kijkt naar onze handen en richt zich dan met zijn bruine ogen op mij. "Ik denk dat ik jullie apart moet gaan huisvesten, omdat de tent waar jullie eerst in zaten nu voor andere doeleinden gebruikt gaat worden." Hij klonk monotoom, alsof dit gewoon een mededeling was die hem eigenlijk niet boeide. Toch klopte er iets niet, want zijn ogen glinsteren gevaarlijk hebberig en kwaadwillend. Nog nooit eerder was ik zo bang geweest voor bruine ogen, want meestal vind ik iemand met bruine ogen lief en schattig, omdat puppy's en Tony ook bruine ogen hebben. Deze bruine ogen waren kil en kwaadwillend. Leo pakt me bij mijn arm, terwijl de andere man Tony vastpakt. Ze keken niet blij. "Wees gerust." zegt Geldar dan. "Jullie tenten zullen naast elkaar staan. En tijdens de reis zullen jullie bij elkaar op het paard zitten, dus jullie worden niet echt gescheiden van elkaar. Alleen maar een beetje." "Waarom zou je ons willen scheiden dan? Dat kost toch juist alleen maar meer mankracht om ons te bewaken?" vraagt Tony. Geldar kijkt hem boos aan. "Jij bent een brutale. Ik had verwacht dat onze prinses de brutale was, maar jij bent tot nu toe de enige die brutaal tegen me is geweest." Hij kijkt Tony met samengeknepen ogen aan. "Misschien zal ik je moeten straffen. De Baas zei niet dat we jullie ongedeerd aan moesten laten komen, alleen maar dat jullie in leven moesten zijn." Mijn ogen worden groot. "Als je dat waagt!" Ik geef Geldar een harde trap in zijn zij en hij zakt naar adem happend in elkaar. Leo tilt me op en draagt me een paar passen naar achteren, terwijl ik hem ook een trap probeer te verkopen. "Stil, dit is toneel." fluistert hij in mijn oor. Toneel? Ik stop met schoppen en kijk Geldar verbaasd aan, die kreunend overeind kwam. Hoezo is dit toneel dan? Waarom doet hij dat? Leo zet me weer op de grond neer, maar laat me niet los, alsof hij me op elk moment weer op wil kunnen tillen. Geldar kijkt me ziedend aan. "Bij nader inzien zal ik mijn mening herzien. Breng ze naar hun tent." Leo tilt me weer op en draagt me weg, terwijl Tony achter ons aan wordt geduwd door Platneus - zo ga ik hem even noemen voor nu. Geldar loopt ons met grote passen voorbij en gaat dan voor ons lopen. "Hij haat dit." zeg ik in mezelf. Leo zucht. "We haten dit allemaal." "Waarom doen jullie dit dan?" "Omdat we een pijnlijke dood sterven nog meer haten."

JE LEEST
De Grijze Jaagster, boek 5, Ontvoerd
FanfictionIk probeer te rennen terwijl ik meegesleurd wordt door de blonde jongen met groene ogen, maar mijn bont en blauwe lichaam was zo stijf als wat en ik struikelde vaker dan dat ik wegrende. Ik wilde wel weg, weg van dit kamp van kidnappers, naar Emara...