Hoofdstuk 30-'Thanks Khan',

17 1 0
                                    

'Het voelt goed om jou als vijand te noemen. En jij ben nog niet van mij af', zei ik. Terwijl ik in gevoelig plek schopte...

-Paar weken later-

{Ayla}

Ik zit al weken in dit kasteel ofzo. Mijn gezin en ik zitten op een tapijt hier in de woonkamer, Ludo te spelen. Met allemaal bediendes om ons heen.

Maar wat is er met Said (Zahid Khan) gebeurt?

Nou, wij hebben wel eens gevochten. Zaïd zit er ook bij, hij heeft mij zelf bijna vermoord. Gelukkig was Ali er, maar ja. Ja verder niks.

Maar ik heb mijn geheugen terug. Alles kan ik mij herringen. Mijn lieve tante Arwa. Mijn vader. Mijn broer Ali. Ik had mezelf ook af gevraagt hoe ik Hussain heb. Nou, het zit zo. Het zit in de familie. Iedereen heeft een eigen stemmetje. Die je helpt met wat jij niet kan. Als je je afvraagt ben jij dan een weerwolf? Nou nee, maar dromen komen toch ooit wel uit?

'Dan kan jij lekker heel lang verder dromen', zei Hussain grijnzend.

Hahah wat ben je grappig Hussain.

'Thanks Khan', zei Hussain.

Khan? Echt waar Hussain?

'Ja, beter dan "Said", zei ze grijnzend.

Daar heb je wel gelijk in. Ik zuchtte.

'Jij bent dood!', riep mijn vader. Waardoor Ali's pionnetje in zijn 'gevangenis' zit. Ali maakte een zielig blik.
'Huh wat?', vroeg ik.
'Gesprek met Hussain?', vroeg Ali grijnzend. Ik rolde met mijn ogen.
'Ja dus', zei Ali grijnzend.
'Waar moest je aan denken roosje?', vroeg vader.
'Aan paar weken terug', zei ik.
'Ayla, het komt goed. We zijn toch niks voor niks zo goeie vechters?', vroeg hij.
'Ja daar heeft u wel gelijk in vader', zei ik.

Vaders mondhoeken vormde een mooi glimlach, wat ik na deed.
Ik pakte de dobbelsteen en gooide een zes en een vijf. Waardoor ik Ali kon doden. Ik grijnsde gemeen. Ali keek mij boos aan, -want hij kan niet tegen zijn verlies- ik maakte zijn pion dood.

'Als ik jou was zou ik rennen voordat hij in de gevangenis zit', zei tante Arwa.

Ik aarzelde geen minuut en rende de woonkamer uit. Met Ali op de hielen. Ik rende de longen uit mijn lijf. Rende de keuken in, pakte een pollepel. En richtte maar jammer kwam het net naast zijn hoofd. Hierdoor werd hij alleen, maar bozer. Hij liep met hoog tempo achter mij aan.

'Vader!', riep ik.

Ik hoorde zware voetstappen richting de keuken komen. Ik rende snel naar de deur-wat ook eens lukte-, deed de grote deuren open en verstopte mijzelf achter mijn vader.

'Ik was aan het winnen! Dan ga je mijn pion dood maken?!', siste Ali kwaad.
'Het was maar een spel', zei mijn vader.

Mijn vader liep naar hem toe en pakte zijn schouders vast. Zei geruststellende woorden. Wat ik niet kon horen. Het vrolijkte Ali wel op, gelukkig. Hij grijnzende gemeen. O, nee. Dit zal niks goeds beteken.

'Het is al laat kom we gaan slapen', zei vader.

Ali en ik knikte. We liepen in stilte naar onze eigen kamer. Wat is Ali van plan? Hopelijk houd hij rekening met mij. Hij is mijn drie jaar oudere broer. Ja je leest het goed drie jaar. Hij moest doen alsof hij vijftien is, om mij de waarheid te vertellen. Wat mislukte, want ik ben het door Hussain achtergekomen. Maar hij zou toch wel rekening met mij houden. Ik ben zijn jongere zusje. Hoop ik. Ik zucht diep. Neem afscheid van Ali en liep mijn kamer in. Ik sprong op mijn mega bed en viel snel in slaap.

Ik doe net als altijd mijn vermomming aan. We zouden vandaag tegen Said vechten. Mijn groep, waar ik met de meesten al bevriend ben. Liepen we naar onze bestemming waar we met hun hebben afgesproken. Daar aangekomen, wachtte we af. Totdat ik een rode muts onder het licht van de maan zag. Said. Ik was niet de enige die het zag. De hele groep stond al in de aanval postitie. Said stond voor mijn vader. Zaïd voor mij. We staarde elkaar in elkaars ogen. Totdat Zaïd mij probeerde aan te vallen. Dat was het signaal van het gevecht. Zaïd en ik waren aan het vechten. Ik stond aan het winnende kant. Totdat hij mijn zwakke plek vond. Mijn buik. Hij ramde tegen aan. Ik krimp in een. Ik zag dat hij uit zijn vest een grote mes pakte. Hij stond op het punt om mijn leven weg te nemen...

Ik schrok wakker. Mijn hoofd helemaal bezweet. Het was maar een nachtmerrie.

'Een nachtmerrie die al is gebeurt zou je bedoelen', zei Hussain...

Hai! Goed hoofdstuk? Ik heb gemerkt dat beter schrijf. Waar ik blij om ben. Ik mag Idrees Khan wel. Jullie ook?
Maar ik ga. Doei.

AYLA Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu