XXX

256 7 1
                                    

Nadat Hallvor enkele boodschappers naar de naburige dorpen heeft gestuurd, duurt het niet lang voordat de eerste gasten komen. Niemand wil dit spektakel zich laten ontgaan. Een gevecht tussen Kjeld Wordan en Rolf Hamundsen, de zoon van Hallvor Ulriksen, zoiets krijgen ze niet vaak te zien.

Hallvor heeft zijn gevechtstenue aan Rolf uitgeleend, wat bestaat uit metalen platen, die met ringen en kettingen aan elkaar vastgemaakt zijn. Maar Rolf is niet blij met de beperkte bewegingsvrijheid van dit tenue. Hij ziet wel de voordelen van het tenue, maar het past hem niet goed en het zit niet lekker. Als dan de dorpssmid met een oud tenue komt, dat geroest en versleten is, krijgt Rolf een idee. Hij laat de metalen platen weer oppoetsen, totdat ze blinken en maakt ze dan met de smid passend op zijn lichaam. En door de platen met een hoop kleine ringen aan elkaar te maken, maakt hij het geheel veel bewegelijker, zodat zijn bewegingsvrijheid niet beperkt wordt. De smid bekijkt zijn idee en vraagt aan Rolf, of hij dit idee mag gebruiken voor toekomstige tenues. Rolf heeft daar geen problemen mee.

Rolf oefent nog wat met zijn nieuwe tenue, die hij dan nog wat aankleedt met wat soepele stroken leer, die hem wat meer bescherming moeten bieden. Ook oefent hij nog wat met zijn nieuw mes en een bijl, die hij ook van de smid heeft gekregen. De bijl ligt hem, boven verwachting, goed in de hand en hij blijkt er best behendig mee te zijn.

Dat is een opluchting voor Hallvor, die niet graag zou zien, dat zijn zoon bij dit gevecht zou sterven. Want met een bijl zou hij zich beter kunnen verdedigen.

De dorpsgenoten van Rolf en Hallvor maken het strijdtoneel voor vanavond helemaal in orde. Met palen zetten ze het terrein af, die ze in de grond graven. En met lange dwarse balken zorgen ze ervoor, dat de arena, waar ze zullen vechten, afgesloten is van de toeschouwers. En dat is maar goed ook. Veel van hun buren uit de naburige dorpen grijpen deze gelegenheid aan om bij hun familie op bezoek te gaan. Het is dan ook een drukte van belang. Er zijn bijna vijfhonderd personen om het spektakel te aanschouwen. Op grote tafels staan dranken en spijzen voor de gasten. Aan een spit hangt een rendier boven een vuur, en alleen al van de geuren van al dat eten en drinken, krijg je al honger. Tegen het einde van de middag komen Kjeld en zijn mannen er ook bij. Er zijn nog maar dertig mannen, waarvan er acht gewond zijn. Ze zijn met lappen verbonden. De meeste mannen kijken angstig om zich heen, bang dat ze ook aangevallen worden door de wolven. Het heeft de mannen echt schrik aangezet. De wachtposten hebben verteld over hun angstige momenten, ze dachten werkelijk, dat ze er geweest waren. Maar de wolven hadden hun slechts uitgeschakeld en bleven gevaarlijk dichtbij hun keel, klaar om op ieder moment hun strot door te bijten.

Maar in het dorp zijn geen andere wolven, dan Thyrza en Orsin. Al zou Rolf het ze verboden hebben, ze wijken geen moment van zijn zijde. Ze voelen zich niet op hun gemak met al die vreemde mensen in de buurt en bovendien voelen ze zich verplicht hun meester te beschermen. Rolf moet ze regelmatig tot verantwoording roepen, als ze grommen naar mensen, die zich aan Rolf willen voorstellen. Maar na enkele begroetingen begrijpen de wolven al, dat de meesten geen kwaad in zin hebben. Bij sommigen blijven ze wel grommen, wat als resultaat heeft, dat die mannen meestal weer snel afscheid nemen. Rolf neemt het Thyrza en Orsin niet kwalijk, bij die mannen voelde hij zich ook niet erg prettig. Wat dat betreft hebben Thyrza en Orsin dezelfde voorkeuren.

Als Rolf Kjeld ziet, loopt hij op hem af en zegt: 'Er is drank en spijs genoeg voor iedereen, dus laat het jezelf en je mannen goed smaken. En tot die tijd wil ik geen ruzies of handgemeen zien, is dat afgesproken?'

Rolf steekt zijn hand uit, en Kjeld neemt die twijfelend aan. Kjeld voelt de stevige handdruk van Rolf, die hem verrast. Het postuur van Rolf verraadt niet veel van zijn werkelijke kracht. Hij is krachtiger als hij eruit ziet.

'Goed, dat is meer dan ik verwacht had. Ik zal mijn mannen zeggen, dat ze zich koest moeten houden.'

Rolf knikt respectvol naar Kjeld en Kjeld geeft ook een bescheiden knikje terug.

ÚlfrWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu