Hoofdstuk 10- 'Wat is er reus?', zei ik

28 2 2
                                    

Mijn zus zei:'Wie is dat?'.
'Wie is wat?',zei ik.
'Iemand appte je? wie was diegene?',zei ze.
Ik nam een zucht en zei:'O dat, dat is Ali. Hij is een nieuw klasgenoot'.

{Ayla}
'Dat is het?',zei ze. En ze keek mij nieuwgierig aan. Ik zuchte en ik heb alles vertelt hoe ik hem heb ontmoette. Zelfs waarom ik ruzie met hem heb. Ik heb ook nog vertelt dat ik denk dat ik hem langer kende. Echt ik kan niks verbergen voor mijn zus. En ze pakte mijn telefoon.

Ik zei: 'Wat doe je?'.
'Jou probleem even oplossen!', zei ze. Ik trok mijn wenkbrauw omhoog.
'Welke probleem?', vroeg ik.
Ze negeerde mij voorkomen. En ging verder met wat ze deed.

Na een minuut of 3 gaf ze eindelijk mijn telefoon terug. Ik klikte alles. Ik kon het nergens vinden wat ze deed. En op het laatste moment was ik vergeten dat ik niet op whatsapp heb geklikt. Mijn zus zag dat ik op whatsapp heb geklikt. Ze gaf mij een grijns. Ik dacht hier ergens heeft ze wat gedaan. Ik klikte op elke gesprek. En kon nergens wat vinden tot dat ik op Ali en mijn gesprek vond.

Ik klikte er op en er stond: 'Sorry, dat ik zo bot was, ik vind het niet erg zullen we anders morgen even uitpraten?'.

Ik keek boos naar mijn zus en ik keek weer terug naar mijn telefoon. Ik zag dat hij aan het typen was. En ik wachtte tot dat hij iets zei. Het duurde wel een eeuwigheid.

En tenslotte zei hij: 'Ja, maar natuurlijk. En waar precies en hoe laat?'

Ik was verbaast wat hij zei. Mijn zus zag dat en pakte alweer mijn telefoon. En ze schreef: 'Hmm, misschien in de pauzes?' Ik keek haar boos aan, maar ze negeerde het.

Hij zei: 'Ja is goed! Dan zie ik je morgen op school'.
Ik zei: 'Tot morgen!'.

Dat dacht Ali zeker, maar ik wist dat het mijn zus was. Ik pakte mijn telefoon af en deed het uit. En legde het op het nachtkastje. Niet te geloven wat mijn zus net deed. Echt ik ben zo boos. Terwijl ik voor haar een tosti's heb gemaakt. Ze keek onschuldig naar mij toe en zei: 'Sorry dat ik dat deed, maar je kan nu niet altijd boos op hem blijven je moet het ooit wel goedmaken'.

En ze liep mijn kamer uit. Ze zei nog:'Allah hafiz', ze deed de deur dicht. Ik ging nog bidden en liep naar mijn bed, en lag er op. Ik ging beter liggen op mijn bed. En ik keek alleen, maar naar boven. Naar het plafond. Waarom weet ik zelf ook niet. Ik keek zo lang naar het plafond dat zelf mijn moeder kwam om te zeggen dat ik moest gaan slapen. Ze deed ook de licht uit. Ik pakte mijn deken en ik maakte mijzelf lekker warm. En ik viel langzaam in slaap.
~~~
De volgende dag was al aan gebroken. Mijn moeder maakte mij wakker om naar school te gaan. Ik ging naar de badkamer en waste mijn gezicht. Ik ging weer naar mijn kamer om mijzelf af te drogen. En pakte mijn kleren uit de kast. Ik had een leuke grijze vest met een groene T-shirt en een blauwe broek. En dan maakte ik snel mijn tas klaar, want ik was het gisteren avond was ik het vergeten. Nadat ik mijn tas had gemaakt ging ik naar beneden om even te bidden en om mijn ontbijt te eten. Ik zat naast Zaïd en mijn moeder. Anaya was er niet ze zat op haar werk. Ik had al snel mijn ontbijt op gegeten. En ik pakte mijn jas en schoenen. En deed het aan. En als laatste heb ik mijn tas gepakt. Ik liep de voordeur uit, en zei:'Allah hafiz!'. En ik hoorde voetstappen komen en Zaïd zei:'Allah hafiz!'. Ik hoorde de deur dicht ging.

Ik luisterde nog muziek onderweg. Ik wachtte op mijn telefoon, want Zarah belt mij elke ochtend, maar ik kwam erachter dat ze ziek is. Dus ze kan niet op school komen. Ik vind het wel jammer, maar ik snap wel als ze ziek is niet op school komt.

Dus ik was al over een minuut of 5 al bij de bushalte. En wachtte op de bus. Over 4 minuten kwam de bus! Eindelijk! Het is zo koud buiten. Dat de bus zo vol zat dat er, maar paar plekken vrij waren. Ik botste tegen iemand aan en viel in iemands grote armen. Het was Max. Hij pakte een pluk van mijn haar en deed dat achter mijn oor. Ieuw! Ik duwde mij van hem af en liep verder de bus in. 'Het was niet mijn bedoeling, sorry...', zei hij zacht.

Ik negeerde het en liep verder de bus in. Totdat ik weer tegen iemand anders aan botste. Echt, wat heb ik vandaag. En je kon het niet raden wie het was... Ali! Hij keek een beetje ongemakkelijk en zei: "Sorry, ik wou je niet kwetsen'. Hij deed ongemakkelijk zijn handen in zijn haar. En blooste lichtjes, maar je kon het wel zien. Zo schattig! Ik glimlachte en zei: 'Is niet erg' Hij glimlachte opgelucht terug. En ik zei: 'Ik ben het toch gewend. Dat mensen zo over Mila praten' en toen rolde er weer een traan. En die veegde ik snel weer af. Ali zei:'Hé hé als je moet huilen dan niet zo erg als gisteren'. Ik lachte en zei:'Oké meneer de Reus, ik zal het proberen'.

'Ooo, dat is goed van je kaboutertje',zei hij. En weer lachte we. Dat had ik even nodig, even lachen. Ook al is het een flauw grapje, ik had het even nodig. En voor de mensen die het denken dat ik verliefd ben op Ali. Dan zeg ik, ik ben niet verliefd op Ali. Het was stil en na een paar minuten was de halte gekomen waar we uit moesten stappen. Ik checkte mijzelf uit.

En ik hoorde iemand die 'Ayla Ayla',zei. Ik draaide me om en zag dat het Max was. Ik rolde mijn ogen en wou door lopen, maar iemand had mijn arm vast. Ik draaide mij om en zag dat het Ali was. Ik zei:'Wat is er reus?'

'Huh...Ik dacht als we het goed hebben gemaakt. Denk ik dat die afspraak niet meer hoefde', zei hij

'Oké is goed, maar mag ik mijn arm terug?',zei ik en gaf hem een nep glimlach. En hij had mijn arm los gelaten. Ik liep toen naar school. Ik ging naar de derde verdieping, want daar ligt mijn kluisje. Ik deed de kluisdeurtje open en propte mijn jas der in. Ik pakte nog mijn wiskunde boeken...

Hooi, daar ben ik weer! Als je hebt goed heb gezien, zie je dat dit hoofdstuk een titel heeft. Het lijkt mij leuk dus daarom deed ik dat. Dit zal ik ook verder doen. Wat vinden jullie daar van? Zet het achter in de comments! Ik hoop dat je hebt genoten van dit hoofdstuk. Dan zie ik jullie in het volgende hoofdstuk!

AYLA Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu