Hoofdstuk 5 - Vaderland

385 11 0
                                    

5. Vaderland - Patria

'Over een uur moet je weer thuis zijn Ariana, we willen onze vlucht niet missen,' riep mijn vader me nog na. De zomervakantie was gisteren begonnen, en vandaag stond me heel lange vliegreis te wachten. Een vliegreis naar Italië, welteverstaan.

Dát was mijn ingeving geweest, mijn idee. Hier in Amerika was het onmogelijk om informatie te vinden. En waar ter wereld kon ik meer informatie vinden dan in Italië zelf?

Over een uur zouden we de auto instappen, mijn vader en ik. Mijn moeder had geen vrij kunnen krijgen en bleef daarom in Amerika achter. Het bleek dat mijn ouders het een heel goed idee hadden gevonden om naar Italië te gaan. Ze hadden me daar altijd al eens mee naartoe willen nemen, maar waren bang dat ik op de eén of andere manier achter het verhaal van de Engelen zou komen. Nu ik daar al van wist, maakte het natuurlijk niet echt meer uit. Vooral mijn vader vond het belangrijk dat ik meer zou leren over mijn achtergrond. En dat vond ik zelf ook belangrijk.

Nu was ik op weg naar Mason, om hem gedag te zeggen. Ik wist niet eens hoe lang ik hem en de anderen niet zou zien. We hadden alleen vliegtickets voor de heenreis gekocht. Hoe meer ik erover nadacht, hoe impulsiever dit hele plan overkwam. Maar het zou het waard worden, dat voelde ik.

Ik belde aan bij Mason, die maar eén straat verderop woonde. Hij deed vrijwel meteen open. 'Stond je op me te wachten?' vroeg ik met een glimlach. Hij kreeg een lichte blos op zijn wangen en knikte. Ik liep met hem mee naar zijn kamer, die ontzettend vertrouwt aanvoelde. Zijn kamer was geschilderd en gedecoreerd in verschillende kleuren blauw, en er hing zoals gewoonlijk een geur van orchideeën in de lucht.

Ik liet me op zijn bed vallen, en hij volgde mijn voorbeeld. Mason was de enige jongen, en misschien wel de enige persoon, bij wie ik me honderd procent op mijn gemak voelde. Het ging gewoon altijd zo makkelijk, zo natuurlijk. En ik zou hem een aantal weken niet meer zien. Ik keek hem aan in zijn chocoladebruine ogen, en alleen al door de blik in zijn ogen zou ik zowat mijn vlucht annuleren.

'Hoe laat gaan jullie weg?' vroeg Mason.

Ik keek op de enorme klok die aan een van de muren hing. 'Over vijftig minuten,' zei ik.

Mason zuchtte. 'Nu moet ik mijn kampmaatje misschien,' zei hij pruilend. Sinds we twaalf waren gingen we elk jaar samen een week naar een jongerenkamp, waar we spelletjes speelden, zwommen, sportactiviteiten deden en rond het kampvuur zaten. Normaal was zoiets ontzettend stom, maar we hadden het altijd leuk gevonden. We zouden dit jaar ook weer gaan, maar daar was een reis naar Europa tussengekomen.

'Kop op Mason, je gaat nu met Morgan,' zei ik grinnikend.

'Dat zorgt er nou niet bepaald voor dat ik me beter ga voelen,' zei hij, waardoor ik wat harder lachte. 'Misschien is het wel goed voor jullie,' zei ik toen serieus. 'En misschien wil je volgend jaar wel met haar, in plaats van met mij.'

'Ik zou je nooit dumpen Ari, voor niets en niemand. En al helemaal niet voor Morgan.' Dat vergrootte mijn schuldgevoel alleen maar. Het voelde alsof ik hém ineens dumpte. 'Vind je dat ik je heb laten vallen?' vroeg ik daarom ook maar. Wie weet voelde het voor hem wel zo.

'Nee!' zei hij plots boos. 'Zoiets zou ik nooit denken.' Hij pakte mijn hand, en voor het eerst in mijn leven voelde ik me lichtelijk onzeker naast hem. Waar ging dit gesprek heen?

Ik zag aan Mason dat hij iets wilde zeggen. Iets belangrijks. Maar hij leek zich te bedenken. 'Ik zal je gewoon heel erg missen.'

'Ik jou ook Mase. Maar dit is belangrijk voor me. Ik ken mijn Italiaanse familie helemaal niet. En na deze reis misschien wel.'

'Weet ik.' Mason zuchtte. 'Weet ik.'

Het bleef eventjes stil. Heel even maar.

'Ik hou van je. Dat weet je, toch?' vroeg hij toen. Ik knikte. 'En ik ook van jou. Dat weet je. Toch?' Mason knikte. 'Ja. Dat weet ik. Maar zo bedoelde ik het niet. Ik doelde op iets anders.' Hij liet mijn hand los en stond op.

Donker LichtWhere stories live. Discover now