XVI

235 16 4
                                    

Gezamenlijk lopen ze naar het dorp toe, en daarbij vertelt Rolf hun over de avonturen die hij de afgelopen jaren heeft meegemaakt. Het geeft ze een nieuw inzicht, hoe de wolven werkelijk zijn. Ze hadden nooit kunnen weten, dat de wolven in werkelijkheid naar elkaar heel teder en zacht kunnen zijn. Ze spelen graag met elkaar en zeker met de jonge welpen.

Maar al snel komen ze in het dorp aan, en lopen dan recht op het huis van Hallvor af. Met de tred en het tempo, waarop ze door het dorp heen lopen en ook richting het huis van het stamhoofd lopen, duidt op iets serieus.

Sigrid klopt op de deur van Hallvor aan. Hij heeft ze al aan zien komen en doet zelf open.

'Hallo Sigrid en Selma. Hallo Rolf! Wat verschaft me de eer, dat jullie me bezoeken?'

Sigrid kijkt Hallvor recht in zijn ogen aan en zegt: 'Dat bespreek ik liever even binnen onder vier ogen, Hallvor. Dat is geen informatie, waar anderen mee te maken hebben.'

Hallvor haalt zijn schouders op. Dit is niet zo bijzonder. Mensen willen wel vaker onder vier ogen met hem praten, als ze iets belangrijks willen regelen. Hij laat ze binnen, en voert ze naar de woonkamer.

'Ga zitten en vertel dan maar wat je op je lever hebt.'

Ze nemen plaats en Sigrid zegt: 'Ik heb een vermoeden, waarom je de afgelopen tijd zo ziek was, Hallvor. Of liever gezegd, Rolf schijnt het zelf zeker te weten.'

Nieuwsgierig kijkt Hallvor naar Rolf en zegt: 'En waarom zeg je me dat niet rechtstreeks, maar laat je dat over aan een vrouw en haar dochter?'

Rolf kijkt Hallvor aan en zegt: 'Zou u me geloofd hebben, als ik het u rechtstreeks gezegd zou hebben? In principe ben ik hier alleen maar een gast, ik ben jaren weggeweest. En dan is er natuurlijk ook het conflict dat uw zoon en ik hebben.'

Hallvor knikt. Dit is een acceptabele uitleg. Hij zou inderdaad Rolf niet geloofd hebben, als hij het hem rechtuit verteld zou hebben. Maar Sigrid en Selma schijnen van hem overtuigd te zijn, dus dan moet hij ook luisteren. Hij wil ook wel weten, als Rolf hem iets kan vertellen over zijn ziekte.

'Nou, vertel op!'

'U bent helemaal niet ziek geweest, Hallvor! U bent vergiftigd worden door giftige paddestoelen!'

'Nu praat je onzin, Rolf! Hoe kun jij dat nu weten?'

'Ik kan het ruiken. Ik ruik het nu nog steeds, nu ik weer in uw huis ben. U moet weten, dat ik om te overleven mijn zintuigen veel sterker moest ontwikkelen, dan ze normaal moesten zijn. Ik zie, hoor en ruik dingen, die u niet eens zou kunnen waarnemen. En ik heb geleerd hoe ik giftige planten en paddestoelen moet vermijden. Meestal kun je ze ruiken en ik herken hier duidelijk de geur van heksenboleet.'

'En daarom denk je, dat ik maar vergiftigd ben? Ik heb helemaal geen heksenboleet in huis, waarom ook, die is giftig! Dat weet iedereen!'

'Waarom ruik ik het dan in uw huis?'

Daar kan Hallvor geen antwoord op geven. Dan zegt hij tegen Sigrid: 'En waarom geloof jij hem?'

'Toen hij me vertelde, dat hij heksenboleet had geroken in uw huis, moest ik weer denken aan mijn broer. Die is ook een tijdje ziek geweest door het eten van die paddestoel. En u had dezelfde symptonen.'

Hallvor denkt even na. De broer van Sigrid is ongeveer net zo oud als hij, en hij kan zich nog wel herinneren, dat die inderdaad behoorlijk ziek is geweest.

'Goed, stel ik zou heksenboleet in huis hebben, waar zou het dan moeten liggen? Alleen door inademen kan ik het niet binnenkrijgen, en alleen door het eten kun je er ziek van worden.'

ÚlfrWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu