Bonushoofdstuk 7-Ik ben pas een monster...

8 0 0
                                    

{Afak}

Lachend keek ik toe hoe mijn moeder de cake sneed. Mijn moeders tante smeerde cake over haar hele mond. Ik moest mijn lach inhouden maar het lukte niet. Na dat ze cadeaus heeft uitgepakt, kwam ze naar me toe. We zaten samen op de bank. Ik sloeg mijn arm om haar heen. Ze sloot genietend haar ogen. Ze voelde zich goed in mijn armen. Ze pakte mijn hand en speelde ermee. Ik glimlachde alleen maar. Mijn beste vriend kwam tegenover mij zitten.
Maham.

Ik glimlachte naar hem en we begonnen een gesprek. Ik zie hem als mijn broer hij is ook nog vier jaar ouder. Nadat hij een grapje vertelde, die trouwens echt droog was. Lachte ik mijn longen uit mijn lijf. Mijn moeder keek mij verliefd aan. Man, kon ik die blik vaker zien. Ze veegde met haar vingers een ook van mijn zwarte haren. Ik schrok, maar voordat ze kon vragen waarom ik schrok, ging de bel. Ik deed open en mijn ooms vriend is er. Hoe heet hij ook al weer? Mason, Martijn, nee. Max. Ja Max. Mijn moeders ogen lichte op. Ze gromde en wou hem aanvallen, ik hield haar tegen en zei dat ze even zich moest opfrissen.

Wonder boven wonder luisterde ze naar me. Ze liep boos de trap en sloeg de deur hard dicht. Ik bied mijn excuses aan hem. Dan zie ik nu pas dat hij iemand mee heeft genomen. Melanie.
Nee hé! Ik keek achter me en stuurde Maham een help me blik. Maham lachte me uit. Melanie kwam naar me toe. Ze liet haar vingers door haar haar rond draaien.

'Hey, hoe gaat het met mijn man?', vraagt ze en ze lachte erbij. Ze liet haar vinger glijden over mijn pak. Ik rolde mij ogen.
'Waar is je man dan? Ik heb hem nergens gezien. Arme jongen dat hij is getrouwd met een meisje zoals jij.', zeg ik met een grijns.

Ze schrok van mijn antwoord. Is ze je ex of vriendin? Ieuw, ik zou niet eens aan denken. Heb je haar gezien? Tien kilo make-up en te strakke kleding. Ieuw... Ze vind mij leuk, en probeert wat te maken tussen ons. Maar zonder succes. Zelf naar mijn studie houdt ze niet op met stalken.

Ik loop naar mijn vrienden. Ik schrik als ik iets hoor breken.

'Ik kijk wel even.', zeg ik.

Ik ren de gangen door en zie waar het van kwam. Ik zie mijn oom boos naar een dienstmeisje schreeuwt. Als mijn oom het arme meisje wilt slaan hou ik zijn arm tegen. Hij kijkt mij boos aan.

'Afak ga nu terug naar de woonkamer. Nu', zeg hij. 'Tuurlijk, dan kan u lekker het arme kind mishandelen. Mooi niet.', zeg ik bot.

Ik help het dienstmeisje, ik wil mijn excuses aanbieden, maar ze rent al snel weg.

'Wat doe je nou?!', zegt hij boos.
'Wat ik doe? Ik wil niet dat iemand met angst weg rent! En wat heeft zij u weer aan gedaan?', zeg ik boos. Hij schrik van mijn woedeuitbarsting.
Maar dat verdwijnt al naar een seconde.
'Dat gaat je niks aan! Je hoort nog niet bij de oudere mensen. Belangrijke mensen.', zegt hij rustig. Hij zegt het zo kalm dat je enge rillingen krijgt.
'En wanneer is dat dan wel? Als ik er niet meer ben! Niemand zegt me wat! Ik weet niet waarom moeder wegrende. Waarom ik geen goeie band met haar heb. Wie mijm vader is. Waar hij is. Ik wil antwoorden. Waarom wou u dat meisje slaan!', schreeuwde ik.
'Ze liet een bord vallen. Hij was zo duur!', antwoordde hij mijn vraag.
'Dat is geen rede om haar te gaan slaan!? U bent een monster. Een harteloze monster.', siste ik naar hem.

Hij sloeg mij hard in mijn gezicht. Ik vloog mee met de klap. 'Hoe durf je mijn eigen zoon te slaan.', zegt een stem kill.

Moeder.

Ik zuchtte, mijn moeder is weer in haar oude patroon. Ze liep de trap rustig af. Mijn oom stotterde. Ze grijnsde.

'Eerst sla je mijn zoon, en dan ga te lopen stotteren. Vader zou schamen als een zoon als jij.', zegt ze.

Ik probeerde met alle macht, om niet te grommen. Het leek wel alsof iemand mijn lichaam onder controle had. Ik stond op en liep naar hem toe. Angstige blik kwam in zijn ogen. Hij zette een stap naar achteren. En ik naar voren. Totdat hij tegen de muur knalde. Mijn handen omcrikelde zijn hals. Ik trok hem wat hoger in de lucht. Ik zette een extra harde grip. Iemand trok mij van hem weg.

Maham.

Tranen stonden in zijn ogen. Hij trok mij in een knuffel. Het feest werd afgelast en mijn moeder stuurde me naar me kamer. Ik ging op mijn bed liggen. Toen pas realiseerden ik me wat ik aan het doen was. Ik had bijna mijn oom vermoord, mijn vriends vader. Alleen omdat ik antwoordde wilde? Ik ben pas een monster...

Ik zuchtte luid als ik geklop hoor op mijn deur. Binnen riep ik. Ik stak mijn hoofd op. Om te zien wie mijn kamer in kwam. De deur werd geopend en het dienstmeisje waar oom tegen schreeuwde stond voor me.

'Meneer, Mevrouw Khan wilt dat u naar haar kamer gaat.', zegt ze.

Ik loop naar toe. Ze kijkt naar beneden. Ik til met mijn vingers haar kin omhoog.

'Voel je al wat beter? En noem me maar Afak.', vraag ik.

Ze knikt.

'Dat is goed om te horen.', zeg ik.

Ze knikt weer.

'Tong verloren?', vraag ik met een grijns.

Ze kijkt snel naar beneden en ze rent mijn kamer uit. Ik lachte. Ik loop door de gangen van huis en stop bij mijn moeders kamer. Ik klopte aan. Binnen hoor ik mijn moeder zeggen. Ik doe de deur open. Dit wordt wel wat..

AYLA Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu