Hoofdstuk 10 - Een document

326 8 1
                                    

10. Een document – un documento

‘Nog niet wakker?’ grinnikte Gianni toen ik de tent uitstapte en meteen struikelde.

‘Nee. Niet echt.’ De gaap die daar achteraan kwam gaf het een dramatisch effect, al was dat van te voren niet de bedoeling geweest. Ik had vannacht nog uren wakker gelegen, nadenkend over wat Fabrizio me allemaal had verteld. Ik vroeg me af wat voor rang mijn ouders hadden, en wat voor rang ik gehad zou hebben als ik mijn vleugels nog had. Het was oneerlijk dat ik tot de vleugellozen behoorde, de laagste van allemaal.

‘Waar is Fabrizio?’ vroeg ik.  Aangezien hij niet in de tent was, had ik hem buiten verwacht. Hier was hij echter nergens te bekennen.

‘Naar beneden gegaan. Hij kijkt waar we zijn.’

‘Denkt –ie dan dat we al in de buurt zijn van het dorp waar hij vroeger woonde?’

Gianni haalde zijn schouders op. En toen kwam Fabrizio aanlopen, alsof hij het moment had afgewacht. Nog voor ik iets kon vragen begon hij te vertellen. ‘We kunnen onze spullen inpakken en hier naar beneden. Als we doorlopen, kunnen we rond de lunch bij mijn ouderlijk huis zijn,’ zei mijn vader enthousiast.

Ik werd meteen klaarwakker, en liep de tent in om mijn rugtas in te pakken. Ik wilde vertrekken zodra het kon. Ik hoorde Gianni en mijn vader praten, en ik merkte dat ik er al iets van kon opvangen. Gianni vroeg zich iets af, al kon ik niet precies thuisbrengen wat. Het leek met de tent te maken te hebben. Ik hoorde mijn vader “Engelenvleugels terug willen” in het Engels zeggen, en ik wist dat hij de zogenaamde uitdrukking bedoelde.

Toen vielen alle puzzelstukjes op zijn plek. Gianni vroeg zich af waarom we met tent en al hadden gereisd om mijn roots te vinden, als we na eén dag al op onze bestemming aan waren gekomen. Vervolgens legde mijn vader hem uit dat dit niet onze enige stop was en dat ik “mijn Engelenvleugels terug wilde”. Gianni dacht dat het om mijn roots ging, terwijl het in feite heel letterlijk was bedoeld.

Ik glimlachte voldaan. Bij een andere taal moest ik altijd door een bepaalde barrière zin te komen voordat ik de taal begreep. Daarna ging alles te vlot voor woorden. En dit was mijn doorbraak door die barrière.

Ik smeerde nog wat aftersun op de gevoelige plekken van mijn gezicht, maar over het algemeen viel het best mee hoe groot de schade was. Het had erger gekund. Toen ik een jaar of veertien was, had ik me een keer zo erg verbrand dat de huid van mijn neus en delen van mijn voorhoofd ontstoken waren.

Ik raapte mijn spullen bij elkaar, rolde mijn slaapzak op en trok mijn niet al te charmante bergschoenen aan. Maar charmant of niet, die dingen liepen geweldig goed. En ik wilde vandaag geweldig goed lopen. Ik wilde zo snel mogelijk bij het huis aankomen.

‘Het is een aantal dorpen verderop. Daar moeten we weer een stuk omhoog lopen, al weet ik niet precies op welke hoogte ons oude huis stond,’ zei Fabrizio toen ik de tent uit kwam lopen.

‘Goed, dan gaan we zo snel mogelijk naar beneden, dan op zoek naar dat dorp, en dan weer omhoog.’ Het klonk verdomd simpel.

Gianni en Fabrizio pakten hun tas, we braken met z’n allen letterlijk de tent af en gingen op pad. Je zou denken dat naar beneden lopen sneller en makkelijker zou gaan, maar het was nog behoorlijk zwaar. We moesten voorzichtig lopen, en de tegenkracht die we moesten zetten vergde veel van onze spieren. Maar het was het waard, want uiteindelijk kwamen we beneden aan.

Daar liepen we achter elkaar, op het smalle stoepje langs de weg, waar auto’s veel te snel langs raasden. Af en toe kreeg ik het gevoel dat ik elk moment overreden kon worden, maar dit was hoe er in Italië gereden werd, had ik wel gemerkt: auto’s gingen sneller dan het licht, maar hadden alles, echt alles, onder controle.

Donker LichtWhere stories live. Discover now