Hoofdstuk 16 - Nachtmerries

270 3 0
                                    

16. Nachtmerries – mares di notte

We waren alweer drie dagen onderweg en het ging beter dan ooit. De bron was nu binnen handbereik en Hunter had ons zelfs uitgelegd waar deze precies was. Vast voor het geval hij weer zo roekeloos zou vertrekken, al geloofde ik niet dat dat heel snel zou gebeuren. Hunter en ik hadden een prima deal gesloten.

Gianni, die me achteraf nog had verteld dat hij boos was geweest toen ik zonder pardon vertrok, kon het nu wel begrijpen en was alleen maar blij dat ik Hunter weer teruggevonden had. Nu konden we immers weer verder.

Maar degene die er écht blij mee was, was Fabrizio, al was daar niet veel voor nodig geweest. Hij vloog Hunter zelfs om de hals zodra hij doorhad dat hij weer terug was. Hunter had hem ruw en onbeleefd van zich afgeduwd, maar dat kon Fabrizio’s feestje niet verstoren.

Ik wist dat Fabrizio blij was voor mij, maar vooral voor zichzelf, hoe egoïstisch dat ook klonk. Hij had de hoop zijn “echte” vader te ontmoeten al laten varen, maar kon nu niet wachten daadwerkelijk meer over hem te weten te komen.

Hunter had dat blijkbaar ook wel door, want voor het eerst sinds die eerste ontmoeting dagen geleden, had hij Alesio genoemd. Volgens zijn zogenaamde bron – wellicht Satan? De gedachte maakte me bang, maar onbewust linkte ik ‘de duisternis’ nog steeds aan het satanisme – was Alesio ook op zoek naar de bron. Er was, zo vertelde hij, zelfs een kans dat hij daar al was. Hunter had nog nooit zo monotoon gepraat, dus ik stond ervan versteld hoe enthousiast Fabrizio had gereageerd. Ik stond er ook nog steeds van te kijken dat hij alles – maar dan ook echt alles – wat Hunter hem vertelde slikte. Ik wist namelijk nog steeds niet goed of hij wel te vertrouwen was.

Hij had laatst iets van emotie getoond, maar er was zo veel meer nodig Hunter te leren kennen en begrijpen. Hij was ons enige spoor dat heel misschien tot iets goed kon leiden. Dat was voor mij de enige reden geweest een compromis te sluiten en hem terug naar onze kampeerplaats te brengen. Als we hem niet nodig hadden gehad, had ik hem er al lang persoonlijk uitgeschopt. Sterker nog, dan was hij in de eerste plaats niet eens bij onze groep gekomen.

Hunters inzet was wel verbeterd, dat moest ik toegeven. Hij was in de afgelopen dagen dan nog wel twee keer weggegaan, beide keren was hij binnen de drie à vier uren terug. Voor hem een persoonlijk record, op die ene keer dat hij zijn spullen pakte en ervandoor ging na dan. Toen was hij nog geen uur weggeweest.

Hij werkte serieuzer aan ons plan – waar ik het bestaan niet eens van af wist – en deed naast enge, geluidloze gesprekken met zichzelf voeren zoals gewoonlijk, bijna niets anders dan routes uitstippelen, de omgeving uitpluizen en “contact maken”, zoals hij het zelf noemde. Wat hij daar precies mee bedoelde wist ik niet, maar ik had niet het idee dat het om Alesio ging.

Over het algemeen ging alles prima, op twee puntjes na.

Hunter werkte dan wel harder, hij werd met de minuut ongeduldiger en opvliegender. Alsof er geen tijd te verliezen was en alles fout dreigde te gaan. Het was eng om hem zo boos en uit balans te zien. Bijna net zo eng als zijn normale, onvoorspelbare gedrag.

Daarnaast had ik de laatste paar nachten – sinds Hunter weer terug was – weer last van mijn nachtmerrie. En dat bleef niet bij een keer per nacht. Alleen vannacht al had ik hem wel drie keer gehad, en het had nog nooit zo realistisch geleken. Alsof ik echt op sterven lag, of wat ik ook deed in die droom.

Vorig jaar was de achterliggende reden van de nachtmerrie nog wel logisch; wat voor wonden had ik op mijn schouderbladen? Dat wilde ik weten, en niets liever dan dat. Nu wist ik me echter geen raad. Hier viel niks te achterhalen. We zaten weer op het juiste spoor en waren bijna bij onze eindbestemming – mits Hunter de waarheid sprak. Ik vroeg me af of het door de spanning kon komen. Het was allemaal natuurlijk niet niks. Maar als het door de spanning zou komen, snapte ik niet dat ik niet al eerder begon te dromen. We waren nou al drie weken onderweg.

Donker LichtWhere stories live. Discover now