Hoofdstuk 3

1.1K 89 13
                                    

Eenmaal in ons appartement smijt ik de helm van mijn outfit neer. Ik had niet verwacht dat ik zo gefrustreerd zou raken van zo'n huppel uit 12. Ze heeft ons en onze outfits die de eerste sponsors op zouden moeten leveren, de grond in gestampt met haar vlammende entree. Ze heeft ons totaal onbelangrijk gemaakt. Ik kan zo zien dat Cato er ook niet al te blij mee is en daarom wacht ik op zijn uitbarsting van hatende woorden die bedoeld zijn voor haar en dat blonde vriendje van Katpiss Neverclean, haar bijnaam die ik zojuist heb verzonnen.

"Hoe kan zo'n etter uit district 12 nou zo'n grote indruk maken? Wie denkt ze wel niet dat ze is?" Zegt Cato.

"Een huppel, een huppel die ik het liefst levend verbrand zou willen zien." Mompel ik kwaad.

Ik kan haar niet uitstaan, alleen al hoe ze keek. Net als bij de boete, zo schaapachtig en bang. Ik veeg alle make-up die geen effect heeft gehad op het publiek met wilde, grove bewegingen van mijn gezicht.

"Nee, kom, we doen het anders."

Cato trekt me mee naar de badkamer en even later staan we samen onder de douche waar hij alle roze, gouden en oranje troep van mijn gezicht af wast.

Ongeveer een dag later staan we alweer in de trainingszaal.

"Niet vechten, bewaar dat maar voor in de arena." Legt Atala, de hoofd trainster van hier uit.

Ik luister niet echt naar haar uitleg. Het enige wat ik wil, is de anderen laten zien wat ik kan, waar ik op getraind heb. Via mijn ooghoek kijk ik naar de messen, maar tot mijn teleurstelling moeten we beginnen met onderdelen in een groep, daarna mogen we individueel verder. Ik vind de onderdelen allemaal saai: een beetje klimmen, worstelen tegen een klein meisje uit district 6 en dingen ontwijken die aan komen vliegen. In ontwijken ben ik natuurlijk erg goed, en daarom lach ik samen met de andere beroeps een jongen uit die heel hard een bal in zijn gezicht krijgt. Ik val bijna tegen Glimmer aan van het lachen.

"Kijk uit," grijnst ze. "Anders krijg je hetzelfde als gisteren!"

Ik kan niet lachen om haar mislukte grap, maar wel om die jongen die nu half ligt te janken op de grond. Hij komt uit district 4, zie ik nu.

"Mooi gedaan hoor!" Schreeuwt Cato naar hem.

Ik moet nog harder lachen en stoor me niet aan de boze blikken van de andere tributen. Hij is nog jong, maar op die leeftijd haalde ik de jongens van klas 5 al in en kon ik al een heleboel atletische dingen. Zelfs met messen kon ik al overweg, dus ze kunnen niet zeuren. Dan kunnen we eindelijk zelf aan de slag. Ik loop recht op de messen af en Cato moet zich natuurlijk even uitsloven bij de speren. Mijn hand sluit zich om het rode handvat van een vlijmscherp mes. Mijn mondhoeken gaan automatisch omhoog en er verschijnt een wrede lach om mijn lippen. Dan kom ik uit mijn rustige positie. Het mes vliegt de roos in, waar die hoort. Er volgen nog 2 messen, en nog 2, waar ik mezelf bij de laatste niet in kan houden en een halve draai maak voor ik mijn mes in het hart van de menselijke schietschijf gooi. Ik grijns triomfantelijk naar het watje achter me.

"Nu jij schat!"

Verderop is Cato bezig met zijn zwaardtrucs en ik loop meteen naar hem toe. Hij doet het geweldig, zo snel en zo moordlustig. Dat is waar hij voor heeft getraind. Als we nu geen indruk hebben gemaakt op de tributen weet ik het ook niet meer.

Cloves HongerspelenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu