Hoofdstuk 24 - Terugkomst

215 5 3
                                    

Hoofdstuk 24. EN NU SNEL OLYMPISCS CLOSING CEREMONY KIJKEN. I'M LATE.

24. Terugkomst – ritorno

Maria, Gianni en ik zaten zenuwachtig te wachten tot Fabrizio terug zou komen. Hoe lang dat zou duren, wisten we niet. Hij zou ieder moment terug kunnen komen, maar het kon ook nog uren duren.

En het was ook nog maar de vraag of hij met goed nieuws terug zou komen. Wie weet was het hem nog steeds niet gelukt contact te leggen. Daarnaast vroeg ik me ook af hoe dat ging. Hoe zou hij contact leggen? En wat zou er gebeuren als hij daadwerkelijk contact kreeg?

Ik vroeg me af of zoiets gevaarlijk kon zijn en werd weer overmant door zorgen. Ik schudde mijn hoofd. ‘Heeft er iemand zin om iets te gaan doen?’ vroeg ik. Ik kon hier niet meer tegen. Ik moest afleiding hebben.

‘We zouden een kaartspel kunnen doen, maar die kaartspellen komen mijn neus uit,’ klaagde Gianni. Ik kon hem geen ongelijk geven.

‘Heeft iemand anders nog wat leuks bij zich?’ vroeg Maria. Gianni en ik dachten even na, maar wisten allebei niets op te noemen.

‘Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het is... groen.’ Het was een bij voorbaat al mislukte poging van Maria iedereen bezig te houden.

‘Alles hier is groen Maria, zelfs onze kleding,’ zei ik op zeurderige toon. Ik had wel gelijk gehad; alles was groen. ‘Wie wil er mee een stukje gaan lopen?’ vroeg ik toen.

‘Zou je dat nou wel doen Ari?’ vroeg Gianni twijfelend.

‘Ja, straks komt Fabrizio terug met goed nieuws en dan kunnen we je nergens vinden op het moment dat we je nodig hebben.’

‘En wat nou als hij met slecht nieuws terug komt?’

‘Met een negatieve instelling kom je nergens Ariana.’ Ik wierp Maria een geïrriteerde blik toe nadat ze me daarop wees. ‘Het is zo,’ zei ze quasionschuldig.

‘Heb nog even geduld, wie weet komt hij zo terug.’ Ik gaf geen antwoord, maar bleef wel zitten.

De tijd ging maar langzaam voorbij, en ik wist niet hoe lang ik hier nog kon zitten zonder dat ik door zou draaien.

‘En wie weet komt hij pas later,’ zei ik na nog een tijdje uit het niets, reagerend op Gianni’s opmerking, die hij al bijna twintig minuten geleden gemaakt had. Maria en Gianni leken nogal overrompeld door mijn plotselinge uitspraak. Ik stond op en liep in een stevig tempo weg, de duisternis van de bomen in.

Het was prachtig. Daar moest ik me op focussen, vertelde ik mezelf telkens. De zon scheen fel, maar op dit deel van de berg groeiden bomen dicht op elkaar – wat vreemd was na al die droge grond de afgelopen weken – waardoor er een duistere sfeer hing, zoals je in films wel eens zag. Ik was niet bang. Het had wel wat. Het intrigeerde me op de een of andere manier. Het was alsof dag en nacht nooit de wacht afwisselden, maar de nacht hier gewoon altijd domineerde.

Ik liep verder en probeerde elk detail dat ik tegen kwam in me op te nemen. De rups die over een tak kroop, de zonnestraal die even verderop door een wat opener deel van het bos scheen, en de stofdeeltjes die in het licht dansten.

Ja, het was mooi. Daar kon ik niks tegenin brengen. Toch was dat niet genoeg voor me. Ik had me in geen tijden zo rusteloos gevoeld. Er viel niets te doen behalve wachten. Wachten op antwoorden. En ik had een hekel aan wachten. Op antwoorden in het speciaal. Mysteries waren nooit mijn ding geweest. Dus nu het mysterie grotendeels ontrafelt was, en ons alleen nog restte te wachten, frustreerde mij dat.

Focus, hield ik mezelf voor. Focus op wat? De bomen? Ik was al tientallen bomen tegengekomen. Ik was hier ondertussen ook wel op uitgekeken. Wat me plots nog meer frustreerde dan mysteries, was het feit dat ik steeds wegliep als ik er geen zin meer had. Het bos was steeds maar weer een toevluchtsoord geweest deze paar dagen, en als het in eerdere stadia moeilijk was geweest, reageerde ik precies hetzelfde. Ik voelde me laf, maar was niet van plan terug te keren. Dat deed ik namelijk steeds als ik me realiseerde dat weglopen niets oploste. Ik wilde tegen mezelf in gaan. Tegen de voorspelbare kant van mezelf dan. En daarom bleef ik koppig doorlopen, niet wetend of dat het juiste was om te doen, maar ook niet wetend wat dan wel het juiste was.

Donker LichtWhere stories live. Discover now