Het feest was een groot succes en Rolf heeft zich nu nog geliefder gemaakt in het dorp. Hij wordt nu gezien als de held, die het dorp van een hongerdood heeft gered. Maar het wordt ook al snel duidelijk, dat er binnenkort weer opnieuw zal moeten worden gejaagd, wil het dorp nog genoeg te eten hebben. En Rolf is niet van plan om de rendieren, die hij nog heeft, te gaan opofferen. En hij heeft een plan, hoe hij de jongeren uit het dorp naar de vallei kan lokken. Hij spreekt regelmatig met hun over wat hij daar gezien heeft. Dat maakt ze nieuwsgierig en Rolf bespeurt steeds meer interesse in zijn verhalen. Hij kan bijna nergens naar toe gaan, zonder dat ze hem vragen over die plek te vertellen. Inwendig moet Rolf glimlachen, want dat is precies wat hij wil. Uitwendig doet hij alsof hij moe is van de verhalen te vertellen, maar vertelt de verhalen van toch.
Op een avond komt Hallvor bij Rolf en Selma op bezoek.
'Hallvor! Wat een aangename verrassing!'
Maar Hallvor is er niet voor een aangenaam bezoek.
'Rolf, je bent iets van plan, en ik denk niet, dat ik die plannen leuk vind.'
'Hoe bedoel je, Hallvor?'
Hallvor kijkt Rolf boos aan en zegt: 'Speel geen spelletjes met me, Rolf! Wie denk je dat je voor je hebt? Met je verhalen probeer je de jongeren voor je te winnen, voor iets, wat ik nog niet helemaal begrijp. Wat ben je van plan, Rolf?'
Rolf kijkt Hallvor aan, alsof hij het niet begrijpt. 'Ik begrijp je niet, Hallvor. Als je wilt dat ik die verhalen niet meer vertel, graag! Ze hangen me echt de keel uit. De hele tijd dezelfde verhalen, het is gewoon niet meer leuk! Maar ze blijven de hele tijd aandringen, en wat moet ik dan?'
'Het interesseert me niet wat je doet, maar je stopt waar je mee bezig bent, Rolf. Het maakt me niet uit, of je mijn zoon bent, of niet. En ook niet, dat je straks mijn taak als hoofdman zal overnemen. Maar nog ben je het niet, en tot die tijd zal je naar me luisteren.'
Rolf heft defensief zijn handen. 'Goed, als je niet meer wilt, dat ik die verhalen vertel, dan doe ik dat niet meer. En werkelijk blij toe. Het is echt niet leuk om de hele tijd hetzelfde verhaal te vertellen. Maar wat moet ik ze dan vertellen?'
'Vertel ze maar over je leven als wolf. Hoe het is om als wolf te leven.'
'Dat doe ik ook al de hele tijd. Maar ik verzin wel iets, om ze tevreden te houden, Hallvor. Geen probleem. Maar als ze me vragen, waarom ik dat verhaal niet meer vertel, zeg ik ook, dat je me het verboden hebt.'
Hallvor kijkt hem woedend aan. 'En dat doe je niet, hoor je me! Ik weet niet helemaal wat je van plan bent, maar ik houd je in de gaten! Maar er is ook iets anders, waar ik met je over wil praten.'
'En dat is?'
'Het voorjaar zit ons niet mee, het is koud en het regent veel. Er groeien geen planten en het wild is nog niet terug. We hebben je hulp nodig, om weer voor voedsel te zorgen.'
'Dat kan, Hallvor. Ik weet waar we dat kunnen krijgen.'
Hallvor kijkt Rolf geschokt aan. Opeens beseft hij, wat Rolf van plan is. Hij wil Rolf aanvliegen, maar Rolf was al beducht op deze reactie. Met een simpele beweging ontwijkt hij de aanval en duwt hem omver. Dan helpt hij hem weer overeind en zegt: 'Je begint oud te worden, Hallvor. Ik kan me niet herinneren, dat je ooit zo gemakkelijk in een val trapte.'
'Jij, duivelsgebroed! Je bent de hele tijd van plan geweest om de jongeren met je mee te lokken naar die plek!'
'Bravo, dat duurde ook lang, voordat je het doorhad. Dat is inderdaad mijn plan!'
'Is het hier niet goed genoeg voor je? Je kan hier alles hebben!'
Rolf schudt zijn hoofd.
'Het is niet zo zeer, dat het niet goed genoeg voor me is, maar hier is geen toekomst meer, Hallvor. De wouden zijn leeg, de grond is arm. Als we hier zouden blijven, dan zouden we sterven van de honger. We moeten hier weg, en snel ook. Niet dit jaar, maar geleidelijk. Ik doe dit niet om je te ondermijnen, integendeel! Ik probeer het dorp te redden. En ik besef me heel goed, dat ik dan een heel groot offer van iedereen vraag, achterlaten wat vertrouwd is, en waar je jaren hebt geleefd. Maar als ik een ding geleerd heb, in mijn tijd bij de wolven, is dat je daar moet leven, waar het voedsel is. Voedsel is leven. En daar is alles wat we nodig hebben, in overvloed. En hier is niets meer. Denk er maar eens over, Hallvor. Maar ik zou niet te lang wachten, want dan is het te laat. Dan zullen de mensen sterven van de honger.'
JE LEEST
Úlfr
Historical FictionÚlfr, een heel oud noords woord voor wolf. Hoewel de naam in het boek geen hoofdrol speelt, draait zich alles om dit woord. In de vroege middeleeuwen in Zweden, zo rond 1200 na Chr. leeft er een jongen, genaamt Rolf Hamundsen, die wordt opgevoed doo...